Werkveld: Jeugd
Evaluatie ESB-regeling
De ESB-regeling is een subsidieregeling voor jongeren met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen. De regeling geeft jongeren toegang tot een traject waarin scholing en arbeidstoeleiding worden gecombineerd. De uitvoering van de trajecten is in handen van vier scholingsinstellingen die samenwerken onder REA College Nederland en EEGA.
Uit de evaluatie bleek dat de ESB-scholingsinstellingen goede resultaten behalen bij scholing en begeleiding van de doelgroep naar werk. Wel is het bereik van de regeling beperkt. Deelnemers aan de regeling komen doorgaans uit de omgeving van de scholingsinstelling. In de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland maken vrijwel geen jongeren gebruik van de regeling.
Deze conclusie was de aanleiding voor een vervolgonderzoek naar (de ondersteuning van) de ESB-doelgroep in de regio’s die niet gedekt worden door het ESB-aanbod. Daarin stellen we vast dat de ESB-doelgroep in alle regio’s voorkomt en landelijk een omvang heeft van zo’n 500 tot 650 jongeren per jaar. Buiten de regio’s waar de ESB-scholingsinstellingen zijn gevestigd is het ondersteuningsaanbod voor deze jongeren minder omvattend dan het ESB-aanbod.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jacob.
drs. Frank Kriek
Het sociaal domein vormt de rode draad in mijn professionele carrière: aandacht voor de zwakkeren in de samenleving motiveert en inspireert mij telkens weer. Ik werk voor departementen, gemeenten en rekenkamers met als doel het beleid in het brede sociaal domein te verbeteren. Dat doe ik door onderzoek uit te voeren, overheden te adviseren en beleid te ontwikkelen en te implementeren. Met mijn meer dan 30 jaar ervaring ben ik daar best bedreven in geworden.
Suna Duysak MSc
Ik ben een all-round onderzoeker met kwalitatieve en kwantitatieve ervaring op het gebied van onderwijs- en arbeidsvraagstukken. In mijn rol als (beleids)onderzoeker zet ik graag mijn achtergrond en sensitiviteit in om verbinding te maken met mijn omgeving. In onderwijs- en diversiteitsvraagstukken ligt mijn passie. Binnen het datateam van Regioplan heb ik het afgelopen jaar met veel plezier gewerkt met nieuwe technieken als webscraping en tekstmining.
drs. Jacob van der Wel
Vernieuwingsprocessen in het onderwijs vormen een terugkerend thema binnen mijn werk. Vanuit persoonlijke betrokkenheid ben ik daarnaast erg geïnteresseerd in de ondersteuning van leerlingen/jongeren waarmee het allemaal wat minder vanzelfsprekend gaat. Ik ondersteun opdrachtgevers en voer onderzoek uit. Dat onderzoek bestaat idealiter uit een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Binnen Regioplan geld ik als een specialist in het gebruik van digitale vragenlijsten.
Onderzoek onder scholen in het kader van BRIDGE
In 2016 is vanuit het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ) het driejarig project BRIDGE van start gegaan. In het project worden jongeren van Rotterdam-Zuid geholpen om hun positie op de arbeidsmarkt te versterken. Via verschillende activiteiten voor loopbaanoriëntatie en – begeleiding (LOB), waaronder AanDeBak-garanties, worden jongeren gestimuleerd om te kiezen voor een opleiding in de sectoren techniek, haven en zorg.
In de periode 2017-2019 hebben we samen met prof. dr. Marinka Kuijpers onderzoek gedaan naar de inzet van LOB op de scholen voor po, vo en mbo in Rotterdam-Zuid, naar de uitvoeringspraktijk van LOB op de scholen en naar de ervaren opbrengsten. Zowel in het schooljaar 2017-2018 als 2018-2019 hebben we daarbij vragenlijsten afgenomen onder leerlingen en diverse (groeps-)gesprekken gehouden. In 2018-2019 hebben 20 schoollocaties meegewerkt en hebben we bijna 1200 vragenlijsten afgenomen onder leerlingen, 49 vragenlijsten onder schoolleiders en daarnaast 22 (groeps-)gesprekken gehouden met docenten, schoolleiding, ouders en leerlingen.
