Menukaart Toekomstscenario Kind- en gezinsbescherming is beschikbaar!

Er is op dit moment veel te doen rondom het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Maar hoe het zich op landelijk en regionaal niveau ook precies zal gaan ontwikkelen: voor gemeenten zal het de komende jaren veel blijven vragen. Het staat buiten kijf dat zij zelf een grotere rol krijgen in het organiseren én bieden van passende hulp aan hun inwoners op het gebied van huiselijk geweld, kindermishandeling en ontwikkelingsbedreiging van minderjarigen. Dit brengt allerlei vraagstukken met zich mee voor uitvoerende professionals, beleidsmakers en bestuurders. Onze menukaart biedt regio’s en gemeenten een actueel overzicht van ons uitgebreide ondersteuningsaanbod rondom deze vraagstukken!

Zo biedt onze menukaart concreet aanbod over thema’s als:

  • Hoe je als bestuurder knopen kunt doorhakken om het Toekomstscenario dichter bij te brengen;
  • Hoe je als gemeente grip krijgt op waar je lokale team staat en wat er nog moet gebeuren;
  • Hoe je omgaat met morele dilemma’s rondom de keuzes die nodig zijn.

Je vindt onze menukaart hier!

Meer weten over het aanbod op onze menukaart?

Neem dan contact op met Katrien de Vaan, Stefanie de Cuba of Niek van Ansem.

 

 

 

Kennissynthese Kansrijke Start

In 2018 startte het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) het actieprogramma Kansrijke Start, met als missie om zoveel mogelijk kinderen een gezonde en veilige start in het leven te bieden. In 2022 kreeg het programma een vervolg met Kansrijke Start 2022-2025 Sterke ouders, gezonde kinderen.

Het actieprogramma zet in op extra ondersteuning voor gezinnen in kwetsbare omstandigheden, met als essentieel onderdeel een goede samenwerking tussen het medische en het sociale domein en de publieke gezondheidszorg. De ambitie is dat de aanpak in elke gemeente structureel vorm krijgt, via coalities Kansrijke Start, zodat door adequate ketensamenwerking en de inzet van werkzame interventies (aanstaande) ouders in een kwetsbare situatie tijdig passende zorg en ondersteuning ontvangen. Het uiteindelijke doel is dat zo veel mogelijk kinderen een kansrijke start krijgen.

Zeven jaar na het begin van het actieprogramma is nu de balans opgemaakt. In opdracht van het ministerie van VWS voerde Regioplan een kennissynthese Kansrijke Start uit. Deze analyse is bedoeld om inzicht te geven in de mate in hoeverre de ambities, doelstellingen en beoogde effecten van het programma zijn behaald. Waar staat het programma anno 2025? En welke lessen zijn er te trekken voor een toekomstbestendige aanpak na 2025?

Uit het onderzoek volgt dat Kansrijke Start breed is omarmd, maar dat de implementatie nog ongelijkmatig is: zo heeft 87% van de gemeenten een lokale of regionale coalitie Kansrijke Start. Bij een deel van de gemeenten ontbreekt echter nog een plan van aanpak. Daarnaast is vroegsignalering van kwetsbare situaties cruciaal, maar nog niet structureel geborgd. Tot slot betekent de overgang van Kansrijke Start van landelijk actieprogramma naar beleidsthema in 2026 dat gemeenten, regio’s en lokale netwerken meer verantwoordelijkheid moeten nemen. Het rapport benadrukt het belang van duurzame financiering, monitoring en leerinfrastructuur om dit te ondersteunen.

Meer weten over het onderzoek? Lees dan hier het eindrapport!

Publicatie rapport: Actieonderzoek naar effectieve inzet van (het strafrechtelijk kader) van de Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS)

Structureel schoolverzuim kan een indicatie zijn van de ontwikkeling van risicovol gedrag bij jongeren, onder andere richting criminaliteit. In een recent afgerond actieonderzoek onderzochten ketenpartners in Amsterdam wat er voor nodig is deze jongeren beter te helpen. Het rapport is nu openbaar!

Hoe kunnen we jongeren die structureel schoolverzuimen beter helpen ter voorkoming van risicovol gedrag richting criminaliteit? En hoe kan het strafrechtelijk kader van de Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) hier aan bijdragen? Dat is de centrale vraag in het actieonderzoek dat wij uitvoerden in opdracht van de gemeente Amsterdam.

Binnen de MAS werken scholen, leerplicht, jeugd(gezondheids)zorg, Halt, de politie, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en jeugdbescherming samen aan het begeleiden van jongeren terug naar een passend onderwijsprogramma. Het onderzoek richtte zich op de mogelijkheden om binnen deze aanpak ook strafrechtelijke instrumenten, zoals het proces-verbaal (pv), effectief in te zetten, en wat dit vraagt van het onderlinge samelspel tussen de ketenpartners.

