Arbeidsmigratie vanuit Midden- en Oost-Europese landen. Juridische constructies en kostenvoordelen.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) voert in 2012 een project uit over de samenhang tussen arbeidsmarkt- en migratiedynamiek. Het doel van het project is de veranderingen op middellange en lange termijn in de regulering en het functioneren van de arbeidsmarkten in Nederland en (in mindere mate) Europa te bestuderen, met het oog op de mate waarin arbeidsmigratie van betekenis kan zijn. In het kader van dit project is aan Regioplan gevraagd een beperkte ‘update’ uit te voeren van het in 2004 voor de RWI uitgevoerde onderzoek naar juridische constructies en kostenvoordelen bij het inzetten van arbeidskrachten uit de MOE-landen.

Het onderzoek is mogelijk gemaakt door de WRR in samenwerking met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Het onderzoek dient de volgende typen vragen te beantwoorden:

• Contextvragen: met name ontwikkelingen in absolute aantallen MOE-landers op de Nederlandse arbeidsmarkt en in de sectoren bouw en land- en tuinbouw en de vleessector;

• Situatievragen: gebruik van verschillende juridische constructies en effecten op comparatieve (bruto loon)kosten;

• Duidingsvragen: wat zijn de achtergronden van de ontwikkelingen en welke betekenis hebben deze.

Bijzondere onderzoeksmethoden nader bekeken: conjunctanalyse (vignettenmethode)

In de wereld van beleidsonderzoek is conjuctanalyse (ook bekend als de vignettenmethode) wellicht nog niet zo bekend, maar dit artikel laat zien dat deze onderzoekstechniek tot waardevolle inzichten kan leiden. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop werkgevers kiezen tussen kandidaten voor het vervullen van vacatures, hebben we dit keuzeproces gesimuleerd gebruikmakend van conjunctanalyse. Hiermee wordt het proces dicht benaderd dat werkgevers in de praktijk doorlopen bij dergelijke keuzes. Verder is bij het gebruik van deze methode het risico van sociaal wenselijk antwoordgedrag kleiner dan bij directe bevraging van respondenten. Op basis van de uitkomsten van de conjunctanalyse is het mogelijk voor een willekeurige kandidaat vast te stellen hoe aantrekkelijk hij of zij in het algemeen door werkgevers wordt gevonden, zowel zonder als met de inzet van subsidie-instrumenten zoals loonkostensubsidie. Het artikel is online te bekijken via de volgende link.

Inzicht in sporenbeleid. Onderzoek naar de effectiviteit en efficiency van het re-integratiebeleid van Alphen aan den Rijn

In dit onderzoek in opdracht van de rekenkamercommissie van de gemeente Alphen aan den Rijn lag de focus op de effectiviteit van het re-integratiebeleid vanuit het perspectief van de klant. Hoe worden klanten geselecteerd? Sluiten de trajecten goed aan bij de klanten (maatwerk)? Wat gebeurt er met klanten die uitvallen? In hoeverre krijgen klanten meerdere trajecten achter elkaar? Met name het dossieronderzoek heeft een goed beeld gegeven van het perspectief van de klant.

Effectiviteit re-integratie gemeente Boskoop

Regioplan deed in opdracht van de Rekenkamer van de gemeente Boskoop onderzoek naar de effectiviteit van het re-integratiebeleid van deze gemeente. Een onderdeel van het onderzoek was een kosten-batenanalyse van het re-integratiebeleid.

Uitvoeringsmonitor WWB Den Haag

Naar aanleiding van grote tekorten bij de bijstandsverlening heeft de gemeente Den Haag een pakket aanvullende maatregelen getroffen gericht op beperking van de instroom in de bijstand, bevordering van de uitstroom en vermindering van de gemiddelde kosten per bijstandsontvanger. Om objectief te beoordelen of de gemeente maximaal inzet op de benodigde kostenreductie heeft Regioplan Beleidsonderzoek onderzoek gedaan naar de uitvoering van de maatregelen in de praktijk en naar de effectiviteit ervan. Uit het onderzoek blijkt dat Den Haag met name met instroombeperking en het striktere maatregelenbeleid goede resultaten bereikt.