Op de scholen in Rotterdam-Zuid is inhoudelijk draagvlak voor LOB en wordt er gewerkt aan het versterken van competenties en keuzes van leerlingen. Het ontwikkelen van loopbaancompetenties stelt jongeren in staat om zelf sturing te geven aan hun keuzeproces en daarin de juiste overwegingen mee te nemen. Voor de doorontwikkeling van het programma is de dialoog tussen scholen en het NPRZ van belang over de richting (de uitgangspunten en doelen) en de ruimte (facilitering en ondersteuning) die nodig is om LOB te realiseren. Een mogelijke volgende stap in de mooie ambitie van het NPRZ: jongeren van Rotterdam-Zuid een goed toekomstperspectief bieden.
dr. Miranda Witvliet
Beleid dat rekening houdt met verscheidenheid in de maatschappij en dat recht doet aan alle groepen mensen, dat is waar ik met mijn onderzoek aan wil bijdragen. Thema’s waar ik graag over meedenk zijn een inclusieve arbeidsmarkt, armoedevraagstukken en het stimuleren van een gezonde en duurzame leefstijl. Dat doe ik vanuit mijn brede expertise met het inzetten van (innovatieve) onderzoeksmethoden, zowel kwalitatief als kwantitatief.
Jonggehandicapten duurzaam aan het werk
Voor jonggehandicapten is het vaak lastig om over te stappen van de ene naar een volgende baan. Als zij, om welke reden dan ook, hun baan kwijtraken, komen ze in veel gevallen een periode thuis te zitten voordat zij weer nieuw werk vinden.
Jonggehandicapten komen vaak pas bij toeleiders naar werk in beeld nadat zij werkloos zijn geworden. Dat vertraagt de zoektocht naar een nieuwe baan; de jonggehandicapte zit dan immers al thuis. Dit komt mede omdat de toeleiding vaak in handen is van een andere begeleider dan de werkbegeleiding. Periodes van werkloosheid kunnen makkelijker worden voorkomen worden wanneer het in handen van dezelfde persoon komt te liggen.
Werkbehoud en werkhervatting
Het hierboven beschreven probleem, en de aanbeveling, is één van de constateringen uit het onderzoek naar duurzaam werk voor jonggehandicapten. Tijdens het onderzoek is gekeken naar drie processen voor jonggehandicapten:
1. werkbehoud in de tijdelijke contracten;
2. de overgang van een tijdelijk dienstverband naar een vast dienstverband;
3. werkhervatting nadat een eerdere baan is afgelopen.
Binnen elk proces is gekeken wat de vier hoofdrolspelers (jonggehandicapten, leidinggevenden, werkbegeleiders en toeleiders) kunnen doen om het proces zo goed mogelijk te laten verlopen. Hierbij is aandacht voor de factoren die bijdragen aan duurzame arbeidsparticipatie en de samenhang tussen de verschillende factoren.
Complexiteit
Uit het onderzoek kwam duidelijk naar voren dat de factoren vooral als een proces moeten worden gezien. Factoren staan niet op zichzelf en hebben niet een eigen, individueel effect. Veel meer blijkt dat een aantal factoren samen bijdragen aan werkbehoud of werkverlies en dat deze combinaties van factoren per context kunnen verschillen. Gezien de complexiteit van de processen, moet vervolgonderzoek vooral de diepte in gaan en minder de breedte en zich daarbij richten op (deel)processen.
Regioplan heeft dit onderzoek samen met Hiemstra & De Vries uitgevoerd. UWV heeft het onderzoek gesubsidieerd.
Meer weten?
De hele rapportage vindt u op de projectpagina.
Yannick Bleeker MSc
Onderzoek zonder gebruikswaarde is waardeloos. Dat is mijn overtuiging.
In mijn projecten gaat het dus niet alleen om kennisontwikkeling maar ook om de vraag: wat moet er uiteindelijk met deze kennis gebeuren? Goed, bruikbaar en innovatief onderzoek, dat is het doel!
Procesevaluatie pilot ‘SCIL 14-17’ in de jeugdstrafrechtketen
In de jeugdstrafrechtketen bestond de wens om zicht te krijgen op welke jeugdigen mogelijk kampen met LVB problematiek. Begin 2017 is daarom een pilot gedaan met de SCIL, een instrument dat is ontwikkeld en gevalideerd door het lectoraat LVB en Jeugdcriminaliteit van de Hogeschool Leiden.
De pilot moest inzicht geven in de ervaringen met de screening in de praktijk en antwoord geven op de vraag in hoeverre de screening van LVB toegevoegde waarde heeft. Wij hebben in opdracht van het WODC (Ministerie VenJ) de pilot geëvalueerd.
De uitkomsten van de pilot screening LVB zijn veelbelovend. Ze nodigen uit tot nadenken over een bredere toepassing van de screening van LVB, mogelijk ook buiten de jeugdstrafrechtketen, bijvoorbeeld in de jeugdhulp of schuldhulpverlening. Uiteindelijk is het in het belang van jeugdigen en volwassenen met een LVB dat de maatschappij de beperking signaleert en hier adequaat op kan reageren.
Meer informatie?
Het rapport en de samenvatting vindt u hier.