Kernwoord: Participatie
Maatschappelijke participatie betekent meedoen in de maatschappij. Dit is niet voor iedereen even vanzelfsprekend. Nieuwkomers, ouderen, drop-out jongeren, en mensen met een beperking kunnen moeite hebben om te participeren. Volwaardig participeren in de samenleving is een centraal thema van de WMO. Regioplan monitort participatietrajecten en benoemt de effectiviteit van dergelijke trajecten. Onlangs heeft Regioplan daarvoor een nieuw instrument ontwikkeld: de participatieladder.
Bij elkaar brengen van statushouders en werkgevers in Den Haag
Het vinden van een betaalde baan is voor statushouders geen gemakkelijke opgave, met als gevolg dat een overgrote meerderheid van deze nieuwkomers afhankelijk is van een bijstandsuitkering. In de gemeente Den Haag worden diverse inspanningen geleverd om statushouders te bemiddelen naar werk. Wij hebben met subsidie van het programma Vakkundig aan het Werk van ZonMw onderzoek uitgevoerd naar de werking en opbrengsten van de instrumenten die in Den Haag zijn ingezet om statushouders en werkgevers bij elkaar te brengen. De uitkomsten hebben betrekking op het beleid zoals uitgevoerd in de periode 2017 tot en met 2018.
Onderzoeksaanpak
Het onderzoek bestond uit een combinatie van effectiviteitsonderzoek en verklarend onderzoek. In de eerste fase is de Haagse aanpak om statushouders richting werk te begeleiden omschreven en de beleidstheorie achter deze aanpak opgesteld. In de tweede fase is een bestandsanalyse en kwalitatief onderzoek onder statushouders, werkgevers en professionals uitgevoerd. Het doel hiervan was om zicht te krijgen op de uitstroom van statushouders naar werk, op de werkzame mechanismen in de begeleiding en daarbij behorende relevante contextfactoren.
Effecten zichtbaar op lange termijn
Uit dit onderzoek blijkt dat het enige tijd kan duren voordat inspanningen van gemeenten om statushouders naar werk te begeleiden zichtbaar worden. In lijn met het landelijke beeld over de arbeidsparticipatie van statushouders constateren we dat van de statushouders die in 2016 een vergunning hebben gekregen 7 procent 18 maanden later aan het werk is, en dan vooral in kleine en tijdelijke banen.
Kansen op arbeidsparticipatie vergroten
Diverse aangrijpingspunten komen uit het onderzoek naar voren om de kans op arbeidsparticipatie te vergroten:
- het bieden van maatwerk, waarin het van belang is dat de begeleiding aansluit op wensen en (on)mogelijkheden van zowel statushouders als werkgevers en dat bij de inzet van instrumenten rekening wordt gehouden met de ontwikkelingsfase en achtergrondkenmerken van de statushouders.
- het bieden van continuïteit in de begeleiding, via het inzetten van regiehouders of casemanagement en het zorgen voor een warme overdracht.
- de vraagzijde (werkgevers) een centrale plek geven in de begeleiding van statushouders naar werk.
Evaluatie Jongerenloket Blink
In opdracht van de gemeente Tilburg heeft Regioplan het Jongerenloket Blink geëvalueerd. Doel van het jongerenloket is om jongeren naar een startkwalificatie en/of werk te leiden. De ambitie is om vanuit een gezamenlijke visie op het probleem van voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid te komen tot een sluitende aanpak van jongeren. De belangrijkste actoren in het jongerenloket zijn het RMC, de gemeentelijke Sociale Dienst, UWV en het trajectbureau van het ROC Tilburg.
Het evaluatieonderzoek leert dat Blink goed in de steigers staat. De betrokken organisaties zijn positief over Blink en willen verder met de huidige formule (een sluitende aanpak vanuit één visie en één loket) binnen het bestaande organisatorische kader van een frontoffice en backoffice en met de betrokkenheid van ten minste de ketenpartners UWV, ROC en gemeente.
