Jongensslachtoffers van seksuele uitbuiting en binnenlandse mensenhandel

Over de aard en de omvang van seksuele uitbuiting en mensenhandel van jongens is erg weinig bekend. De grootste belemmerende factor voor zicht op aard en omvang is dat het zich in het verborgene afspeelt. Het fenomeen is onzichtbaar voor de samenleving als geheel, maar ook voor hulpverleningsinstellingen en organisaties blijft de doelgroep vaak verborgen.

Signalering jongensslachtoffers
Volgens professionals staat de signalering van de jongensslachtoffers nog in de kinderschoenen. Welke mogelijke kenmerken wijzen op slachtofferschap is moeilijk te zeggen. De onbekendheid met het fenomeen en de grote diversiteit onder de jongens uit deze doelgroep maken het lastig om eenduidig te bepalen welk gedrag bij deze jongens als opvallend en verontrustend moet worden gezien. Een passend zorg- en ondersteuningsaanbod ontbreekt dan ook wanneer het om jongensslachtoffers gaat. Het is volgens professionals niet voldoende om te wachten tot de casuïstiek binnendruppelt. De jongensslachtoffers die in dit onderzoek zijn gevonden hebben hulp nodig, los van de precieze aard en definitie van hun slachtofferschap. Het onderzoek laat zien dat dit de hulpverlening voor grote uitdagingen stelt.

Meer informatie?
Neem contact op met Katrien.

Dit onderzoek hebben wij, in samenwerking met Shop Den Haag, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Wet tijdelijk huisverbod: de volgende stap

De Wet tijdelijk huisverbod trad op 1 januari 2009 in werking. Sindsdien is veel ervaring opgedaan met de uitvoering ervan: het huisverbod is een veel gebruikt instrument in de aanpak van huiselijk geweld. Maar er doen zich in de uitvoeringspraktijk ook knelpunten voor. Regioplan organiseerde een expertmeeting over de vraag hoe met deze procesmatige knelpunten moet worden omgegaan en schreef op basis daarvan een advies aan het ministerie.

Het advies benadrukt de noodzaak voor nader onderzoek naar de vraag of aanpassing van het mandaat voor het opleggen van huisverboden leidt tot een betere inzet van het instrument bij kindermishandeling en tot een meer integrale afweging bij de inzet van het huisverbod. Ook moet worden onderzocht wat de oorzaken zijn voor knelpunten rondom de duur van een huisverbod. Op basis daarvan kan worden vastgesteld of aanpassing van de wet noodzakelijk is. Daarnaast bevat het advies een aantal suggesties met betrekking tot het verbeteren van het uitvoeringsproces en van het zicht op de effectiviteit van het instrument.

Budgetrecht gemeente Schagen

Het budgetrecht ligt in gemeenten bij de gemeenteraad. Artikel 189 Gemeentewet stelt: “Voor alle taken en activiteiten brengt de raad jaarlijks op de begroting de bedragen die hij daarvoor beschikbaar stelt, alsmede de financiële middelen die hij naar verwachting kan aanwenden.” De begroting vormt de basis voor de bedrijfsvoering, maar ook de basis voor de verantwoording. Het college moet de raad in staat stellen om zijn budgetrecht goed te kunnen invullen.

De Rekenkamercommissie Schagen kreeg over twee specifieke gevallen vragen over het budgetrecht. Het gaat om twee zaken waarbij sprake is van besluitvorming onder tijdsdruk, te weten de tijdelijke huisvesting van vluchtelingen in een sporthal en de aanleg van een voetpad in de duinen. Regioplan en Cebeon hebben onderzoek gedaan naar het handelen van het college bij deze casussen binnen de financiële en juridische kaders (zowel landelijke als lokale regelgeving en P&C documenten).

Uit het onderzoek blijkt dat Schagen niet beschikt over een noodprocedure om besluiten te nemen met financiële gevolgen onder tijdsdruk. Ook kent Schagen geen tijdschrijfsysteem, waardoor de lasten van projecten niet goed in beeld kunnen worden gebracht. Tenslotte zijn er verbeteringen mogelijk in het informeren van de gemeenteraad bij spoeduitgaven. De aanbevelingen van de rekenkamer zijn in de Raad besproken en worden bij de herziening van de financiële verordening ter hand genomen.

De Verblijfsregeling Mensenhandel in de praktijk: over oneigenlijk gebruik en niet-gebruik

Buitenlandse slachtoffers van mensenhandel kunnen een beroep doen op de Verblijfsregeling Mensenhandel, op grond waarvan zij tijdelijk verblijfsrecht in Nederland kunnen krijgen. De regeling heeft als doel om slachtoffers te beschermen en opsporing te bevorderen. Regelmatig komen er signalen van mogelijk misbruik van deze regeling. Het artikel gaat in op de mogelijkheden om oneigenlijk gebruik van de regeling te kwantificeren. Daarnaast is in het artikel aandacht voor niet-gebruik. Door een sterke focus op het vaststellen van juridisch slachtofferschap worden niet alle slachtoffers van mensenhandel ook daadwerkelijk herkend. Hierdoor worden niet alle slachtoffers die bescherming nodig hebben bereikt met de regeling.

Maatschappelijke kosten van criminele en overlastgevende jeugdgroepen

Veel gemeenten hebben de laatste jaren gewerkt aan een integrale aanpak die zich specifiek richt op problematische jeugdgroepen. Bij gemeenten en het ministerie van Veiligheid en Justitie groeide zo de behoefte aan meer duidelijkheid over de vraag welke maatschappelijke effecten voortvloeien uit het groepsgedrag van jongeren in criminele en overlastgevende jeugdgroepen? En – in het verlengde hiervan – de vraag in hoeverre deze effecten kunnen worden vertaald in kosten en om welke bedragen het dan gaat?

