Percepties over partnergeweld in het Caribisch deel van het Koninkrijk

25-11-2021

In Nederland en wereldwijd is er steeds meer aandacht voor geweld tegen vrouwen. Verschillende gemeenten en organisaties zetten zich in om huiselijk geweld en kindermishandeling tegen te gaan. Soms worstelen die ook met hoe ze hun aanpak zo goed mogelijk kunnen toespitsen op mensen met verschillende culturele achtergronden. Om de betrokkenen zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen is het belangrijk om aandacht, kennis en begrip te hebben voor de context waarin het geweld zich afspeelt, hoe de betrokkenen ernaar kijken en de factoren die voor deze groepen anders zijn of extra spelen.

Regioplan-onderzoeker Kristen Martina heeft onderzoek verricht naar de percepties van Curaçaoënaars in Nederland over partnergeweld, gebruik van geweld binnen de opvoeding en de rol van gender en emotieregulatie daarbij. Uit haar onderzoek kwam het volgende naar voren:

  • Perceptie gebruik fysiek geweld: er is in bepaalde lagen van de Curaçaose gemeenschap een dubbele standaard met betrekking tot fysiek geweld. Het gebruik van geweld in relaties wordt afgekeurd en als delict gezien. Over het algemeen hadden respondenten een duidelijke notie van hoe er in geval van geweld gereageerd moet worden, namelijk met geweld of het verlaten van de locatie of situatie. Bedreiging en belediging zijn de voornaamste aanleidingen voor het gebruik van geweld.
  • Perceptie partnergeweld: macht, respect en eer worden bij fysiek (partner)geweld als belangrijke kernfactoren gezien. Geweld wordt veelal gebruikt om macht af te dwingen. Hiernaast worden het persoonlijke respect en de eer aangetast indien er bijvoorbeeld sprake is van belediging of vernedering. Dit gedrag wordt snel als provocatief ervaren. De emotieregulatie en gendernormen spelen hierbij ook een belangrijke rol.
  • Perceptie over rol van gender en emotieregulatie: het opkroppen van negatieve emoties kan enerzijds leiden tot conflicten in de partnerrelatie. Anderzijds kan het de kans op vreemdgaan vergroten. Vreemdgaan en geweld kunnen elkaar vaak uitlokken. De genderpatronen zorgen bij mannen en vrouwen voor conflicterende verwachtingspatronen jegens elkaar en kunnen ook leiden naar het gebruik van geweld als gevolg van conflicten in de partnerrelatie.
  • Perceptie over de politie: hoewel het gebruik van geweld als delict wordt gezien, is er om verschillende redenen toch een lage bereidheid om aangifte te doen, tenzij er sprake is van ernstige schade of levensgevaar. Aangifte vindt men geen langdurige en effectieve oplossing. Dit komt met name omdat de dader mogelijk niet opgepakt wordt of na een korte tijd weer op vrije voeten zal zijn. Ten tweede is er wantrouwen jegens de politie, men verwacht dat er onderscheid wordt gemaakt op basis van ras. Verder speelt het negatieve beeld dat er over Curaçaoënaars heerst volgens de respondenten een wezenlijke rol bij het zetten van de stap om naar de politie te gaan en bij de bejegening door de politie. Tot slot is angst voor wraak van de dader vooral voor vrouwelijke slachtoffers een enorme barrière.
  • Perceptie over hulpverlening: men is over het algemeen positief over hulpverlening. Toch hinderen schaamte, angst, wantrouwen en een focus op zelfredzaamheid het benaderen van hulpverleningsinstanties. Men wil veelal zelf de problemen oplossen. In het geval van partnergeweld wordt het beëindigen van de relatie vaak als de beste oplossing gezien.

Wat betekent dit voor de gemeentelijke aanpak?

