Het project kende een grote uitval, met name tijdens of net na het voortraject. Daarom concluderen wij dat duale trajecten alleen geschikt zijn voor cliënten die slechts werknemersvaardigheden ontberen, maar verder geen grote belemmeringen hebben voor arbeidsdeelname. Veel oudkomers bleken medische en/of psycho-sociale belemmeringen te hebben. Verder bleken beschermde leerwerkplekken weliswaar lagere instroomeisen te hebben dan de reguliere, maar weinig activerend te zijn voor de deelnemers. Bijna niemand stroomde vanuit deze beschermde plekken uit naar regulier werk. Wanneer echter een deelnemer erin slaagt een leerwerkplek bij een reguliere werkgever te bemachtigen, is de kans veel groter dat uitstroom naar regulier werk slaagt.

Aan allochtone zelforganisaties is voor de emancipatie van de achterban altijd een grote rol toebedeeld. Meer en meer wordt deze rol echter betwijfeld. In opdracht van de Gemeente Amsterdam is specifiek gekeken naar de betekenis van deze organisaties voor het integratieproces. Een belangrijke uitkomst van dit onderzoek was dat zelforganisaties op het gebied van informatievoorziening en eigen cursusaanbod vaak een zeer stimulerende rol spelen, maar dat er vanuit deze organisaties op het gebied van informele participatie nauwelijks een positieve impuls uitgaat.

De participatie van allochtonen in de Nederlandse samenleving blijft dikwijls achter bij de participatie van autochtonen. De gemeente Nieuwegein liet de maatschappelijke positie en de participatie van allochtonen in de eigen gemeente onderzoeken. Ondanks het feit dat de participatie onder allochtonen in Nieuwegein achterblijft bij dat van de totale Nieuwegeinse bevolking is het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt gunstig. In vergelijking met de landelijke situatie doen de allochtonen in Nieuwegein het goed. Met name de Surinamers en Antillianen/Arubanen zijn relatief goed opgeleid en participeren relatief vaak op de arbeidsmarkt. Ook de sociaal-culturele participatie onder allochtonen in Nieuwegein is groter dan deze vorm van participatie onder allochtonen op landelijk niveau. Toch zijn ook in Nieuwegein kwetsbare groepen aan te merken. Het gaat om een kwart van de allochtonen in de gemeente, in het bijzonder Turkse en Marokkaanse vrouwen van de eerste generatie.

Het gaat hier om een onderzoek naar de behoefte van volwassenen in Rotterdam aan het BVE-programma van de ROC’s. Het behoefteonderzoek bevat een uitgebreide meting (bijna 1000 respondenten) onder de potentiële doelgroepen van het BVE-onderwijs.

Voorafgaand aan invoering van de Wet Inburgering Nieuwkomers, in september 1998, is onderzocht of nieuwkomers anderhalf jaar na vestiging in een gemeente beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Hun arbeidsmarktpositie blijkt uiterst kwetsbaar: ongeveer een kwart heeft werk gevonden, maar vaak in tijdelijke en lage functies. Verder vinden de meeste nieuwkomers werk zonder bemiddeling door het arbeidsbureau.

Tienduizenden werkzoekenden vonden de afgelopen jaren werk via gesubsidieerde arbeid, zoals voorheen binnen de Banenpool. Voor de overheid was het van belang na te gaan of er in de toekomst nog ruimte zal zijn om nog meer van dergelijke banen, met name in de collectieve sector, te creëren. De mogelijkheden daartoe vormden het onderwerp van een onderzoek van Regioplan. De resultaten van dit onderzoek hebben een rol gespeeld bij het formuleren van beleid ten aanzien van gesubsidieerde arbeid van Paars 2.

Ter bevordering van de emancipatie, participatie en integratie van etnische minderheden subsidiëren de provinciale en gemeentelijke overheden verschillende lokale en regionale organisaties die direct of indirect een bijdrage leveren aan dit proces. Regioplan heeft een inventarisatie gemaakt van de eerste en tweedelijntaken van zelforganisaties en steunfuncties in de regio Rotterdam-Rijnmond en heeft de behoefte aan ondersteuning van zelforganisaties in kaart gebracht.

Sinds 1996 wordt in de Tweede Kamer eenmaal per jaar het Nationaal Jeugddebat (NJD) gehouden. Dit debat tussen politici, staatssecretarissen en jongeren tussen de 12 en 18 jaar dient als instrument ter bevordering van de jeugdparticipatie. De vraag vanuit het ministerie was om een evaluatieonderzoek uit te voeren naar de werking van het NJD. Centraal daarbij stond of het debat bijdraagt aan het vergroten van de invloed van jongeren op het beleid en het verkleinen van de ‘kloof’ tussen jeugd en politici. Ook is het effect onderzocht door deelnemers aan het debat te vergelijken met niet-deelnemers.

Sinds 1994 ontvingen stimuleringsprojecten voor werkloze allochtone jongeren financiële steun van het Ministerie van SZW. Het doel van de projecten was het bevorderen van de aansluiting van allochtone jongeren op de arbeidsmarkt. Deze stimuleringsprojecten waren in eerste instantie alleen gericht op Antilliaanse en Arubaanse jongeren. Vanaf 1998 is de stimuleringsregeling uitgebreid met projecten voor werkloze Turkse en Marokkaanse jongeren. In mei 2001 is deze projectperiode verlengd en de doelgroep van de projecten verbreed: ook andere nationaliteiten en ouderen mochten van de regeling gebruik maken. Van deze laatste projectperiode (mei 2001-mei 2004) wordt in dit eindrapport verslag gedaan. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Research voor Beleid.

Ten behoeve van de inburgering van oudkomers heeft de gemeente Tilburg tien pilots duale trajecten sociale activering en opvoedingsondersteuning geïnitieerd. Uit het onderzoek blijkt dat de pilots vooral bijdragen aan het vergroten van het zelfvertrouwen van de deelnemers om deel te nemen aan verschillende aspecten van de samenleving. De vorderingen met betrekking tot de beheersing van de Nederlandse taal zijn moeilijker zichtbaar te maken. Naast een analyse van de resultaten van de pilots geeft het onderzoek ook inzicht in belangrijke richtlijnen en randvoorwaarden voor de inrichting van duale trajecten.