Actieonderzoek Criminele uitbuiting

Samen met de gemeente Utrecht, CoMensha, Veilig Thuis en Moviera werkten wij in een actieonderzoek aan het verbeteren van de signalering, melding en opvolging van criminele uitbuiting. Het traject leverde concrete inzichten en aanbevelingen op om de samenwerking te versterken.

In Utrecht werken verschillende ketenpartners samen om criminele uitbuiting te signaleren, melden en op te volgen. In dit actieonderzoek, uitgevoerd in opdacht van de gemeente Utrecht, is verkend hoe deze samenwerking kan worden versterkt, zodat signalen sneller worden opgepakt en slachtoffers betere en passender ondersteuning krijgen. Daarbij was er speciale aandacht voor jongeren tot 23 jaar.

Criminele uitbuiting is vaak lastig te herkennen, mede doordat slachtofferschap en daderschap soms door elkaar lopen. De gemeente Utrecht, CoMensha, Veilig Thuis en Moviera onderzochten daarom in een lerend en reflectief proces, begeleid door Regioplan, welke verbeterkansen er zijn voor signaleren, melden, opvolgen en samenwerken. Binnen de werkgroep formuleerden de partners gezamenlijke leer- en onderzoeksvragen, voerden acties uit en reflecteerden op de opbrengsten. Zo werd, onder andere, het beschikbare hulpaanbod in kaart gebracht, een focusgroep georganiseerd om ontbrekend aanbod en verbeterkansen te bespreken en de pilottraining voor het signaleren van criminele uitbuiting geëvalueerd. In deze pilot werden zestien organisaties – waaronder jeugdhulpverlening, verslavingszorg, maatschappelijke opvang en verstandelijk gehandicaptenzorg – getraind om signalen van criminele uitbuiting beter te herkennen en te weten hoe deze te melden

De uitkomsten laten zien dat trainingen bijdragen aan bewustwording, maar dat structurele borging nodig is om kennis levend te houden. Ook blijken duidelijke meldstructuren en een betere afstemming tussen partners belangrijk voor het effectiever oppakken van signalen. Het aanstellen van aandachtsfunctionarissen, het versterken van samenwerking met onder meer scholen en politie, en het verder ontwikkelen van uitstapprogramma’s en juridisch advies voor slachtoffers worden gezien als kansrijke vervolgstappen.

Evaluatie verruiming Wet Finec

De Wet Finec is in 2015 ingevoerd om de maatschappelijke schade van financieel-economische criminaliteit te verminderen door de aantrekkingskracht die uitgaat van deze vorm van criminaliteit te beperken. Wij evalueerden deze wet in opdracht van het Wetenschappelijke Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).

De Wet Finec houdt een wijziging in van tien onderdelen in het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op economische delicten (WED). Deze verruimingen richten zich op het vergroten van de pakkans door het verbeteren van de opsporingsmogelijkheden, het verminderen van de ‘winstgevendheid’, en het verhogen van de maximumstraffen en de verruiming van de strafbaarstelling van vormen van financieel-economische criminaliteit.

Binnen dit onderzoek evalueerden we de uitvoering, de effectiviteit en het doelbereik van de tien verruimingen in de Wet Finec. Uit de evaluatie blijkt dat de verruimingen positieve toevoegingen zijn aan de mogelijkheden om financieel-economische criminaliteit aan te pakken omdat de opsporingsmogelijkheden wettelijk zijn vergroot. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat de verruimingen gaan om specifieke casuïstiek en relatief weinig voorkomende delicten, zoals ambtelijke en niet-ambtelijke corruptie. Ondanks de toegevoegde waarde, zorgt dit er wel voor dat de invloed van de meeste verruimingen op het verminderen van financieel-economische criminaliteit beperkt is.

Meer weten? Lees dan het eindrapport of neem contact op met Coco Bastiaansen.