  • Maak gebruik van een gendersensitieve aanpak, waarbij je aansluit bij de rollen en verwachtingen rondom mannelijkheid en vrouwelijkheid binnen Curaçaose gemeenschappen. Zorg ervoor dat hierin ruim aandacht is voor helpende elementen in deze genderpatronen. Voorbeelden daarvan zijn het streven naar onafhankelijkheid van vrouwen; en de hoge verwachting van vrouwen die mannen hebben.
  • Cultureel sensitieve interventies zijn gunstig voor het verkleinen van de afstand tussen hulpverleningsinstanties en de doelgroep. Verlies hierbij niet het zicht op mogelijke verschillen binnen de groep. Zet waar mogelijk hulpverleners uit de doelgroep zelf in, of  die de taal spreken en de cultuur kennen, om het vertrouwen van deze groep te kunnen winnen.
  • Een combinatie van factoren ligt ten grondslag aan en is belangrijk bij het normaliseren en voeden van het gebruik van fysiek geweld bij een deel van de gemeenschap. Dit is de combinatie van een (eer)cultuur waar respect erg belangrijk is, een genderspecifieke opvoeding, de opvoedingswijze met fysieke disciplinering en een gebrek aan het leren van goede alternatieve manieren om met negatieve emoties om te gaan. Heb in je aanpak dus zeker aandacht voor deze factoren.
  • Maak in je aanpak gebruik van de verschuiving in het beeld van opvoedingsidealen. Steeds meer ouders geven meer ruimte voor openhartigheid bij bepaalde thema’s, het meer uiten van de eigen opinie van kinderen en andere opvoedings-en disciplineringsstrategieën.
  • Bied hulp en trainingen aan voor het aanleren van alternatieve communicatie- en opvoedingsvaardigheden – vooral in het geval van conflicten – ter verbetering van de emotionele expressie in gezinsrelaties. Breng het belang van hulpverlening onder de aandacht en vergroot het bewustzijn over de negatieve gevolgen van fysieke disciplinering. Werk samen met uitvoerende partijen en hulpverleningsorganisaties. Maak hierbij gebruik van de focus op zelfredzaamheid die onderdeel is van de cultuur en presenteer eventuele hulpverlening als een versterking van die zelfredzaamheid.

Hoewel er verschillen zijn tussen de Curaçaose gemeenschap in Nederland en de andere de Nederlands-Caribische gemeenschappen in bijvoorbeeld grootte en taal, kunnen deze lessen, gezien de overeenkomsten in cultuur en gewoonten, voor de gemeentelijke aanpak ook breder getrokken worden naar andere Nederlands-Caribische gemeenschappen in Nederland.

Verdrag van Istanbul in het Koninkrijk
Het Verdrag van Istanbul, het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, is door Nederland ondertekend in 2012 en voor het gehele Koninkrijk der Nederlanden goedgekeurd in 2015. Dit verdrag is echter alleen voor het Europese deel van Nederland heeft geratificeerd in 2016, en niet voor de eilanden. Eerder hebben wij onderzoek gedaan naar wat voor de BES-eilanden nodig is om te komen tot een passende en sluitende aanpak. Voor de BES-eilanden gold dat er een inhaalperiode nodig was om aan de verplichtingen van het Verdrag te voldoen. Voor de autonome landen binnen het Koninkrijk geldt dat Aruba, Curaçao en Sint Maarten zelf beslissen hoe en binnen welk tijdsbestek ze de ratificatie van het Verdrag willen uitvoeren. Ondertussen zijn deze eilanden bezig met het verder verbeteren van hun aanpak. In 2020 werd een evaluatierapport van een groep deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (GREVIO) gepubliceerd met aanbevelingen voor Nederland. In dit rapport dringt deze groep experts er bij het Koninkrijk op aan te komen tot een uitvoeringsplan en alle nodige maatregelen te nemen om de autonome eilanden aan te moedigen om te komen tot ratificatie en uitvoering van het verdrag. Ook voor de BES-eilanden dringt deze groep experts er bij de Nederlandse autoriteiten op aan de toepassing van het Verdrag van Istanbul uit te breiden naar de BES-eilanden. In 2020 is er een nieuw bestuursakkoord van kracht geworden dat stappen bevat om de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling te versterken, en zo te komen tot een uiteindelijke ratificatie en uitvoering van het verdrag.

 

Meer weten over partnergeweld en huiselijk geweld in de Caribische gemeenschap? Neem contact op met Kristen Martina.