Onderzoek voortijdig schoolverlaters: ondersteuningsstructuur op scholen en relatie met externe zorgstructuur

In het kader van het tegengaan van voortijdig schoolverlaten heeft Regioplan voor de rekenkamer Nijmegen onderzoek gedaan naar de ondersteuninggstructuur in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het mbo. De rekenkamer adviseert om de overgang van het vo naar het mbo te verbeteren, de aansluiting van de ondersteuningsstructuur in het onderwijs op de sociale wijkteams duidelijk vorm te geven en de uitstroom naar werk voor jongeren zonder startkwalificatie te organiseren. De gemeente zou hierin – vanuit haar systeemverantwoordelijkheid in het sociale domein vanaf 2015 – de regierol moeten nemen.

Onderzoek beheer en onderhoud openbare ruimte Lelystad

Onderhoud en beheer van de openbare ruimte zijn belangrijke kerntaken van de gemeente. Het maatschappelijke belang van beheer en onderhoud is groot: burgers hebben direct profijt van een leefomgeving die schoon, heel en veilig is.
De rekenkamer Lelystad heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de doeltreffendheid van het onderhoud en beheer van de openbare ruimte door de gemeente. Naast het meten van de staat van het onderhoud en beheer is er in het onderzoek ook veel aandacht geweest voor de rol die bewoners (kunnen) spelen. Dit varieert van het individueel schoon houden van de stoep tot collectief zelfbeheer van groen (moestuinprojecten).

U kunt de conclusies, aanbevelingen en het rapport hier vinden.

Meer informatie?
U kunt contact opnemen met Ger.

Uitvoering Wmo Individuele Voorzieningen Amersfoort

Het onderzoek, dat is uitgevoerd voor de Rekenkamercommissie van de gemeente Amersfoort, laat zien dat de gemeente er in beleid en uitvoering sinds begin 2012 in is geslaagd om de kanteling van de Wmo vorm te geven. Zowel de consulenten als de cliënten zijn in grote lijnen tevreden over het functioneren van dit proces.



Het doel van het beleid is mensen dusdanig te compenseren in hun beperkingen dat zij volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer, terwijl zij daarbij tegelijkertijd minder een beroep doen op de individuele voorzieningen die de gemeente in het kader van de Wmo verstrekt. De gemeente houdt echter geen zicht op de mate waarin dit doel bereikt wordt. Evenmin is duidelijk wat de meerwaarde is van de kantelgesprekken, waarin fors wordt geïnvesteerd. Het enige goed zichtbare effect van het nieuwe beleid, namelijk de afname van het aantal aanvragen en de kostenbesparingen die in 2012 ten opzichte van 2011 zijn behaald, wordt waarschijnlijk vooral veroorzaakt door het feit dat inwoners minder vaak recht hebben op een voorziening, niet door de toegenomen nadruk op eigen kracht en sociaal netwerk.

Kaderstelling en controle WWB in Oostzaan en Wormerland: onderzoek naar het re-integratiebeleid

Regioplan onderzocht voor de rekenkamercommissies van Oostzaan en Wormerland de rol van de gemeenteraad in het re-integratiebeleid van de gemeenten. Beide gemeenten hebben een aantal taken op het gebied van de WWB uitbesteed aan de gemeente Zaanstad. Wormerland heeft beleid en uitvoering van re-integratie in eigen hand gehouden. Oostzaan heeft al deze taken uitbesteed. De gemeenteraden ontvangen geen informatie over beleid en resultaten en hebben hierop dus geen zicht. Zij hebben in de afgelopen jaren ook niet gevraagd om meer informatie over het beleid en de resultaten. De kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraden over het re-integratiebeleid is dus zeer beperkt geweest.

Als het tij keert. Van visie tot vergunning, Schouwen-Duiveland

Op Schouwen-Duiveland, in het bijzonder in het dorp Bruinisse, is enige ontevredenheid ontstaan na het uitblijven van de realisatie van een aantal belangrijke onderdelen van het Masterplan Centrum Bruinisse. Dit plan is in 2010 vastgesteld. Anno 2013 leek de realisatie stil te staan.
De Rekenkamercommissie zag in deze situatie aanleiding tot het stellen van de vraag of de ruimtelijke planvorming in Schouwen-Duiveland nog wel adequaat was; doet de gemeente de goede dingen, of behoeft de planpraktijk vernieuwing om te voldoen aan de veranderende dynamiek van de samenleving. Regioplan ondersteunde de Rekenkamercommissie met onderzoek.

