Kernwoord: Asielzoekers
Belemmeringen voor werkzoekende asielzoekers
Welke belemmeringen ervaren asielzoekers als ze willen toetreden tot de Nederlandse arbeidsmarkt? Dat is de centrale vraag in een onderzoek dat we uitvoeren in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Binnen het onderzoek kijken we onder meer naar de zogenoemde 24 weken-eis, die bepaalt dat asielzoekers – als aan bepaalde aanvullende voorwaarden is voldaan – binnen een tijdsbestek van 52 weken maximaal 24 weken betaald mogen werken. In hoeverre belemmert deze eis de toetreding van asielzoekers tot de arbeidsmarkt? En: welk effect zou een eventuele aanpassing of afschaffing van deze maatregel hebben?
Voor het onderzoek analyseren we tal van data (waaronder een bestandanalyse van de tewerkstellingsvergunningen). Daarnaast interviewen we onder meer diverse experts en bevragen we asielzoekers en statushouders over hun ervaringen en ideeën. Voor de juridische analyse werken we samen met prof. mr. Lieneke Slingenberg, hoogleraar Migrants and the Rule of Law bij de VU.
Het eindrapport wordt in 2023 verwacht.
Meer weten?
Neem dan contact op met projectleider Heleen Schols.
Eindevaluatie Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen
De Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV) is in het leven geroepen om te komen tot bestendige oplossingen en perspectief voor migranten zonder recht op verblijf of rijksopvang. Wij brengen de resultaten en lessen voor de toekomst in kaart.
Eind 2018 hebben het Rijk en de VNG een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor het realiseren van een landelijk netwerk van begeleidings- en opvangvoorzieningen voor migranten zonder recht op verblijf en rijksopvang. Voor deze zogenoemde Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV) is een ontwikkeltraject ingezet, waarbij vijf gemeenten een pilot uitvoeren.
Om de resultaten van dit ontwikkeltraject in kaart te brengen voeren we een eindevaluatie uit. Dit onderzoek borduurt onder andere voort op de door Regioplan eerder uitgevoerde plan- en procesevaluatie van de LVV. De resultaten van de eindevaluatie moeten lessen opleveren voor de landelijke uitrol van de LVV.
In het najaar 2022 wordt de eindevaluatie afgerond met een eindrapport. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Informatieoverdracht COA naar asielzoekers
Wanneer asielzoekers aankomen in een asielzoekerscentrum krijgen zij van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) informatie over verschillende onderwerpen die relevant zijn voor het leven op een azc. Eerder evalueerde het COA de informatievoorziening zelf op basis van gesprekken met COA-medewerkers. Het perspectief van de asielzoekers zelf ontbrak daarin nog. Wat zijn de ervaringen van asielzoekers met de informatievoorziening van het COA? Die vraag stond in ons onderzoek centraal.
Het programma WLCL: vooral veel zenden en weinig afstemming op specifieke groepen
Sinds 2016 is die informatievoorziening ondergebracht in het programma Wonen en leven op de COA-locatie (WLCL). Het programma kent vijf verplichte programmaonderdelen die in principe in de eerste weken na aankomst op de opvanglocatie worden aangeboden, te weten de onderdelen ‘welkom heten’, ‘rechten en plichten’, ‘zorg’, ‘wonen op deze locatie’ en ‘veiligheid’.
Het programma heeft vooral het karakter van veel zenden van informatie, er is weinig sprake van interactie tijdens de bijeenkomsten. De verschuiving naar online informatievoorziening (als gevolg van corona) heeft dit versterkt. De inhoud van de informatieoverdracht in de eerste fase van opvang is in principe hetzelfde voor alle bewoners, er is weinig afstemming op specifieke groepen. Daarnaast blijkt dat de uitvoering verschilt tussen locaties en medewerkers. COA-locaties kunnen (binnen de kaders) de informatieoverdracht namelijk af stemmen op de locatie.
Bepaalde groepen asielzoeker hebben (groot) voordeel in hun communicatie met het COA
Asielzoekers die Nederlands of Engels beheersen worden in de regel goed bediend. De basisinformatievoorziening in het kader van het programma WLCL in de eerste fase van opvang ervaren zij als redelijk adequaat. Zij zijn van mening dat het programma verschillende onderwerpen behandelt die belangrijk zijn om veilig en zelfredzaam te kunnen wonen op het azc en zij vinden dat de wijze waarop de informatie wordt aangeboden over het algemeen begrijpelijk is.
Er zijn echter indicaties dat dit niet voor alle bewoners het geval is. Het COA verwacht een hoge mate van mondigheid en assertiviteit van bewoners voor het stellen van vragen, maar niet iedereen kan of doet dat. Met name asielzoekers die geen Engels spreken of wat terughoudender zijn, lijken hierdoor informatie te missen. Aangezien een flink deel van de bewoners op het azc geen of beperkt Engels spreekt en/of laaggeletterd is, ligt specifieke aandacht voor deze groepen voor de hand.
Belangrijke verbetersuggesties
Belangrijk is de informatievoorziening beter af te stemmen op verschillende groepen, en meer aandacht te hebben voor bepaalde kwetsbare groepen (zoals analfabeten). Daarnaast dient er meer aandacht te zijn voor een goede ‘landing’ van informatie, met name door herhaling en door te controleren of de boodschap goed is aangekomen. Ook zou men beter moeten aan sluiten bij de digitale vaardigheden en behoeftes van asielzoekers – het COA zou kunnen verkennen hoe meer gebruikgemaakt kan worden van social media om informatie over te brengen.
