Sponsoring in het onderwijs

30-11-2017

Sponsoring in het onderwijs is geen onderwerp dat vaak de krant haalt, maar als het een keer gebeurt roept het scherpe reacties op. Vaak zijn dat reacties van bezorgdheid: komt de onafhankelijkheid van het onderwijs niet in het gedrang? Versterkt sponsoring niet de ongelijkheid tussen scholen?

‘School krijgt tonnen sponsorgeld van softwarebedrijf’, kopte de Volkskrant op 8 juni 2015. In zijn reactie op Kamervragen (11 augustus 2015) naar aanleiding van dit krantenartikel, wees toenmalig staatssecretaris Dekker op de voorwaarden die over sponsoring zijn vastgelegd in de onderwijswetgeving en op de aanvullende afspraken die daarover zijn beschreven in het Convenant Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring 2015–2018. In het convenant zijn afspraken opgenomen als:

  • Sponsoring in het onderwijs moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en de doelstelling van de school;
  • Sponsoring mag de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen niet in gevaar brengen;
  • Sponsoring of donaties zijn niet bedoeld voor het primaire onderwijsproces.
    Het convenant is ondertekend door de staatssecretaris, vertegenwoordigers van schoolbesturen, schoolleiders, docenten, bedrijfsleven, ouders, leerlingen en educatieve uitgeverijen.

Inhoud convenant matig bekend onder scholen
Regioplan voerde tweemaal een evaluatie uit van eerdere convenanten, waaronder de laatste evaluatie in 2007. Uit die evaluatie kwam naar voren dat de meeste betrokkenen het convenant zagen als een adequaat instrument voor ‘zelfbinding’. Tegelijkertijd moet de inhoudelijke bekendheid van scholen met het convenant niet worden overschat. Het aantal klachten dat zich voordeed rondom sponsoring was zeer gering. Daarbij speelt mee dat slechts een minderheid van de scholen (een vijfde tot een kwart) in het po en het vo enige vorm van sponsoring kende. Bij de scholen die sponsoring en donaties ontvingen, ging het gemiddeld om bedragen van 4.000 euro in het po en 18.000 euro in het vo.

Geen grote conflictpunten, maar scholen kunnen wel meer openheid van zaken geven
Draagvlak, taak en doelstelling van de scholen, positie van de scholen, onderwijsinhoud, continuïteit en klachten leverden, volgens de evaluatie in 2007, geen grote conflictpunten op. Wat ons wel opviel, was dat leerkrachten, ouders en leerlingen er niet altijd van op de hoogte waren dat een school sponsoring ontving. De mr was niet altijd betrokken bij de besluitvorming rond sponsoring en slechts een deel van de scholen had de middelen uit sponsoring of donaties als zodanig herkenbaar gemaakt in een voor alle betrokkenen toegankelijke boekhouding. Bij de school uit het krantenartikel was volgens de rector overigens sprake van een gift. Van de school werd, in lijn met het convenant, geen tegenprestatie verlangd.

De werking van het huidige convenant wordt in 2018 geëvalueerd.

Meer weten?
Neem dan contact op met Jacob van der Wel.