Vakmanschap is sleutel tot kanteling

Een effectieve uitvoering van de WMO vraagt professionals die zich als ware vakmensen gedragen. Dat betekent dat zij zich steeds in hun werk baseren op de meest up-to-date kennis. Het vergt een duidelijk methodisch kader waarbinnen zij werken. Dat kader geeft aan hoe in gelijke omstandigheden en vergelijkbare klantsituaties de professional op een min of meer gelijke manier handelt. Dat zal in ieder geval altijd resultaat in plaats van proces gericht en zoveel mogelijk evidence based in plaats van op intuïtie gebaseerd moeten zijn.

Armoede in Nederland: probleem van non-participatie?

Armoede is een relatief verschijnsel. Ook in Nederland is armoede afhankelijk van de normen die gehanteerd worden. Wanneer het uitgangspunt gekozen wordt van een absoluut bedrag dan leeft een op de tien gezinnen in Nederland op of onder de armoedegrens. Armoede en werkloosheid vallen in Nederland in dermate grote mate samen dat ook het zoeken van oplossingen van armoede in dezelfde richting gezocht zouden moeten worden als waarin gezocht wordt om werklozen te ondersteunen bij het verwerven van werk. Veelal gaat het daarom het ondersteunen van het proces van empowerment en zelfsturing.

Vakkundig aan de slag. Een onderzoek naar vakmanschap in de gemeentelijke re-integratiesector

“Als er één ding is dat in dit onderzoek wordt bekrachtigd, dan is het dat professionalisering niet alleen een kwestie is van het aanleren van een aantal vaardigheden, maar ook en vooral een omslag in denken en doen in alle lagen van de organisatie”. Dit is één van de bevindingen in het onderzoek naar vakmanschap binnen de gemeentelijke re-integratiesector.

Het onderzoek beschrijft waar de gemeentelijke re-integratiesector staat op het vlak van vakmanschap, levert een aantal aanknopingspunten op voor gemeenten voor het werken aan vakmanschap en vormt de basis voor de zelfscan vakmanschap. Met de zelfscan kunnen gemeenten zelf in kaart brengen waar men staat op het gebied van vakmanschap. Regioplan voerde dit onderzoek uit in opdracht van het ministerie SZW.

Tevredenheidsonderzoek

UWV stelt eisen aan de re-integratiebedrijven die dienstverlening verzorgen aan haar klanten. Zo moet een re-integratiebedrijf elke twee jaar de klanttevredenheid vaststellen. Dit kan binnen het bredere Keurmerk Blik op Werk. Maar bedrijven kunnen er ook voor kiezen om buiten het keurmerk een onderzoek uit te laten voeren. Regioplan voerde een tevredenheidsonderzoek uit voor Steinmetz | de Compaan. De resultaten zijn niet openbaar.

Eindevaluatie meerjarenprogramma ‘Effecten van Toezicht’

Regioplan heeft in opdracht van de Inspectieraad de eindevaluatie van het meerjarenprogramma ‘Effecten van Toezicht’ (2009-2012) uitgevoerd.
Het programma heeft als doelstelling dat elke rijksinspectie zich bewust wordt van de meerwaarde van effectmeting. In het eindrapport beschrijven we de programmaorganisatie en de programma-activiteiten en gaan we in op hoe betrokkenen binnen de verschillende inspecties aankijken tegen effectmeting. De belangrijkste bevindingen zijn:

  • de inspecties tonen zich positief over het toepassen van effectmeting bij hun werkzaamheden;
  • in hun praktijk wordt de effectmeting nog maar beperkt gebruikt;
  • het meerjarenprogramma heeft de inspecties gestimuleerd om verder te gaan op dit pad.
    De resultaten van de evaluatie worden in de komende maanden betrokken bij de gedachtevorming over het vervolg van dit programma.
    De evaluatie is uitgevoerd op basis van documentenanalyse en (groeps)interviews.