Werkveld: Arbeid en sociale zekerheid
Flexibele arbeid in het openbaar bestuur
Flexibilisering van de personele inzet binnen het openbaar bestuur is ‘hot’. Meer dan ooit wordt er gestreefd naar een compactere en efficiëntere overheid. Regioplan deed voor het ministerie van BZK onderzoek naar hoe het openbaar bestuur momenteel omgaat met flexibele (en externe) inzet van personeel.
De context waarin werkgevers in het openbaar bestuur opereren is veranderd. Er moet sneller, efficiënter, ingespeeld kunnen worden op verplichtingen, vragen en behoeften. Dit zet hen ertoe aan te zoeken naar een zekere flexibilisering van de benodigde personele inzet. Deels gebeurt dat door de mobiliteitsmogelijkheden van ambtenaren te vergroten, deels echter ook door vormen van flexibele arbeid de organisatie binnen te halen. Het gaat hierbij in ieder geval om contracten voor bepaalde tijd, personele samenwerking, inhuur van gedetacheerden, inzet van uitzendkrachten en zzp’ers, en payrolling.
Het Regioplan rapport gaat uitgebreid in op de verschillende vormen van flexibele arbeid. In kaart is gebracht waarom en in welke situaties werkgevers in het openbaar bestuur kiezen voor de verschillende vormen van flexibele arbeid en hoe de besluitvormingsprocessen precies verlopen. Deze feiten confronteren we in ons rapport met in de publieke discussie heersende beelden over inhuur van personeel. Dit wordt gedaan om te kunnen vaststellen hoe beeld en realiteit zich tot elkaar verhouden. Tot slot presenteren we ‘lessen uit de praktijk’. Ons rapport is daarmee te zien als een staalkaart van hoe het openbaar bestuur met flexibele inzet van personeel omgaat. Om die reden is het goed bruikbaar om bij te dragen aan een afgewogen personeelsbeleid binnen het openbaar bestuur.
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het programma Beter Werken in het Openbaar Bestuur (zie ook: www.beterwerkeninhetopenbaarbestuur.nl).
Van knelpunten naar kansen. Oude en nieuwe rollen van gemeenten in de kinderopvang.
Met de invoering van de wet op de kinderopvang in 2005 werd kinderopvang een taak van de markt. Behalve een handhavingstaak had de gemeente vanaf dat moment formeel geen bemoeienis meer met de kinderopvangbranche. Verschillende ontwikkelingen hebben er toe bijgedragen dat gemeenten zich opnieuw zijn gaan positioneren ten opzichte van de kinderopvangbranche.
In deze publicatie worden daarvan voorbeelden gegeven uit de gemeenten Amersfoort, Amsterdam, Den Haag, Ede, Haarlem, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht. Deze gemeenten sloten in 2011 een convenant met het Ministerie van Sociale Zaken ter bestrijding van de wachtlijsten in de kinderopvang. De voorbeelden beperken zich niet tot acties ter bestrijding van de wachtlijsten in de kinderopvang maar zijn breder van aard. Daarbij staat de rol van de gemeente in vier thema’s centraal: de afstemming van vraag en aanbod in de kinderopvang, kinderopvang en het achterstandenbeleid, kinderopvang in de jeugdketen en kwaliteit.
Vervolgonderzoek functioneren cliëntenraad DWI
In het voorjaar 2012 heeft Regioplan voor een tweede keer de Cliëntenraad van de Amsterdamse Dienst Werk en Inkomen (DWI) geëvalueerd. De evaluatie betreft de periode 2009 tot en met 2011.
In 2009 hebben wij de cliëntenraad geëvalueerd voor de daarvoor liggende drie jaar.
De ontwikkeling in de zorgvraag voor beroepen geestelijke gezondheid
Ten behoeve van het ramen van de benodigde opleidingscapaciteit voor gezondheidszorgpsychologen, klinisch neuropsychologen, klinisch psychologen, psychotherapeuten en verpleegkundig specialisten GGZ heeft het Capaciteitsorgaan Regioplan gevraagd nader onderzoek te doen naar de verwachte zorgvraag voor deze beroepen.
Bijna 1.500 beroepsbeoefenaren hebben een enquête ingevuld op basis waarvan de huidige patiëntenpopulatie is bepaald. Op basis van verwachte demografische ontwikkelingen is vervolgens de verandering van de zorgvraag door demografische ontwikkelingen tot 2032 geprognosticeerd. Daarnaast zijn door beroepsbeoefenaren verwachte veranderingen in de zorgvraag door epidemiologische en sociaal-culturele ontwikkelingen in kaart gebracht.