Blink weet veel jongeren te bereiken, mede dankzij de ‘outreachende’ aanpak in de vorm van huisbezoeken. En hoewel er over de effectiviteit van Blink geen harde uitspraken te doen zijn, ontstaat uit het onderzoek wel het beeld dat veel jongeren worden begeleid en dat een groot deel van deze jongeren daar ook baat bij heeft. Zodoende wordt een bijdrage geleverd aan het bestrijden van jeugdwerkloosheid en voortijdig schoolverlaten.
Het onderzoek laat ook de nodige ruimte voor verbetering zien. In het bijgeleverde advies worden daarvoor suggesties gedaan
Van exclusief beleid naar exclusieve aandacht. Evaluatie van het inclusief beleid.
Het beleid in Zwolle ten aanzien van nieuwe inwoners is sinds 2014 onderdeel van een integrale benadering. Daarvoor kende de gemeente een specifiekere aanpak van doelgroepen. In opdracht van de Rekenkamercommissie van de gemeente Zwolle, heeft Regioplan de transformatie naar het inclusieve beleid onderzocht.
Doel van het onderzoek was om te bezien of en in welke mate het gevoerde beleid als doeltreffend en doelmatig beschouwd kan worden waar het gaat om de participatie van groepen met een migratieachtergrond. Uit het onderzoek blijkt dat het beleid voor een deel van de groepen niet doeltreffend en doelmatig genoemd kan worden. Het wegvallen van een deel van de ondersteuningsinfrastructuur heeft negatieve invloed gehad op het bereik van en kennis over delen van de doelgroepen. Het gaat daarbij om zowel leden van al langer aanwezige groepen als om de nieuwe Zwollenaren, die recent als statushouder zich in de stad hebben gevestigd.
Effectiviteit integratiebeleid gemeente Amersfoort
Rekenkamer Amersfoort wilde graag inzicht in de uitvoering en opbrengsten van het integratiebeleid in gemeente Amersfoort op het vlak van huisvesting, taalonderwijs en participatie. Om inzicht te krijgen in de uitvoering hebben we bestudeerd op welke manier het beleid in de gemeente is georganiseerd en welke budgetten hiermee gemoeid zijn. Een centrale vraag hierbij was met welke partijen de gemeente samenwerkt in de uitvoering van het integratiebeleid en hoe deze samenwerking verloopt.
Daarnaast wilde de Rekenkamer graag inzicht in de opbrengsten en effecten van het integratiebeleid. Aan de hand van de realistische evaluatiemethode hebben we vastgesteld of de beoogde resultaten van het integratiebeleid zijn behaald (output en outcome) en hoe de resultaten samenhangen met elementen uit het beleid en elementen uit de context.
Meer informatie?
Neem contact op met Arend.
Evaluatie participatieproces Klinkenbergerplas
Hoe zet je een intensief participatieproces over een nieuw ruimtelijk ontwerp goed op, om tot een breed gedragen plan te komen? Om de opzet en de uitvoer van participatietrajecten te verbeteren, is het belangrijk om trajecten te evalueren en daaruit lessen te trekken voor de toekomst.
Voor de gemeente Oegstgeest evalueerden wij daarom samen met Cebeon het participatieproces dat was gericht op de herinrichting van de Klinkenbergerplas. We stelden een lijst met pluspunten en knelpunten vast, waaruit direct duidelijk werd welke aspecten van het traject voor herhaling vatbaar zijn en welke aspecten een volgende keer anders aangepakt moeten worden.
Meer informatie?
Neem contact op met Yannick.
Jonggehandicapten duurzaam aan het werk
Voor jonggehandicapten is het vaak lastig om over te stappen naar een volgende baan. Als zij, om welke reden dan ook, hun baan kwijtraken, komen ze in veel gevallen eerst een periode thuis te zitten voordat zij weer nieuw werk vinden.
Jonggehandicapten komen vaak pas bij toeleiders naar werk in beeld nadat zij werkloos zijn geworden. Dat vertraagt de zoektocht naar een nieuwe baan; de jonggehandicapte zit dan immers al thuis. Dit komt mede doordat de toeleiding vaak in handen is van een andere begeleider dan de werkbegeleiding. Periodes van werkloosheid kunnen makkelijker worden voorkomen als de toeleiding en werkbegeleiding bij één persoon worden belegd.