Asielzoekers zelf zeggen meer mogelijkheden te willen om ad-hocvragen te kunnen stellen. Hiervoor zou de informatiebalie ruimere openingstijden kunnen hanteren, en zou de mogelijkheid moeten bestaan om via e-mail vragen te stellen.
Meer weten?
Lees ons rapport of neen contact op met Annemieke.
Zomerprogramma’s voor azc-kinderen
In de zomer hebben asielkinderen op basisscholen net als alle andere kinderen in Nederland zes weken vakantie. Wij hebben onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het opzetten van een zomerprogramma voor azc-kinderen, dat gericht is op taalverwerving of onderwijs en dat ook plezierig moet zijn.
In november 2019 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering wordt gevraagd te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om een vast zomerprogramma aan te bieden aan kinderen op asielzoekerscentra (azc’s). Wij hebben in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de mogelijkheden voor het opzetten van een zomerprogramma voor azc-kinderen onderzocht
Door middel van deskresearch en interviews met landelijke en lokale stakeholders is een overzicht verkregen van de verschillende opties voor de wijze waarop zomerprogramma’s voor deze asielkinderen kunnen worden vormgegeven. Bovendien zijn de mogelijkheden in beeld gebracht voor de organisatie en uitvoering door scholen en gemeenten en de inbreng die andere betrokken organisaties daarbij kunnen hebben.
Op basis van het onderzoek kunnen er een aantal opties voor zomerprogramma’s onderscheiden worden die verschillen in de mate van aandacht voor ontspanningsactiviteiten, taalverwerving, onderwijs, en participatie en integratie. Aan twee opties wordt in dit onderzoek de voorkeur gegeven: een combinatie van tijdbesteding (door opvang- en ontspanningsactiviteiten) en speelse taalverwerving en een combinatie van onderwijs en tijdsbesteding.
LHBTI’s, bekeerlingen en religieverlaters in de asielopvang
Het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) is verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van asielzoekers en zet zich in om een veilige omgeving te bieden voor alle asielzoekers op de opvanglocaties. Desondanks komen er met enige regelmaat signalen van intimidatie en geweld tegen LHBTI-asielzoekers, bekeerlingen en religieverlaters in de asielopvang. Regioplan en de Vrije Universiteit deden in opdracht van het WODC onderzoek naar de opvang en begeleiding van deze groepen en hoe deze verbeterd kan worden.
Plan en procesevaluatie pilot kleinschalige opvang statushouders in Tynaarlo
Op 1 juli 2018 is in Tynaarlo een pilot gestart met kleinschalige opvang van statushouders en kansrijke asielzoekers in (de buurt van) de gemeenten die hen gaan huisvesten. Met deze pilot wordt beoogd om participatie en integratie van statushouders te bevorderen.
In het kader van het flexibiliseren van de asielketen streeft het kabinet naar kleinschalige opvang voor kansrijke asielzoekers en statushouders gericht op vroegtijdige integratie. De kleinschalige TussenVoorziening (TuVo 2.0) onder leiding van Stichting INLIA is een voorbeeld van zo’n opvangvoorziening. In deze opvang in Tynaarlo leren statushouders basale kennis over de taal en cultuur en komen in contact met de lokale bevolking. De TuVo 2.0 is bedoeld om kansrijke asielzoekers en statushouders te huisvesten, die in een van de omliggende gemeentes gaan wonen. Door alvast contact te leggen met de lokale bevolking en instanties kunnen de nieuwkomers al tijdens de opvang integreren en participeren in de lokale samenleving. Ook zet de TuVo 2.0 in op een warme overdracht naar de uitplaatsingsgemeente, zodat de begeleiding vanuit de opvang naar de gemeente een doorlopende lijn vormen. Wij voerden voor het WODC een plan- en procesevaluatie van de opvangvoorziening in Tynaarlo.
Uit ons onderzoek blijkt dat met name het voorbereiden van de statushouders op en het kennismaken met de uitplaatsingsgemeente nog onvoldoende van de grond omdat veel van de statushouders uiteindelijk niet in de regio zijn uitgeplaatst. Hierdoor is het kennis maken met de gemeente moeilijk te organiseren. Hoewel de uitvoering van de pilot niet op alle onderdelen zo is uitgevoerd als verwacht en er zeker verbetermogelijkheden zijn, laten de ervaringen van de TuVo ook zien dat het mogelijk is om als ngo een kleinschalige opvang te organiseren waar bewoners in een sociaal veilige omgeving een eerste start kunnen maken met integratie. De statushouders zijn erg positief over de persoonlijke benadering door medewerkers en vrijwilligers op de TuVo 2.0. Dit heeft INLIA kunnen organiseren binnen een bestaand opvangsysteem waarin de omstandigheden voor de uitvoering van de pilot niet altijd gunstig waren. INLIA heeft bijvoorbeeld geen toegang tot de informatiesystemen van het COA en kreeg bewoners toegewezen die gekoppeld zijn aan een gemeente (ver) buiten de regio.
Meer informatie?
Lees ons rapport of neem contact op met Jeanine.