Peer Reviews on data driven analysis and evidence-based evaluation
In het kader van het EC-programma ‘Evaluation of Labour Market Policies and Programmes’ worden met enige regelmaat peer review bijeenkomsten voor beleidsmedewerkers en deskundigen uit de lidstaten georganiseerd. In november 2012 is een peer review belegd over het onderwerp ‘data driven analysis’. De bijeenkomst ging over de beschikbaarheid van administratieve en onderzoeksdata voor onderzoek op basis van secundaire analyse. In Nederland zijn CBS en UWV waarschijnlijk de belangrijkste bronnen van dergelijke data. Niet alleen beschikbaarheid, maar zeker ook toegankelijkheid van dergelijke data verschilt aanzienlijk tussen de lidstaten en daarmee ook de bruikbaarheid voor beleidsvorming.
Deze bijeenkomst was een vervolg op een peer review een jaar eerder die was gewijd aan het nut van evidence-based evaluation voor beleidsvorming.
Peer Reviews on data driven analysis and evidence-based evaluation
Within the scope of the EC-programme ‘Evaluation of Labour Market Policies and Programmes’ peer review meetings are regularly organised. In these meetings policy officers and thematic experts from EU member states participate.
‘Data driven analysis’ was the subject of a peer review in November 2012. The focus of this meeting was on the availability of statistical data from administrative and survey sources for use in policy evaluations based on secondary analysis. In the Netherlands, Statistics Netherlands (CBS) and UWV (employee insurance agency) are probably the most important providers of these kinds of data in the field of labour market and social security. Not only the availability but indeed the accessibility of such data varies widely between member states. This influences the usability of these sources for policy development.
The 2012 meeting was a continuation of a peer review in 2011 on the usefulness of evidence-based evaluation for policy development.
See also: http://www.mutual-learning-employment.net/
Kengetallen over kennis van verplichtingen en pakkansen in de sociale zekerheid
Het ministerie van SZW publiceert in haar jaarverslag kengetallen over de sociale zekerheid. Dat betreft naast volumegegevens ook cijfers over de handhaving van de wet- en regelgeving. Het Ministerie heeft het voornemen de set kengetallen te verbeteren. Ten eerste door – naast SVB en UWV – ook cijfers over gemeenten te gaan publiceren. Ten tweede door de vergelijkbaarheid van de kengetallen te verbeteren en ten derde door toevoeging van de perceptie van pakkansen aan de set van kengetallen.
In dit project tekende Ipsos Synovate voor de dataverzameling en heeft Regioplan het ministerie geadviseerd over de verbeteringen aan de kengetallen. Belangrijkste bronnen daarvoor zijn gesprekken met de uitvoeringsinstanties en onze eerder opgebouwde expertise op dit terrein.
U kunt het rapport hier vinden.
Behoeftenonderzoek minimabeleid gemeente Zaanstad
Regioplan bracht voor de gemeente Zaanstad in kaart welke behoefte minima hebben ten aanzien van het minimabeleid. Daartoe zijn twee groepsgesprekken gevoerd met minima.
Sturen en verantwoorden. Een onderzoek naar de managementinformatie m.b.t. re-integratie en WSW in de gemeente Neder-Betuwe
In opdracht van de rekenkamercommissie Neder-Betuwe deed Regioplan onderzoek naar de managementinformatie met betrekking tot re-integratie en WSW. Daarvoor zijn de informatiestromen van de uitvoerders van het beleid richting de sociale dienst, van de sociale dienst richting het college van b&w en van het college van b&w richting de raad onderzocht. Kenmerkend aan Neder-Betuwe is dat zowel het beleid als de uitvoering op het gebied van re-integratie zijn belegd bij buurgemeente Tiel. Leidend in het onderzoek was de vraag of de informatie een goede sturing op een effectieve uitvoering van het re-integratiebeleid mogelijk maakt. Het onderzoek heeft laten zien dat dit niet het geval is: de gemeente heeft de regie over het re-integratiebeleid vrijwel geheel uit handen gegeven. Al voordat het onderzoek startte is dit door de gemeentelijke organisatie zelf gesignaleerd. Er loopt inmiddels een verbetertraject, waar de onderzoeksresultaten een passende aanvulling op zijn.
Zelfscan Vakmanschap
De ‘Zelfscan Vakmanschap’ is een instrument waarmee gemeenten zelf snel inzicht krijgen in het vakmanschap van de eigen re-integratiedienstverlening. De zelfscan is een korte digitaal in te vullen vragenlijst. Nadat iemand de vragenlijst heeft ingevuld, wordt er een totaalscore vakmanschap gepresenteerd en deelscores voor de volgende onderdelen: visie op vakmanschap, professionele werkwijze, randvoorwaarden ontwikkeling vakmanschap en sturing/aansturing op vakmanschap. De uitkomst van de zelfscan biedt de gemeente direct concrete aanknopingspunten voor de verdere ontwikkeling van het vakmanschap.