“De behoefte aan vastigheid blijkt behoorlijk universeel”

21-06-2022

Even voorstellen: Tessa van der Veen (28). In haar rol als junior onderzoeker bij ons team Onderwijs & Arbeidsmarkt kan ze haar voorliefde voor data en statistiek uitstekend kwijt.

Dat Tessa na afronding van haar bachelor Algemene Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht de onderzoeksmaster Sociology and Social Research ging doen, kwam niet als een grote verrassing. “Op de middelbare school was wiskunde mijn favoriete vak, en tijdens mijn studie genoot ik enorm van het schrijven van mijn bachelorscriptie: hypotheses formuleren, data verzamelen, ervaring opdoen met statistiek. Omdat ik me verder wilde verdiepen in de wondere wereld van kwantitatief onderzoek, lag de keuze voor een researchmaster vervolgens voor de hand.”

Vast contract is populair

Eind mei rondde Tessa haar masterthesis af. Haar onderzoek draaide rondom een actueel thema: tijdelijke contracten. Tessa: “Op basis van data uit de European Sustainable Workforce Survey heb ik een analyse gemaakt van baankenmerken die de aantrekkelijkheid van tijdelijke banen kunnen beïnvloeden, zoals lonen, opleidingsmogelijkheden en secundaire arbeidsvoorwaarden. Je zou misschien verwachten dat beloning dé bepalende factor is op basis waarvan mensen een keuze maken voor een bepaalde werkgever, maar een vast contract bleek voor veel werknemers veel belangrijker.”

“Sterker nog: het idee was dat andere factoren – zoals een hogere beloning, goede secundaire arbeidsvoorwaarden, opleidingsmogelijkheden en thuiswerken – kunnen compenseren voor tijdelijkheid, maar ook dat blijkt niet zo te zijn. Dat geeft dus wel aan hoe belangrijk mensen een vast contract vinden. Ik vond in mijn onderzoek verder ook geen verschillen op bijvoorbeeld sekse, leeftijd of opleidingsniveau; de behoefte aan vastigheid blijkt behoorlijk universeel.”

“In algemene zin kun je verder zeggen dat goede secundaire arbeidsvoorwaarden en hogere lonen belangrijker zijn voor mensen in vaste banen. Op zich is dat niet verwonderlijk; op de langere termijn werken een laag loon en slechte secondaire arbeidsvoorwaarden in een vaste baan langer door, terwijl dit voor een tijdelijke baan minder uitmaakt – werknemers kunnen immers makkelijker switchen naar een andere baan met betere arbeidsvoorwaarden.”

Personeelstekorten

De arbeidsmarkt is de laatste jaren steeds flexibeler geworden, schetst Tessa. “Met name vrouwen, jongeren en lager opgeleiden krijgen relatief vaak te maken met tijdelijke contracten. Tegelijkertijd krijgen we te maken met steeds hoger oplopende personeelstekorten, onder meer in de zorg. Juist nu zou het voor werkgevers dus belangrijk zijn om hun werknemers meer vastigheid te bieden, willen ze voldoende goed gekwalificeerd personeel kunnen blijven vinden.”

Geboorteverlof

Dit najaar gaat Tessa, samen met haar scriptiebegeleider, kijken of ze haar thesis kan omvormen tot een artikel voor een wetenschappelijk tijdschrift. Daarnaast is Tessa inmiddels alweer een paar maanden in dienst bij Regioplan, waar ze deel uitmaakt van het team Onderwijs & Arbeidsmarkt. “De afgelopen maanden heb ik onder meer bijgedragen aan de evaluatie van de Wet invoering extra geboorteverlof, oftewel de WIEG. Een interessant onderzoek, waaruit onder meer bleek dat bijna driekwart van de partners in loondienst na de geboorte van hun kind aanvullend geboorteverlof opneemt van in totaal zes weken.”

Voortijdig schoolverlaten

“Op dit moment ben ik dan weer bezig met een onderzoek naar voortijdig schoolverlaten. De aanpak van voortijdig schoolverlaten binnen de zestig zogenoemde Regionale Meld- en Coördinatie(sub)regio’s (RMC) verschilt nogal. Sommige regio’s zitten er dicht bovenop en gaan vooral preventief te werk, terwijl andere regio’s de verantwoordelijkheid meer bij de scholen zélf neerleggen. Interessant om die verschillende dynamiek per regio in kaart te brengen en na te gaan welke aanpak wanneer het beste werkt.”

Passende werkomgeving

Bij Regioplan zit Tessa helemaal op haar plek, vertelt ze. “Ik krijg hier alle ruimte om te ontdekken welke thema’s mij het meest aanspreken en om me nieuwe technieken eigen te maken. Zo ga ik me de komende tijd storten op het leren programmeren met Python, waarvoor ik in juli een week een summer course volg aan de Universiteit Utrecht. Al met al kan ik mezelf hier uitstekend ontwikkelen en kan ik me volledig focussen op wat ik het allerleukst vind: interessant onderzoek doen rondom onderwijs en arbeidsmarkt.”