"Ik vind het belangrijk om niet te blijven steken in de theorie, maar ook oog te hebben voor wat er in de praktijk bij mensen zelf speelt”.
12-06-2025Even voorstellen: Coco Mooren (25). Gedurende haar studie raakte ze geïnteresseerd in de vraag hoe het hardnekkige verschijnsel van kansenongelijkheid beleidsmatig kan worden aangepakt. Als junior onderzoeker in ons team Werk, Participatie en Sociale Zekerheid, denkt ze nu mee over dergelijke vraagstukken: “Ik vind het belangrijk om niet te blijven steken in de theorie, maar ook oog te hebben voor wat er in de praktijk bij mensen zelf speelt”.
Na de middelbare school wist Coco nog niet meteen welke kant ze op wilde. De interesse in het thema ‘kansenongelijkheid’ was er al wel: “Het intrigeerde me hoe ongelijkheid tussen groepen ontstaat, en wat de factoren zijn waar onder andere de politiek invloed op kan uitoefenen”. Tijdens haar bachelor Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht volgde Coco vakken in sociologie en criminologie en volgde ze het studiepad Migration, Ethnic Relations and Multiculturalism. Binnen dit studiepad volgde Coco onder andere een vak over beleids- en evaluatieonderzoek, waarmee de kiem al was gelegd voor haar latere baankeuze.
De brede insteek van haar studie vindt ze zelf van meerwaarde als het over het onderwerp kansenongelijkheid gaat: “Ongelijkheid wordt vaak veroorzaakt door verschillende factoren tegelijkertijd, wat maakt dat het een complex fenomeen is”, legt ze uit. “Eigenschappen zoals gender, sociale klasse en etniciteit, interacteren met elkaar en kunnen leiden tot ongelijke maatschappelijke posities. Om die ongelijkheid te bestuderen, helpt het dan als je vanuit verschillende disciplines en methodes naar dat onderwerp kunt kijken. Dan kun je ook creatiever nadenken over oplossingen”
De interesse in kansenongelijkheid groeide toen Coco een half jaar in Finland studeerde. Daar merkte ze hoe daar anders over dit onderwerp werd gesproken. ‘De toon is daar veel activistischer en bepaalde zaken zijn er heel anders geregeld, zoals geboorte-/ouderschapsverlof: dat is veel meer ingericht op een manier waarbij beide ouders gelijk worden behandeld, wat een eerlijk verdeling van zorg- en werktaken tussen partners bevordert”. Dergelijke verschillen met hoe het in Nederland is geregeld, intrigeerden Coco.
Voor haar master, besloot ze zich met de specialisatie Social Inequalities (Sociologie) in het thema te verdiepen. Bij een studievak over beleidsonderzoek kwam ze erachter dat ze deze vorm van onderzoek erg leuk vond. “We deden op een gegeven onderzoek naar de energietransitie in een gemeente. Daarbij werd ik verrast door de factoren waardoor mensen kritisch waren op de energietransitie. Die hadden vaak niet eens direct met het thema zelf te maken, maar eerder met hoe de gemeente zich opstelde en het vertrouwen dat inwoners in de gemeente hadden. Dat laat zien hoe belangrijk het is dat beleidsmakers ook hebben voor de factoren die daadwerkelijk spelen bij burgers in de samenleving”.
Als onderzoeker ziet Coco een mooie rol voor zichzelf weggelegd als het gaat om zorgen dat rapporten niet ergens in een la belanden. ‘Als onderzoeker heb je dit misschien nooit helemaal zelf in de hand, maar je kunt veel bereiken door met concrete toegankelijke adviezen te komen, waar ze mee uit de voeten kunnen’ licht ze toe.
Bij Regioplan houdt Coco zich momenteel bezig met een onderzoek naar mediaopvoeding door opvoeders voor kinderen van 12 jaar en jonger, in opdracht van de Nationale Bibliotheek. Hierbij is het van belang dat zowel ouders met een hoge als een lage taalvaardigheid worden bereikt, zodat de bibliotheek vanuit de onderzoeksinzichten beide groepen beter kan ondersteunen. “Heel interessant om hieraan mee te doen, en ik vind het een boeiende uitdaging om bij onderzoeken zoals deze, na te denken over goede manieren om voldoende deelnemers aan het onderzoek te werven. Voor dit onderzoek gaan we onder andere naar de bibliotheek zelf om daar mensen te werven” vertelt ze enthousiast.
Daarnaast werkt Coco mee aan een onderzoek naar de motieven, ervaringen en begeleidingsbehoeften van (potentiële) zelfstandige ondernemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. “Dit project heeft mooie mix van kwantitatief en kwalitatief onderzoek: we hebben eerst een grootschalige enquête uitgezet en aan de hand daarvan plannen we nu met 50 ondernemers een diepte-interview in ”. Hoewel Coco tijdens haar studie vooral veel bezig was met kwantitatief onderzoek, vindt ze het leuk dat ze bij Regioplan beide methoden kan combineren. “Je hebt beide vormen nodig”, legt ze uit. “Kwantitatief onderzoek geeft je een helder ‘meetbaar’ beeld van de stand van zaken. Maar met kwalitatief onderzoek krijg je meer het verhaal ‘van de mensen’ in beeld.”
Naast haar werk als onderzoeker bij Regioplan, is Coco in haar vrije tijd veel bezig met sportieve hobby’s: ze handbalt graag en coacht zelf een vrouwenteam. Daarnaast is ze een fervent reiziger: na haar studie reisde ze een half jaar door Zuidoost-Azië. “Dat was ontzettend gaaf om te doen. De nieuwsgierige en open blik waarmee Coco op reis naar haar omgeving keek, motiveert haar nu om bij Regioplan te blijven ontdekken en nieuwe dingen te leren.