Advies Schuldhulpverlening Haarlemmermeer

Regioplan heeft de gemeente Haarlemmermeer in 2007 in drie kortlopende projecten van informatie en advies voorzien om de lokale schuldhulpverlening te versterken. De behoefte is om tot meer samenhang in het aanbod van de schuldhulpverlening te komen en om in de uitvoering sterker in te zetten op de preventie van (problematische) schuldsituaties. In ons advies hebben we de samenhang gezocht tussen de schuldhulpverlening en de gemeentelijke uitvoering van de WMO en de re-integratie van bijstandsgerechtigden. Ook is de relatie met de voedselbank gezocht. We hebben de gemeente ook geadviseerd over manier waarop zij de schuldhulpverlening opnieuw zou kunnen aanbesteden. In mei 2008 heeft het college van B&W van de gemeente Haarlemmermeer besloten om ons advies grotendeels over te nemen. De raad heeft dit besluit in juni 2008 overgenomen. We hebben ons advies vastgelegd in drie korte rapportages.

Evaluatie project Niet Zonder Werk Amsterdam Zuidoost

Het concept Niet Zonder Werk van Randstad is een vorm van work first die volledig gericht is op re-integratie. Regioplan evalueerde een pilot in Amsterdam Zuidoost waarin dit concept werd toegepast. Randstad sluit met de deelnemende bijstandscliënten een Re-integratie Werk Overeenkomst van een jaar. De deelnemers krijgen van Randstad een financiële vergoeding en stromen daarmee uit de uitkering. Met behulp van een zelf ontwikkeld analysemodel heeft Regioplan de succes- en faalfactoren van het project in kaart gebracht. De belangrijkste succesfactor bleek de werkgever-werknemerrelatie die de deelnemers met Randstad hebben.

Evaluatie werking loonkostensubsidies gemeente Utrecht

De gemeente Utrecht heeft in 2004 een aantal nieuwe vormen van loonkostensubsidies ingevoerd. Na twee jaar bleek echter dat het instrument veel minder werd ingezet dan van te voren was ingeschat. Regioplan heeft daarom de werking van de loonkostensubsidieregeling geëvalueerd.De oorzaken voor het dit tegenvallende gebruik bleken de conjunctuur, de complexiteit van de regeling, het feit dat re-integratiebedrijven vooral loonkostensubsidies inzetten voor kandidaten die aan de kwaliteitseisen van werkgevers voldoen, onvoldoende acquisitie van banen en de vrijblijvende toeleiding van kandidaten.De belangrijkste aanbeveling die wij doen is om een onderscheid te maken tussen twee varianten van loonkostensubsidies. De eerste voor kandidaten die (bijna) voldoen aan de eisen van de werkgevers (smeerolievariant) en de tweede voor kandidaten die nog niet volledig productief zijn en waarbij intensieve begeleiding en scholing na plaatsing ingezet moeten worden (ontwikkelingsvariant).

De participatieladder: meetlat voor het participatiebudget

Regioplan ontwikkelt in opdracht van en samen met twaalf gemeenten en de VNG een participatieladder. Hiermee kunnen gemeenten de mate van participatie van burgers in beeld brengen. De participatieladder onderscheidt zes participatieniveaus: geïsoleerd, informele sociale contacten, deelname aan georganiseerde activiteiten, onbetaald werk, betaald werk met en zonder ondersteuning. Gemeenten kunnen met de participatieladder de participatie-effecten van het participatiebeleid in de breedte volgen en ook de effecten van afzonderlijke instrumenten. Het maakt daarbij niet uit of het om re-integratie-, inburgerings- of educatie-instrumenten gaat. Hiermee kunnen gemeenten in het kader van het nieuwe participatiebudget een optimale mix van instrumenten vaststellen en tot een integrale aanpak komen.

Laat het werkbudget werken voor het zittend bestand

Voor de vierde keer op een rij had een groot deel van de gemeenten in 2007 een overschot op hun re-integratiebudget. De oorzaken van de structurele onderbenutting van de re-integratiegelden worden in dit artikel toegelicht. Ook krijgen managers van sociale diensten handvatten aangereikt om de benutting van hun re-integratiebudget te vergroten en tegelijkertijd de re-integratie effectiever te maken.

Onderzoek naar gebruik scholingsprotocol

Ongeveer één op de zeven cliënten van UWV die in aanmerking komen voor een re-integratietraject krijgt scholing als onderdeel van het traject of als los instrument. De groep waarvoor scholing noodzakelijk is, wordt op basis van het scholingsprotocol afgebakend. De kans dat deze mensen zonder scholing aan het werk komen, acht UWV zeer klein.

Werkgever laat zieke werknemer niet ‘met rust’

Het doel van de huidige wetgeving rond ziekte en re-integratie van werknemers is een lager ziekteverzuim en een lagere WIA-instroom. Deze daling vindt ook daadwerkelijk plaats. Regioplan onderzocht welke investeringen werkgevers doen om hun werknemers te re-integreren sinds de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting.

Geen WIA, wel werk

Het onderzoeksrapport ‘Geen WIA, wel werk’ is een vervolg op het onderzoek dat in het najaar van 2006 is uitgevoerd onder werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard. In dit eerste onderzoek werd gecontstateerd dat meer dan de helft van de werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt werden verklaard na de WIA-beoordeling niet werkten. Een jaar later is dit beeld veranderd. Zat eind 2006 nog meer dan de helft van de werknemers werkloos thuis, eind 2007 werkte 62 procent weer na de WIA-beoordeling.

Persoonlijke aandacht en resultaat leiden tot een hogere tevredenheid met re-integratiebedrijf

Persoonlijke aandacht voor cliënten die een re-integratietraject volgen is van essentieel belang voor de mate waarin een klant tevreden is over het bedrijf dat het traject verzorgt. Stichting Blik op Werk heeft in 2006/2007 voor het derde achtereenvolgende jaar een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren door Regioplan Beleidsonderzoek onder cliënten van re-integratiebedrijven in Nederland.

Het werkbudget investeren in toekomstig rendement

Voor de derde keer op een rij had een groot deel van de gemeenten in 2006 een
fors overschot op het reïntegratiebudget (het w-deel). Bram Berkhout en Luuk
Mallee lichten in dit essay de oorzaken van de (structurele) onderbenutting van het
werkbudget toe. Wat zijn handvatten voor managers van sociale diensten om de
benutting van het werkbudget te vergroten en tegelijkertijd reïntegratie effectiever
te maken?