Minder dan 35 procent arbeidsongeschikt en geen werkgever

Uit cijfers van UWV blijkt dat vangnetters oververtegenwoordigd zijn onder de werknemers die een beroep doen op de WIA. Een deel van de WIA-claims van vangnetters wordt afgewezen. Hoe vergaat het deze groep na de WIA-beoordeling?

Reïntegratie van WWB’ers: een grote uitdaging, maar nog weinig innovatief en succesvol

De bijstandspopulatie bestaat steeds meer uit personen van wie de arbeidsmarktkansen beperkt zijn. Gemeenten en re-integratiebedrijven slagen er vooralsnog weinig in om de afstand tot de arbeidsmarkt voor deze bijstandsgerechtigden te reduceren en ertoe bij te dragen dat zij een reguliere baan bemachtigen. Lange termijn successen bij het ‘zittende’ bestand zijn moeilijk te realiseren, maar met de invoering van de WWB zijn er wel mechanismen in werking gezet die de kans hierop in theorie vergroot hebben.

Niet zonder werk: Work First als re-integratie-instrument

Het effect op de instroom in de WWB is vooral het gevolg van de snelle opkomst van Work First. Veel mensen zien vanwege Work First af van het aanvragen van een uitkering. Echter over de effecten op de uitstroom is nog weinig bekend. Het concept ‘Niet zonder werk’ is een vorm van Work First die volledig gericht is op re-integratie. Randstad heeft met deze methodiek in Amsterdam Zuidoost een duurzame uitstroom van ruim vijftig procent gerealiseerd. Hoe komt het dat dit instrument zo succesvol is?

Werk vinden hebben en houden

Een minderheid van de Wajong’ers heeft een mbo-, hbo- of wo-diploma. Regioplan onderzocht de belemmeringen die deze hoogopgeleide Wajong’ers tegenkomen bij het vinden van werk en de succes- en faalfactoren bij het behouden van werk.

Voorbereiding Vazalo verkend

In 2007 is het wetsontwerp Voorzieningen arbeid en zorg alleenstaande ouders (Vazalo) goedgekeurd door de Eerste Kamer. Het gedachtegoed van deze wet is dat er aanvullend instrumentarium nodig is om alleenstaande ouders te stimuleren (meer) te gaan werken. Het parlement en de regering spraken bij goedkeuring van de wet af dat er een experiment zou plaatsvinden waarmee de werking van de wet aan de praktijk kon worden getoetst, nog voordat de wet in werking zou treden. Vijftien gemeenten en de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën zijn voor de zomer van 2007 gestart met de voorbereidingen op een dergelijk experiment. Uiteindelijk is het niet tot een experiment gekomen, omdat het kabinet naar aanleiding van een negatief advies van de Raad van State in september 2007 het experiment heeft afgelast. Regioplan heeft bij de vijftien betrokken gemeenten onderzoek verricht naar hun ervaringen met het opzetten van het experiment en de mogelijkheden om alleenstaande ouders in de bijstand te stimuleren (meer) te gaan werken.

Werkgeversaanpak van re-integratie bij ziekte. Re-integratie sinds de Wet VLZ in de sectoren voortgezet onderwijs, kleinmetaal e

De huidige wetgeving rond ziekte en re-integratie van werknemers heeft als doel een lager ziekteverzuim en een lagere WIA-instroom. Deze daling vindt ook daadwerkelijk plaats. Omdat het onduidelijk is via welke mechanismen deze effecten op bedrijfsniveau worden bereikt, staan in dit onderzoek de afwegingen die binnen de individuele arbeidsorganisatie worden gemaakt ten aanzien van investeringen in de re-integratie van een zieke werknemer centraal. Regioplan onderzocht welke investeringen werkgevers doen om hun werknemers te re-integreren, het moment van investeren en welke actoren hierbij een rol spelen. Ook wordt ingegaan op de rol van de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van een naar twee jaar (Wet VLZ).

