Deelevaluatie ‘weigeraanpak’: naar verwachting niet alle maatregelen effectief

02-03-2023

Als een verdachte niet meewerkt aan een gedragskundig onderzoek, is het voor de rechter vaak lastig om bijvoorbeeld een tbs-maatregel op te leggen. Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) heeft verschillende maatregelen genomen om deze problematiek tegen te gaan. Wij voerden in opdracht van het WODC een deelevaluatie uit van vier maatregelen in deze zogenoemde ‘weigeraanpak’.

Voordat een rechter bijzondere voorwaarden of een tbs-maatregel aan een verdachte kan opleggen, is het nodig om vast te stellen of er sprake is van een psychische stoornis of gesteldheid die het risico op crimineel gedrag vergroot. Het komt echter geregeld voor dat verdachten weigeren mee te werken aan het gedragskundig onderzoek dat daarvoor nodig is, schetst projectleider Marije Kuin. “Vooral het klinisch gedragskundig onderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC) wordt relatief vaak geweigerd. En dat is onwenselijk, want voor een rechter kan het dan moeilijk(er) zijn om een passende straf of maatregel – zoals tbs – op te leggen. En dat maakt de kans groter dat de betreffende verdachte alleen tot een vrijheidsstraf wordt veroordeeld, waarna hij zonder behandeling in de maatschappij terugkeert. De kans op terugval in crimineel gedrag is dan een stuk groter.”

Weigeraanpak: evaluatie vier maatregelen

Om deze ‘weigerproblematiek’ terug te dringen, is de zogenoemde weigeraanpak ontwikkeld. Binnen dit onderzoek evalueerden we de implementatie, uitvoering en (ongewenste) neveneffecten van vier van de acht maatregelen van de weigeraanpak:
1. Regeling weigerende observandi (art. 37a lid 3 t/m 9 Sr);
2. Aanscherping begrip ‘stoornis’ (art. 37a lid 1.1 Sr);
3. Verduidelijking risicocriterium (art. 37a lid 1 Sr);
4. Aanpassing van de rechtspositie van tbs-gestelden (Ministeriële regeling t.a.v. Reglement verpleging tbs-gestelden).

Voor het onderzoek hebben we een documentstudie, interviews met betrokken ketenpartners, een enquête onder burgers en een enquête onder de advocatuur ingezet.

Regeling weigerende observandi

Weigert een verdachte om mee te werken aan een gedragskundig onderzoek? Dan maakt de zogenoemde ‘regeling weigerende observandi’ het tegenwoordig mogelijk om in geval van zeer ernstige misdrijven, zonder toestemming van de verdachte, bestaande medische gegevens op te vragen. Die medische gegevens kunnen dan worden gebruikt voor het opstellen van een aanvullende rapportage over een mogelijke psychische stoornis.

Met het opvragen van medische gegevens uit oudere dossiers is, nadat de regeling ongeveer drie jaar geleden van kracht is geworden, ten tijde van dit onderzoek slechts zeer summier ervaring opgedaan, vertelt Marije. “Mogelijk is dit mede toe te schrijven aan een aantal knelpunten bij de toepassing van de regeling, waarvan de gevolgen voor de procesduur en de zoektocht naar specifieke behandelaren de belangrijkste zijn. De beperkte toepassing roept de vraag op in hoeverre er in de praktijk behoefte is aan deze regeling, en wat de meerwaarde is ten opzichte van andere mogelijkheden om informatie te verzamelen in het gedragskundig onderzoek.”

Het onderzoek laat zien dat die meerwaarde binnen de organisaties in de justitieketen op dit moment in elk geval niet breed wordt gezien, vervolgt Marije. “De doelgroep waarvoor de regeling volgens partijen in de strafrechtketen wél meerwaarde heeft, is zeer gering in omvang. Het gaat dan om weigerende verdachten waarvoor geen alternatieve informatiebronnen beschikbaar zijn en die in het verleden gebruik hebben gemaakt van bepaalde zorg.”

Tegelijkertijd bestaat wel het risico op neveneffecten van de regeling, zoals een toename van zorgmijding of vernietiging van medische gegevens. In het onderzoek zijn echter geen duidelijke signalen naar voren gekomen dat de regeling op dit moment tot dit soort neveneffecten leidt, schetst Marije. “Enquêtes onder burgers laten zien dat de mogelijkheid bestaat dat zorgmijding en vernietiging van medische dossiers als neveneffect zouden kunnen optreden, als breed bekend wordt dat medische gegevens gebruikt zouden kunnen worden in een strafproces waarin een tbs-maatregel aan de orde is. Het is echter onzeker of burgers dit ook daadwerkelijk zouden doen, ook omdat ze in de enquête vragen kregen voorgelegd over een sterk hypothetische situatie (‘Als u zorg nodig zou hebben en verdacht zou worden van een delict waarin een tbs-maatregel zou kunnen worden opgelegd’). Of de neveneffecten van zorgmijding en vernietiging van medische dossiers werkelijk zouden kunnen optreden is daarmee onzeker, net als het optreden van de beoogde effecten van de regeling weigerende observandi.”

Stoornisbegrip, risicocriterium en rechtspositie

Het algemene beeld van de overige drie geëvalueerde maatregelen is dat er weliswaar draagvlak voor is, maar dat ze in de praktijk beperkt effectief worden bevonden.

Dit geldt voor zowel de aanscherping van het begrip ‘stoornis’ en de verduidelijking van het risicocriterium, als voor het verbeteren van de rechtspositie van de tbs-gestelde, licht Marije toe. “Voor de twee eerstgenoemde maatregelen geldt dat ze volgens betrokkenen uit de justitieketen de reeds bestaande praktijk onderschrijven en daarmee niet of nauwelijks verandering in de strafrechtpraktijk bewerkstelligen. De laatstgenoemde maatregel, de verbetering van de rechtspositie van tbs-gestelden door het terugdraaien van de verlofopschorting, wordt door advocaten als wenselijk gezien, maar óók als onvoldoende effectief voor de aanpak van de weigerproblematiek. Tijdens het strafproces liggen verlofmogelijkheden immers nog in de (mogelijke) toekomst. Daarnaast weegt de maatregel niet op tegen een gebrekkige doorstroom tijdens de tbs-behandeling en een onzekere en mogelijk lange duur van de tbs-maatregel. Om op dit punt effect te kunnen sorteren, zouden meer vergaande maatregelen in het tbs-stelsel nodig zijn.”

Meer informatie

We voerden dit onderzoek uit in opdracht van het WODC, in samenwerking met Mario Braakman van Tilburg University. Onze evaluatie is onderdeel van een synthesestudie van het WODC naar de weigeraanpak. De resultaten van deze synthesestudie volgen naar verwachting in 2023.

Bekijk voor meer informatie ons volledige onderzoeksrapport of neem contact op met Marije.

Het WODC schreef ook een nieuwsbericht over de evaluatie, en in de Voortgangsbrief Forensische Zorg komt het onderzoek ook aan bod.