Nationale Drug Monitor (2023)

De Nationale Drug Monitor (NDM) geeft inzicht in de actuele kennis over drugscriminaliteit, middelengebruik en strafbaar gedrag en wetgeving en beleid daaromtrent. Al vier jaar levert Regioplan een bijdrage aan deze onderdelen van de NDM door diverse bronnen te verzamelen, deze te analyseren en daarover rapporteren. Zo ontstaat inzicht in de grote stroom aan informatie op dit thema.

Er wordt veel verschillende informatie verzameld over drugscriminaliteit, middelengebruik en daaraan gerelateerd strafbaar gedrag. Ook groeit de kennis over dit onderwerp door nieuw (wetenschappelijk) onderzoek. Beleidsmakers en andere professionals zijn gebaat bij een actueel overzicht van en inzicht in deze grote stroom aan informatie. Daarom updaten we tweemaal per jaar het overzicht van actuele informatie in de NDM. De meest actuele informatie is te vinden op de website.

Meerdere onderdelen

We leveren sinds 2020 een bijdrage aan de updates van onderdelen van de NDM. Het gaat om de onderdelen over drugscriminaliteit en aan middelengebruik gerelateerd strafbaar gedrag. Sinds 2023 zijn daar de onderdelen over wetgeving, beleid en preventie rondom drugs en criminialiteit bijgekomen. Daarnaast leveren we een bijdrage aan de producten voor de European Monitoring Centre for Drugs en Drug Addiction (EMCDDA).

De belangrijkste ontwikkelingen van afgelopen jaar zijn weergegeven in een factsheet.

Doorlopend onderzoek

Voor de updates van de onderdelen van de NDM verrichten we doorlopend onderzoek. Daarvoor verzamelen, analyseren en rapporteren we informatie uit verschillende bestaande registraties en bronnen. Denk bijvoorbeeld aan registraties van de politie, reclassering, Dienst Justitiële Inlichtingen (DJI) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Ook organiseren we duidingssessies met experts uit de strafrechtketen en wetenschap. Zo verrijken we de cijfers met ervaringen en expertise uit de praktijk en wetenschap.

Het onderzoek voor de Nationale Drug Monitor voeren we uit in opdracht van Wetenschappelijke Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Het Trimbos-Instituut produceert de NDM als geheel.

 

Update veiligheidsonderdelen in de Nationale Drug Monitor

De Nationale Drug Monitor (NDM) geeft een overzicht van recente ontwikkelingen rondom middelengebruik en criminaliteit in Nederland. De meest actuele informatie staat op de bijbehorende website.

Sinds 2020 updaten we de onderdelen over illegale handel, productie en bezit van drugs en over criminaliteit en overlast door alcohol- en drugsgebruikers in de NDM. Dat doen we door meerdere keren per jaar gestructureerd gegevens uit bestaande registraties en onderzoeken te verzamelen, te analyseren en te rapporteren.

Sinds 2023 updaten we ook het onderdeel over wetgeving, beleid en preventie rondom drugs en criminaliteit. Daarnaast leveren we een bijdragen aan de producten voor het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA).

We voeren dit onderzoek uit in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).

Update criminaliteitsinformatie in Nationale Drug Monitor

De Nationale Drug Monitor op www.nationaledrugmonitor.nl geeft een actueel beeld van de ontwikkelingen op het gebied van alcohol- en druggerelateerde criminaliteit en overlast. Wij updaten de onderdelen over illegale handel, bezit en productie van drugs en over criminaliteit en overlast door alcohol- en drugsgebruikers.

Voor de Nationale Drug Monitor 2021 en 2022 updaten we de informatie over illegale handel, bezit en productie van drugs en over alcohol- en drugsgerelateerde criminaliteit en overlast. De updates over het jaar 2021 zijn nu gepubliceerd. De belangrijkste bevindingen vatten we hier samen.