Werkbehoud wordt gerealiseerd door een proces, niet factoren
In het onderzoek naar factoren die duurzaam werk konden verklaren en bevorderen kwam duidelijk naar voren dat de factoren vooral als een proces moeten worden gezien. Factoren staan niet op zichzelf en hebben niet een ‘eigen, individueel effect’. Veel meer blijkt dat een aantal factoren samen bijdragen aan werkbehoud of werkverlies en dat deze combinaties van factoren per context kunnen verschillen. Gezien de complexiteit van de processen, moet vervolgonderzoek vooral de diepte ingaan en minder de breedte, en zich vooral moet richten op (deel)processen.
Interviews, casestudies en arenagesprekken
Om inzicht te krijgen in de ingewikkelde processen zijn allereerst veel interviews gehouden met toeleiders en jobcoaches en werkgevers. Vervolgens voerde wij casestudies uit waarbij steeds een jonggehandicapte, zijn werkgever en jobcoach werden gesproken. Zo mogelijk werd de casestudie afgerond met een gesprek met alle drie de partijen bijeen. Ten slotte organiseerde we samen met Hiemstra & de Vries arenagesprekken. Deze waren bedoeld om te komen tot handelingsperspectieven en handvatten voor beleid. Daarin werd gesproken met de belangrijkste stakeholders, opnieuw jonggehandicapten, jobcoaches en leidinggevenden. Rondom het gesprek luisterde vertegenwoordigers van organisaties zoals het UWV en ministeries mee. Zo kregen deze organisaties directe input om mee verder te gaan.
We hebben dit onderzoek samen met Hiemstra & De Vries uitgevoerd. UWV heeft het onderzoek gesubsidieerd.
Versnelde participatie en integratie van vluchtelingen: de Amsterdamse Aanpak.
In 2016 startte de gemeente Amsterdam als één van de eerste gemeenten met een nieuwe aanpak om de arbeidsintegratie van vluchtelingen te bevorderen. Doel van de Amsterdamse aanpak is dat statushouders sneller dan voorheen beginnen aan werk of opleiding en aan inburgering. Gedurende twee jaar onderzochten wij de werking en de effectiviteit van de Amsterdamse aanpak statushouders, zodat andere gemeenten hiervan kunnen leren.
De Amsterdamse aanpak
De kern van de Amsterdamse aanpak statushouders is vroegtijdige en intensieve begeleiding naar werk of opleiding, door een speciaal team van gespecialiseerde klantmanagers. Deze klantmanagers hebben een lage caseload (1 klantmanager op 50 vluchtelingen), waardoor zij veel tijd hebben om de vluchtelingen intensief te begeleiden. Ook zetten zij diverse instrumenten in die speciaal ontwikkeld zijn voor de doelgroep vluchtelingen, waaronder een assessment en diverse cursussen gericht op kennismaking met de Nederlandse taal en maatschappij.
Snelle start inburgering en participatie
Ons onderzoek laat zien dat vluchtelingen binnen de Amsterdamse aanpak snel starten met de inburgering, deelnemen aan diverse trajecten en intensief worden begeleid richting werk. Vluchtelingen krijgen veel persoonlijke aandacht, en voelen zich gehoord en gesteund door hun klantmanager. Ook komen vluchtelingen in de gemeente Amsterdam vaker dan voorheen, en vaker dan op andere plekken in Nederland, aan het werk. Vluchtelingen werken meestal parttime, om het te kunnen combineren met de inburgering. Ook werken ze meestal in een contract voor bepaalde tijd, en relatief vaak in de horeca.
Aandachtspunten
Naast deze opbrengsten benoemen we ook enkele aandachtspunten voor de toekomst. Zo stopt de eerste baan van de meeste vluchtelingen binnen een jaar. Dit kan komen voor uitval uit de baan, maar kan ook zijn vanwege een overstap naar een andere baan of het starten met een studie. Verder blijft de participatie onder enkele kwetsbare groepen achter, zoals onder vrouwen en Eritreeërs. Dit komt ook uit landelijke onderzoeken naar voren.