In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum heeft Cebeon in samenwerking met Regioplan explorerend onderzoek gedaan naar deze intrigerende vragen. Voor het eerst zijn de maatschappelijke effecten van criminele en overlastgevende jeugdgroepen gestructureerd in beeld gebracht. Tevens is een methodiek ontwikkeld om deze effecten uit te drukken in kosten. De inzichten die dit oplevert, zijn van belang voor zowel gemeenten als het ministerie. Het onderzoek onderstreept niet alleen het maatschappelijke belang om gerichte interventies te ontwikkelen voor problematische jeugdgroepen, maar laat ook zien dat zulke interventies zich (gedeeltelijk) kunnen terugverdienen. Dit inzicht kan bijdragen aan verdere optimalisering van de lokale aanpak en het faciliteren van de ketenpartners hierbij.

Klik hier voor het onderzoeksrapport.

Meer informatie?

Neem contact op met Miranda.

Terugkeer van overvallers en straatrovers naar gemeenten. Evaluatie van de pilot BIOS

De terugkeer van ex-gedetineerden naar gemeenten heeft in het verleden tot problemen met de openbare orde geleid. Het is belangrijk dat de burgemeester zich hierop kan voorbereiden en zo nodig maatregelen kan nemen. Daarvoor is een informatiekanaal ingericht. Vanwege de bescherming van de privacy staat dat los van de bestaande gegevensstroom ten behoeve van nazorg aan ex-gedetineerden (huisvesting, inkomen, documenten). We evalueerden de informatievoorziening in de pilots BIVGEG en BIJ voor terugkerende daders van gewelds- en zedendelicten. Nadat de informatievoorziening was uitgebreid naar daders van overvallen en straatroven (pilot BIOS) voerden we opnieuw een evaluatie uit met aandacht voor de acties van burgemeesters en voor de privacy van de ex-gedetineerden.

Meer informatie?
De evaluaties voerden we uit in opdracht van het ministerie van JenV en van het WODC.

U kunt contact opnemen met Ger.

Procesevaluatie kwaliteitsverbetering werkstraffen

Het project kwaliteitsverbetering werkstraffen had als doel om de slagingskans van de werkstraf te vergroten en een bijdrage te leveren aan recidivevermindering. Daarnaast moest het een positieve impuls geven aan het draagvlak voor en de beeldvorming over de werkstraf. Het project werd eind 2013 afgesloten. Het resultaat was een landelijke methode coördinatie taakstraffen met als doel om landelijk een eenduidige werkwijze te bereiken.

In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft Regioplan onderzocht in hoeverre de maatregelen en activiteiten ten behoeve van de kwaliteitsverbetering van werkstraffen – zoals voortgekomen uit het project – worden uitgevoerd zoals beoogd. Het onderzoek moest vragen beantwoorden over de opzet, de implementatie en de uitvoering van het project.

Hoe werken gedragsmaatregelen woonoverlast? Evaluatie gedragsaanwijzing woonoverlast

Een van de maatregelen die woningcorporaties kunnen nemen om woonoverlast te bestrijden is het inzetten van gedragsaanwijzingen. De woningcorporatie kan met
de huurder een vrijwillige gedragsaanwijzing aangaan die kan worden
neergelegd in een vaststellingsovereenkomst. Als het niet lukt om tot een
vrijwillige gedragsaanwijzing te komen, of als de huurder zich er niet aan
houdt, kan de woningcorporatie de rechter vragen om de huurder te
verplichten een of meer gedragsaanwijzingen na te leven.

Omdat het gebruik van gedragsaanwijzingen in de corporatiesector geen gemeengoed is, is onder de vlag van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) een pilot gedragsaanwijzing woonoverlast opgestart. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van VenJ heeft Regioplan de werking van gedragsaanwijzingen woonoverlast en de toepassing ervan in de praktijk onderzocht.

Secondary analysis quality measurement of victim support

The victim support monitor periodically measures the experiences of victims receiving judicial victim support. The first measurement shows that victims are generally positive about the support offered by the police, the Public Prosecution Service, the Judiciary and Victim Support Netherlands. However, there are also victims who have predominantly negative experiences. In order to gain more knowledge about this group of victims, the Research and Documentation Centre (WODC) of the Dutch Ministry of Security and Justice commissioned Regioplan to conduct a secondary analysis on the data gathered in the victim support monitor. Subsequently, the results of the data analysis were confronted with practical experiences of seven employees of victim support desks and studied in depth.

The full text of the study is only available in Dutch. However, the summary is also available in English (see below).

Summary Process and efficacy evaluation Multidimensional Treatment Foster Care (MTFC)

Multidimensional Treatment Foster Care (MTFC) is a behavioural intervention for adolescents (12-17 years of age) with severe antisocial behaviour. One of the aims of the intervention is to decrease recidivism. It consists of intensive supervision within a foster family, in which adolescents receive social skills training.

Between 2012 and 2014, Regioplan conducted a study that was commissioned by the Research and Documentation Centre (WODC) of the Dutch Ministry of Security and Justice, in which the development of a group of MTFC-participants was mapped out and compared with the development of participants in a juvenile correctional institution (JJI). The central question of the study was the extent to which the intervention is effective and adds value compared to usual care in a JJI. The intention was to measure the effectiveness of the intervention in terms of reduction of criminal recidivism, within a maximum of three years after the efficacy study.

The full text of the study is only available in Dutch. However, the summary is also available in English (see below).