Daling instroom opiumwetzaken in de strafrechtketen

In 2021 is, net als in 2020 de totale instroom van Opiumwetzaken bij het Openbaar Ministerie (OM) gedaald. Het aandeel Opiumwetzaken in de totale instroom van zaken bij het OM was echter ruwweg vergelijkbaar met voorgaande jaren. In 2021 daalde de instroom van softdrugszaken en steeg de instroom van harddrugszaken bij het OM. Softdrugszaken gingen vooral om cannabisteelt en in harddrugszaken ging het vooral om bezit ervan. Het totaal aantal afdoeningen van Opiumwetzaken door de rechter steeg in 2021 ten opzicht van 2020. Ongeveer één op de tien Opiumwetzaken eindigde in 2021 in vrijspraak. In 2020 was dat nog één op de twaalf

Minder geruimde hennepkwekerijen en ontmantelde methamfetaminelabs

In 2021 zijn minder hennepkwekerijen geruimd dan in het jaar ervoor. Mogelijk kan dit verklaard worden doordat opsporing van hennepgerelateerde criminaliteit minder prioriteit heeft gekregen en de capaciteit hiervoor onder druk stond. Daarnaast kan de afname mogelijk verklaard worden door innovaties in het productieproces. Ook het aantal ontmantelde methamfetaminelabs is in 2021 afgenomen in vergelijking tot 2020. Dit kan mogelijk verklaard worden door de prioriteit die de opsporing van methamfetaminelabs in 2020 kreeg. Mogelijk is daardoor de productie van methamfetamine ook in 2021 verstoord.

Toename van drugsonderzoeken voor rijden onder invloed

Sinds in 2017 de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers in werking is getreden, heeft de politie meer bevoegdheden bij verdenking van rijden onder invloed. Vanaf de inwerkingtreding van deze wet is het aantal drugsonderzoeken wegens rijden onder invloed bij het Nederlands Forendisch Instituut (NFI) flink toegenomen. Ook het aantal onderzoeken naar de rijkgeschiktheid van personen wegens mogelijk problematisch drugsgebruik bij het Centraal Bureau voor de uitgifte van Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) is tussen 2017-2021 sterk gestegen.

Het aantal geregistreerde verdachten van rijden onder invloed was in 2020 terug op het niveau van 2018, na een stijging in 2018 en 2019. Het aantal door de rechter afgedane zaken voor rijden onder invloed daalde in 2020 ten opzichte van 2019. Mogelijk hangt dit samen met de coronamaatregelen. Net als in voorgaande jaren werden in 2020 bijna alle verdachten van rijden onder invloed schuldig bevonden.

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).

De notitie over de opbrengsten van de groepsgesprekken, waar in de update naar wordt verwezen, vindt u hieronder:

Notitie opbrengsten groepsgesprekken

Nationale Drug Monitor

Jaarlijks verschijnt de Nationale Drug Monitor. Deze monitor geeft een actueel overzicht van de informatie over middelengebruik door gestructureerd gegevens uit bestaande registraties en onderzoeken te verzamelen.

Twee hoofdstukken in de Nationale Drug Monitor gaan over illegale handel, productie en bezit van drugs en over criminaliteit en overlast door alcohol- en druggebruikers. Voor de Nationale Drug Monitor 2020 hebben wij deze twee hoofdstukken opgesteld. Daarbij hebben we ook de invloed van de coronamaatregelen in 2020 op de registraties van drug- en acoholgerelateerde criminaliteit en overlast verkend. De volledige Nationale Drug Monitor met de door ons opgestelde hoofdstukken 14 en 15 vind je hier.

We hebben dit onderzoek, in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam, uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).

 

Procesevaluatie Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob

De Wet Bibob
In 2003 is de Wet Bibob ingevoerd om de integriteit van overheidsinstellingen te beschermen. In 2013 is een wetswijziging doorgevoerd waarmee onder andere het bereik van de Wet Bibob is verbreed en bestuursorganen voor de uitvoering van de wet meer informatie tot hun beschikking kregen. Wij onderzochten de uitvoering van de wetswijzigingen die in de Evaluatie- en uitbreidingswet 2013 zijn vastgelegd.