Vakkundig aan het werk
Regioplan onderzocht de Amsterdamse aanpak statushouders gedurende twee jaar met behulp van subsidie van ZonMw in het kader van het programma ‘Vakkundig aan het werk’. Het onderzoek is gebaseerd op onder andere vragenlijsten en interviews onder statushouders, interviews met uitvoerders en praktijkobservaties. Ook zijn CBS-data geanalyseerd over de arbeidsdeelname van de vluchtelingen in Amsterdam. Naast het eindrapport zijn er twee deelrapporten verschenen. In het eerste deelrapport beschrijven we de werkwijze en de achterliggende beleidstheorie. In het tweede deelrapport beschrijven we op basis van een praktijktoets en een procesevaluatie of de Amsterdamse aanpak in de praktijk werkt zoals beoogd. Tot slot is in juli 2018 een factsheet gepubliceerd met cijfers over de resultaten van de Amsterdamse aanpak.
Meer informatie?
Neem contact op met Yannick.
Matchen is niet alleen mensenwerk
Het tijdschrift ADVisie interviewde Luuk Mallee over een onderzoek dat Regioplan uitvoerde voor het Arbeidsdeskundig Kenniscentrum (AKC). Dit onderzoek ging over de matching van werkzoekenden met een arbeidsbeperking en werkgevers.
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat geautomatiseerde systemen vooralsnog niet geschikt zijn om kandidaten te selecteren voor werkgevers die op zoek zijn naar werknemers met een arbeidsbeperking. Daarom is op dit moment de selectie voor een groot deel mensenwerk. En dat maakt dat tot op zeker hoogte het toeval bepaalt wie waar terecht komt. Het hangt er bij wijze van spreken maar vanaf welke namen er in de hoofden van de klantmanagers of begeleiders zitten. Je krijgt daardoor niet snel een optimale match, wat weer kan leiden tot uitval.
Het onderzoek heeft geresulteerd in een ontwikkelprogramma waarin acht routes worden beschreven die bijdragen aan een verbetering van de informatievoorziening ten behoeve van effectiever en duurzamer matchen van werk- zoekenden met een arbeidsbeperking en werk(gevers). Deze routes worden in het artikel beschreven.
Effectiviteit interventies radicalisering
Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN), Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT) en Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) hebben interventieprogramma’s ontwikkeld om radicalisering binnen de eigen gemeenschappen tegen te gaan en te voorkomen. De organisaties organiseren onder andere bijeenkomsten en trainingen voor ouders, imams en sleutelpersonen.
Wij hebben deze activiteiten begeleid en hebben geholpen om ze verder te ontwikkelen en uit te bouwen.
Daarbij onderzochten we in hoeverre de interventies van SMN, IOT en CMO effect hebben op het tegengaan van radicalisering. De interventies hebben vooral effect op het gebied van kennis en bewustwording. Op het niveau van gedrag zijn minder effecten zichtbaar. De projecten betekenen een belangrijke eerste stap in een lang proces van kennistoename en bewustwording van de eigen verantwoordelijkheden.
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van SZW.
Meer informatie?
Neem contact op met Frank.
Project GOAL
Onderzoek toont aan dat laaggeschoolde volwassenen onvoldoende de weg vinden naar het scholingsaanbod dat het beste bij hen past. Voor hen is het niet eenvoudig om hun weg te vinden in dat grote aanbod, zij zijn gebaat bij begeleiding en advies. Zes landen in Europa (België, IJsland, Litouwen, Nederland, Slovenië, Tsjechië) hebben deelgenomen aan het GOAL (Guidance and Orientation for Adult Learners) project. Dit project had tot doel om een impuls te geven aan begeleiding van laag taal- en rekenvaardige volwassenen naar scholing.
In Nederland is specifiek gekeken naar het gebruik van de Taalmeter als hulpmiddel voor screening en doorverwijzing van laaggeletterde volwassenen. In opdracht van het ministerie van OCW hebben wij het tweejarige Nederlandse project gemonitord. Het resultaat is een (Engelstalig) rapport met aanbevelingen voor praktijk en beleid.