Evaluatie re-integratietrajecten Purmerend

In opdracht van de gemeente Purmerend heeft Regioplan de tevredenheid van WWB-cliënten over de dienstverlening van re-integratiebedrijven onderzocht. Ook de effectiviteit van de trajecten is vanuit cliëntperspectief bekeken. Gemiddeld is de helft van de cliënten tevreden over verschillende aspecten van de dienstverlening en is zo’n twintig procent ontevreden. Uit het onderzoek blijkt dat het door de gemeente gestelde trajectdoel in grote mate aansluit bij de verwachtingen die de cliënten zelf hebben van hun kansen op de arbeidsmarkt. Bij het behalen van het trajectdoel achten de cliënten vooral hun eigen inzet en motivatie van belang. De ondersteuning door het re-integratiebedrijf vinden de cliënten relatief onbelangrijk bij het bereiken van het resultaat. Het onderzoek heeft een aantal concrete aanbevelingen voor de gemeente opgeleverd en vormde een startpunt om samen met Regioplan korte vragenlijsten te ontwikkelen die worden gebruikt bij de structurele monitoring van de re-integratiedienstverlening in Purmerend.

Meer werk minder bijstand? Een haalbaarheidsonderzoek naar de loonkostensubsidie MWMB in Noord-Holland

Loonkostensubsidies zijn er in allerlei soorten en maten. Een relatief nieuwe variant is die waarbij loonkostensubsidies worden ingezet onder de voorwaarde dat als de inzet van de subsidieerde werknemer leidt tot een hogere productie, een deel van de subsidie door de werkgever moet worden terugbetaald. Deze variant wordt aangeduid met de naam ‘meer werk, minder bijstand’ (MWMB-subsidies). De provincie Noord-Holland heeft Regioplan laten onderzoeken of en onder welke voorwaarden het zinvol is om MWMB-subsidies onder gemeenten en bedrijven te promoten. In het onderzoek zijn de theoretische basis van de MWMB-subsidies en de reeds opgedane praktijkervaringen onder de loep genomen. Ook is de potentiële gebruikers (gemeenten en werkgevers in Noord-Holland) gevraagd hoe zij tegen de regeling aankijken. De hoofdconclusie uit het onderzoek is dat de MWMB-subsidies in theorie waardevol zijn, maar dat de praktijk er niet warm voor loopt. Op basis van deze conclusie zijn vier opties uitgewerkt voor de provincie. Ze variëren van het niet verder promoten van de subsidies tot verschillende vormen waarin meer of minder ingrijpend met de bestaande regeling wordt geëxperimenteerd.

Monitor re-integratie WW’ers

Wat werkt voor wie?’ UWV wil meer zicht hebben op welke aanpak van re-integratiecoaches het beste werkt om WW’ers weer te laten terug keren naar de arbeidsmarkt. Uit het onderzoek blijkt dat gemiddeld genomen frequent contact tussen WW’er en re-integratiecoach, duidelijke uitleg van rechten en plichten, strenge handhaving van regels en zonodig dreigen met sancties van positieve invloed is op een snelle terugkeer naar de arbeidsmarkt van een WW’er. Voor een aantal klantgroepen (laagopgeleiden, ouderen, WW’ers met een slechte gezondheid, langdurig werklozen en WW’ers met een laag arbeidsethos) is in het onderzoek een specifieke aanpak voor re-integratiecoaching geschetst. Op basis van de onderzoeksresultaten heeft Regioplan eveneens een aantal algemene strategieën voor re-integratiecoaching opgesteld.

Evaluatie scholingsprotocol en inzet scholing

In opdracht van UWV heeft Regioplan in 2007 een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de inzet van scholing voor werklozen en arbeidsgehandicapten. Ook is de werking van het scholingsprotocol, waar UWV in 2006 mee van start is gegaan, onderzocht. Uit het onderzoek komt naar voren dat re-integratiecoaches en arbeidsdeskundigen van UWV in grote lijnen het scholingsprotocol volgen bij het bepalen of een cliënt wel of geen scholing krijgt. Zij maken hierbij doorgaans een juiste afweging tussen enerzijds de noodzakelijkheid van scholing en anderzijds de schoolbaarheid van de cliënt. Van de scholingscliënten rondt 86 procent de opleiding af met een diploma. Van hen vindt vervolgens de helft een baan. Hiermee is het percentage werkenden na een scholingstraject even hoog als het percentage werkenden na een traject zonder scholing. Cliënten die over het algemeen moeilijk plaatsbaar zijn, blijken de meeste baat te hebben bij scholing. Daarbij leiden scholingen waar een baangarantie aan is verbonden, duidelijk tot betere resultaten dan scholingen waarbij dit niet het geval is.