De bevoegdheden en maatregelen in de Wet Bibob moeten voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert bij het verstrekken van subsidies of vergunningen, het aangaan van vastgoedtransacties of het gunnen van overheidsopdrachten. Het gaat dan bijvoorbeeld om gemeenten die strafrechtelijke gegevens van ondernemers opvragen bij de aanvraag van een drank- en horecavergunning of voor de gunning van een aanbesteding in de bouw.

De resultaten
Uit ons onderzoek blijkt dat de wetswijzigingen over het algemeen nuttig en bruikbaar zijn voor de bestuursorganen die de wet toepassen. Bovendien blijken de wetswijzigingen voldoende ruimte te bieden voor toepassing op lokale risicosectoren. Bestuursorganen hebben de wetswijzigingen geleidelijk geïmplementeerd en maken gebruik van informatiebronnen die tot hun beschikking staan voor Bibob-onderzoeken. Van een grote verbreding van de toepassing in Bibob-onderzoeken is echter vooralsnog geen sprake. Het belangrijkste knelpunt daarin is de personele- en financiële capaciteit bij bestuursorganen en in het verlengde daarvan de beperkte bewustwording van integriteitsrisico’s: je ziet het pas als je weet op welke signalen je moet letten.
Verder concluderen we dat met de toegenomen aandacht voor ondermijning ook de Wet Bibob meer prioriteit heeft gekregen. Het bestuurlijke instrument is dan een aanvulling op de strafrechtelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Daarmee verschuift het accent in de toepassing van de Wet Bibob van breed en preventief naar gericht en handhavend.

Wij hebben de Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob geëvalueerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).

Meer informatie?
Neem contact op met Ger Homburg.

Seksuele uitbuiting in Amsterdam, een onderzoek naar aard en patronen

Seksuele uitbuiting, het komt voor in Amsterdam. Maar er is nog te weinig bekend over de aard en patronen ervan. Welke informatie is dan wel beschikbaar? Met welke vormen kunnen slachtoffers te maken krijgen? Voelen zij zich eigenlijk wel slachtoffer? Wat kunnen we met de veelal gefragmenteerde beelden zeggen over de aard, patronen en organisatie van seksuele uitbuiting in de Amsterdam? Wat kunnen beleidsmakers doen? We onderzochten het op verzoek van de gemeente Amsterdam.

Detachering: Programmamanager jeugdcriminaliteit Gouda

De gemeente Gouda wilde hinderlijk en overlast gevend gedrag van jongeren aanpakken en de jeugdcriminaliteit bestrijden. Daarvoor werd een programma bedacht dat bestond uit drie actielijnen (primaire, secundaire en tertiaire preventie) en een twintigtal deelprojecten. Onze collega Frank Kriek heeft het programmamanagement verzorgd, waaronder de aansturing van gemeentelijke projectleiders en uitvoerders en het verzorgen van de voortgangsrapportages aan College en gemeenteraad.

Meer informatie?
Neem contact op met Frank.

Monitoren continuïteit zorg na afloop ISD en TBS-maatregel

Gedetineerden in een isd-inrichting en tbs-kliniek hebben vaak langdurige zorg nodig om weer op een verantwoorde en veilige manier in de maatschappij te kunnen functioneren. De duur van het strafrechtelijke traject is echter niet altijd lang genoeg om de geïndiceerde behandeling af te ronden.
Met het oog op continuïteit van zorg na afloop van de isd-maatregel en de gemaximeerde tbs-maatregel is een naadloze aansluiting tussen het strafkader en het civiele/vrijwillige zorgkader essentieel. In opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie monitort Regioplan gedurende een jaar de continuïteit van zorg na afloop van een isd- en tbs-maatregel.