Aard en omvang ouderenmishandeling

13-06-2018

Het afgelopen jaar heeft Regioplan samen met de Avans Hogeschool en Leyden Academy on Vitality and Ageing onderzoek gedaan naar de aard en omvang van ouderenmishandeling in drie Nederlandse gemeenten van verschillende omvang, namelijk Rotterdam, Tilburg en Boxtel. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het WODC en op verzoek van het ministerie van VWS.

In het onderzoek is gebruik gemaakt van een combinatie van onderzoeksmethoden, namelijk (1) een 1007-tal face-to-face interviews met een representatieve groep van thuiswonende 65-plussers, (2) een informantenstudie waarbij signalen van ouderenmishandeling door diverse beroepsgroepen in de drie gemeenten werden geregistreerd, (3) registraties van Veilig Thuis als aanvullende bron en (4) een literatuurstudie als referentiekader voor de interpretatie van de onderzoeksresultaten.

1 op de 20 thuiswonende ouderen heeft ooit te maken gehad met ouderenmishandeling
De overkoepelende conclusie: 1 op de 20 thuiswonende ouderen heeft ooit te maken gehad met ouderenmishandeling en 1 op de 50 ouderen wordt jaarlijks slachtoffer van ouderenmishandeling. Deze prevalentiecijfers komen sterk overeen met de resultaten van eerder vergelijkbaar opgezet onderzoek in het buitenland (Ierland). Het onderzoek laat verder zien dat ouderenmishandeling in vele gedaanten en maten van ernst voorkomst en diverse gevolgen kan hebben. Financiële benadeling werd het vaakst gerapporteerd in de interviewstudie, gevolgd door psychische en fysieke mishandeling.

De informantenstudie laat veelal ouderenmishandeling in de context van ontspoorde mantelzorg zien. Zowel slachtoffers als plegers van ouderenmishandeling kunnen getypeerd worden door een aantal kwetsbaarheden, bijvoorbeeld op het vlak van een verslechterde gezondheid, een beperkt sociaal netwerk of financiële moeilijkheden.

Toekomstige aandachtspunten
De bevindingen van het onderzoek bieden enkele aandachtspunten of perspectieven voor de praktijk: 1) ouderenmishandeling kan gesignaleerd worden door professionals, mits zij voldoende aandacht voor en kennis van het thema hebben, 2) ouderen en hun sociale netwerk zijn en blijven een belangrijke doelgroep voor voorlichting en 3) preventie en interventie zijn gebaat bij inzet op het hele systeem waar een oudere in leeft.

Meer informatie?
Het onderzoeksrapport, de onderzoeksverantwoording en de samenvatting van dit onderzoek vindt u op de projectpagina.
De beleidsreactie van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vindt u hier.