De Wajonger als werknemer, een onderzoek naar duurzame arbeidsparticipatie van Wajongers

De uitval onder werkende Wajongers is hoog. Om het werk te kunnen behouden heeft vrijwel iedere Wajonger (tijdelijk) behoefte aan ondersteuning en begeleiding. Het is dan ook niet zozeer de vraag of een Wajonger ondersteund moet worden, maar hoe en door wie. In het onderzoek “De Wajonger als werknemer” worden vier typen Wajongers onderscheiden. Deze indeling kan helpen om werkende Wajongers de juiste begeleiding te bieden. Het onderzoek heeft naast een rapport ook een handreiking voor werkgevers, leidinggevenden en collega’s opgeleverd. De handreiking bevat tips die kunnen helpen om Wajongers in dienst te houden.

Het onderzoeksrapport en de Wajongwaaier vindt u hieronder als bijlage.

Werk vinden hebben en houden

Een minderheid van de Wajong’ers heeft een mbo-, hbo- of wo-diploma. Regioplan onderzocht de belemmeringen die deze hoogopgeleide Wajong’ers tegenkomen bij het vinden van werk en de succes- en faalfactoren bij het behouden van werk.

Evaluatie scholingsprotocol en inzet scholing

In opdracht van UWV heeft Regioplan in 2007 een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de inzet van scholing voor werklozen en arbeidsgehandicapten. Ook is de werking van het scholingsprotocol, waar UWV in 2006 mee van start is gegaan, onderzocht. Uit het onderzoek komt naar voren dat re-integratiecoaches en arbeidsdeskundigen van UWV in grote lijnen het scholingsprotocol volgen bij het bepalen of een cliënt wel of geen scholing krijgt. Zij maken hierbij doorgaans een juiste afweging tussen enerzijds de noodzakelijkheid van scholing en anderzijds de schoolbaarheid van de cliënt. Van de scholingscliënten rondt 86 procent de opleiding af met een diploma. Van hen vindt vervolgens de helft een baan. Hiermee is het percentage werkenden na een scholingstraject even hoog als het percentage werkenden na een traject zonder scholing. Cliënten die over het algemeen moeilijk plaatsbaar zijn, blijken de meeste baat te hebben bij scholing. Daarbij leiden scholingen waar een baangarantie aan is verbonden, duidelijk tot betere resultaten dan scholingen waarbij dit niet het geval is.

Werk moet lonen, Onderzoek onder Wajong’ers naar de financiële baten van werk

Regioplan heeft in opdracht van de CG Raad, CNV Jongeren en Jopla onderzoek gedaan naar de belemmeringen die Wajong’ers tegenkomen in hun werk en bij het zoeken naar werk. Financiële belemmeringen zijn hierbij als onderdeel van een groter geheel onderzocht. Een belangrijke conclusie is dat voor de helft van de Wajong’ers werken financieel gezien niet of nauwelijks loont. In het rapport staan diverse aanbevelingen om dit probleem en andere knelpunten op te lossen.

Re-integratie hoogopgeleide jonggehandicapten

Regioplan onderzocht voor UWV welke belemmeringen hoogopgeleide jonggehandicapten, met name mensen met een Wajong-uitkering, tegenkomen bij het vinden van werk. De belangrijkste belemmeringen bij het vinden van werk zijn de feitelijke beperkingen van de jonggehandicapte en de daar tegenover staande geringe flexibiliteit en geringe oplossingsgerichtheid van de werkgever. De spanningsverhouding die hierdoor bestaat tussen jonggehandicapte en werkgever wordt beïnvloed door de manier waarop de jonggehandicapte en de werkgever tijdens de sollicitatieprocedure communiceren. Succesfactoren voor jonggehandicapten bij het vinden van werk zijn onder meer ervaring met stage, vrijwilligerswerk of netwerken, een duidelijke houding ten aanzien van de eigen handicap en inzicht in de eigen arbeidsmogelijkheden.

Hoogopgeleide jonggehandicapten aan het werk. Succes- en faalfactoren bij het behouden van werk.

Regioplan heeft onderzoek verricht naar de succes- en faalfactoren voor werkzame jonggehandicapten met minimaal mbo-niveau bij het behouden van werk. Het onderzoek is gefinancierd door het UWV Wajongsubsidiefonds. Daartoe hebben wij diepte-interviews gehouden met dertien werkende jonggehandicapten en tien werkgevers die jonggehandicapten in dienst hebben. De belangrijkste succesfactor voor een duurzame arbeidsrelatie tussen jonggehandicapte en werkgever is dat de functie is afgestemd op de mogelijkheden van de jonggehandicapte. Niet alleen moeten de functie-inhoud, de arbeidsomstandigheden en het gebouw zo nodig zijn aangepast, ook moeten jongere, werkgever en collega’s goed van elkaar weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. Open communicatie over de arbeidsbeperkingen van de jongere is voor een duurzame arbeidsrelatie een noodzakelijke voorwaarde. Bij jongeren met psychiatrisch of autistisch ziektebeeld is daarnaast intensieve externe begeleiding nodig.

Evaluatie Very Able

Regioplan heeft de door CNV Jongeren georganiseerde banenmarkt Very Able geëvalueerd. De banenmarkt was gericht op Wajong’ers en werkgevers, en heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2005 in Utrecht. De evaluatie is gefinancierd door het UWV Wajongsubsidiefonds. De doelstelling was te bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden een banenmarkt een effectief instrument is om jonggehandicapten aan het werk te helpen. De belangrijkste conclusie is dat het project als kleinschalig evenement voor het verschaffen van informatie over Wajong en werk aan Wajong’ers en het uitwisselen van ervaringen tussen Wajong’ers, geslaagd is. Voor het organiseren van een echte banenmarkt is een vooronderzoek noodzakelijk. Daarin moet worden vastgesteld hoe groot de groep Wajong’ers is met hbo+ voor wie een banenmarkt nuttig kan zijn. Verder moet onderzocht worden welke werkgevers bereid zijn via een banenmarkt jonggehandicapten te werven voor hun vacatures.