Vervolgonderzoek subsidiering Stichting de Baat

In 2011 werd door de rekenkamercommissie De Ronde Venen (hierna: RKC) een onderzoek uitgevoerd naar de subsidierelatie tussen de gemeente De Ronde Venen en de Stichting De Baat. Het onderzoek kwam tegemoet aan een verzoek van de gemeenteraad daartoe. Het door de RKC uitgevoerde onderzoek heeft betrekking op de wijze waarop de subsidierelatie in 2010 is vormgegeven. In maart 2012 is het rekenkamerrapport in de raadscommissie Inwonerszaken/Samenleving besproken. De raadscommissie heeft de wethouder gevraagd alle aanbevelingen van de RKC over te nemen. De wethouder heeft dit toegezegd.



De subsidierelatie is sinds het verschijnen van het rekenkamerrapport onderwerp van politieke discussie gebleven. Mede om die reden is het nuttig om na te gaan of aan de aanbevelingen uit het rekenkamerrapport uitvoering is gegeven. In een door Regioplan uitgevoerd vervolgonderzoek werd nagegaan of en in hoeverre aanbevelingen zijn opgevolgd, hoe de gemeenteraad de uitvoering van aanbevelingen heeft bewaakt en in welke mate het rekenkamerrapport bruikbaar is geweest voor betrokken partijen.

Delftse re-integratie gereed? Nulmeting, benchmark en stresstest voor de Participatiewet.

Regioplan heeft voor de Delftse Rekenkamer een onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van het re-integratiebeleid. Een onderdeel van het onderzoek was een stresstest voor de Participatiewet. Regioplan heeft op basis van de wetteksten van de Participatiewet en de Quotumwet een aantal eisen opgesteld waaraan beleid en organisatie moeten voldoen op het moment dat de Participatiewet ingaat, 1 januari 2015. De hoofdconclusie van de stresstest is dat de gemeente Delft zich goed voorbereid op de Participatiewet. De druk op de effectiviteit van het Werkbedrijf is daarbij wel een belangrijk risico. Sterke kanten in de voorbereidingen van Delft zijn de inbedding in samenhangend beleid voor het sociale domein en de gezamenlijke voorbereiding met de regiogemeenten.

Regioplan heeft ook een handreiking geschreven voor de Delftse gemeenteraad. Daarmee kan de gemeenteraad in 2014 de voorbereidingen van de gemeente Delft op de Participatiewet volgen.

Evaluatie Centrum voor Jeugd en Gezin De Bilt

Voor de rekenkamercommissie van De Bilt onderzocht Regioplan de CJG-ontwikkeling. Daarbij keken we niet alleen naar de huidige ontwikkeling, maar ook vooruit: is het CJG in staat de regierol in de jeugdketen te vervullen, mede in het licht van de transitie jeugdzorg? Het onderzoek laat zien dat er in De Bilt sprake is van een hechte netwerksamenwerking op het gebied van de jeugd. Er zijn echter nog een aantal punten voor verbetering. Dat beteft enerzijds de positionering en invulling van het CJG, anderzijds de regierol van de gemeente. Het rapport bevat expliciet aanbevelingen aan de raad voor de verdere vormgeving van het beleid in het kader van de transitie jeugdzorg.

Re-integratiebeleid en -uitvoering in Noordoostpolder. Ruimte voor verbetering, in een veranderende context

Regioplan deed voor de rekenkamercommissie van de gemeente Noordoostpolder onderzoek naar de effectiviteit van het re-integratiebeleid. Uit het onderzoek blijkt dat de gemeente in de periode 2009-2012 wat betreft de ontwikkeling van het aantal bijstandsgerechtigden op hetzelfde niveau presteert als vergelijkbare gemeenten. Noordoostpolder heeft echter geen zicht op de resultaten van de re-integratietrajecten die de gemeente zelf uitvoert. En dit betreft twee derde van het aantal ingezette re-integratietrajecten. Hierdoor is het leereffect klein en de mogelijkheden om bij te sturen beperkt. Over de trajecten die door externe partners worden uitgevoerd, zijn wel resultaten bekend. Deze zijn echter aan de lage kant.

Voorkomen waar mogelijk, aanpakken waar nodig

Evaluatie van het jeugdveiligheidsbeleid van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht.



Regioplan onderzocht of het jeugdveiligheidsbeleid van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht dusdanig is opgezet en wordt uitgevoerd, dat het effectief kan zijn. Het onderzoek laat zien dat de problematiek in de gemeente beperkt is, en de gemeente daar goed zicht op heeft. De gemeente kiest voor een preventieve aanpak van de problematiek via het CJG en het scheppen van voorzieningen en daarnaast voor – daar waar nodig – een repressieve inzet op jongerenoverlast. De gemeente laat echter kansen liggen voor een daadwerkelijk effectieve aanpak. De belangrijkste oorzaken daarvan zijn dat de netwerkstructuur van het CJG nog onvoldoende wordt benut en de domeinen zorg en veiligheid onvoldoende op elkaar zijn afgestemd.