Samen met een werkgroep van ketenpartners vertaalden we kansen en behoeften naar acties om uit te proberen. Denk aan het vroegtijdiger betrekken van de RvdK of jeugdbescherming, het combineren van zorg en strafrechtelijke interventies, of het voeren van preventieve gesprekken op scholen. Door reflectie en evaluatie van de acties, ontstond een meer gedeeld begrip van de knelpunten en verbetermogelijkheden.

Het actieonderzoek leverde waardevolle lessen op over de nodige samenwerking, afstemming en het delen van expertise. Zo bleek onder andere dat structurele contactmomenten, wederzijds begrip en een gedeelde visie tussen ketenpartners essentieel zijn om jongeren effectief te ondersteunen.

Interesse? Download hier dan het rapport!

Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de gemeente Amsterdam en in samenwerking met ketenpartners in het onderwijs, de zorg en het strafrecht.

 

Actieonderzoek effectieve inzet van het strafrechtelijk kader van de MAS

Binnen de MAS werken verschillende ketenpartners samen om schoolverzuimende jongeren terug te begeleiden naar passend onderwijs. In dit actieonderzoek is onderzocht hoe het strafrechtelijk kader binnen die aanpak effectiever ingezet kan worden.

Schoolverzuim kan een indicatie zijn van onderliggende problematiek en mogelijk risicovol gedrag bij jongeren. In Amsterdam zochten ketenpartners binnen de MAS naar manieren om hun samenwerking te verbeteren en het strafrechtelijk kader effectiever toe te passen, zonder het zorgkader uit het oog te verliezen. In een lerend en reflectief proces werkten we met vertegenwoordigers van scholen, leerplicht, OM, politie, Halt, de Raad voor de Kinderbescherming, jeugdbescherming en jeugd(gezondheids)zorg. Door middel van drie intensieve werksessies zijn kansen en behoeften vertaald naar acties die direct in de praktijk zijn getest. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat het vroegtijdig betrekken van ketenpartners zoals de RvdK en jeugdbescherming van meerwaarde is, dat zorg en strafrecht beter gecombineerd kunnen worden ingezet, en dat een duidelijke visie van leerplichtambtenaren op het gebruik van pv’s bijdraagt aan effectiviteit en samenwerking.

Kansrijke maatregelen in de aanpak van personeelstekorten in onderwijs, zorg en kinderopvang voor de gemeente Haarlem

Nederland gaat momenteel gebukt onder grote krapte op de arbeidsmarkt. Ook in Haarlem doet zich dit tekort voelen. Voor de Rekenkamercommissie (2023) van de gemeente Haarlem voerden wij een verkennend onderzoek uit naar de aanpak van personeelstekorten in maatschappelijk essentiële sectoren.

Voor de Rekenkamercommissie (2023) van de gemeente Haarlem deden wij een verkennend onderzoek om voor de gemeenteraad inzichtelijk te maken welke mogelijkheden gemeenten – en vervolgens specifiek Haarlem – hebben om werkgevers te helpen bij het verkrijgen van personeel. De focus lag daarbij op de branches kinderopvang, onderwijs en gezondheidszorg; maatschappelijk essentiële branches.

Doel en aanpak

De vraag die de rekenkamercommissie stelde is of de gemeente op een of andere manier kan bijdragen aan de oplossing voor het tekort aan personeel. Wat mag een gemeente eigenlijk? Wat doet Haarlem al? Hoe doen andere gemeenten/regio’s dat, met welk effect? Antwoord op deze vragen maakt het voor de gemeenteraad mogelijk het onderwerp te agenderen, opties te benoemen en hiermee de werkgevers te steunen. Tegelijkertijd kan het hiermee ook haar eigen rol vervullen, te weten die van bestuur van een stad waar inwoners toegang behouden tot goed functionerende essentiële faciliteiten. Om tot een breed gedragen en bruikbare uitkomst voor de gemeente Haarlem te komen, is de volgende aanpak gevolgd:

  1. inventarisatie van bestaand beleid binnen de gemeente Haarlem (deskresearch en inventarisatiesessie met stakeholders);
  2. inventarisatie van mogelijkheden uit andere gemeenten (deskresearch en interviews met gemeenten); reflectie met stakeholders uit de gemeente Haarlem op het bestaande beleid en mogelijke kansrijke opties voor de gemeente (werksessie met stakeholders en interviews met werkgevers)

Doorkijk naar kansrijke mogelijkheden

De vraag naar personeel is door de gemeente niet heel eenvoudig te beïnvloeden, maar de matching tussen vraag en aanbod en het vergroten van het potentiële aanbod bieden daarbij mogelijk wel aanknopingspunten. Eén van de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek is dat de gemeente meer en vaker een faciliterende en ondersteunende rol kan spelen in maatregelen die werkgevers in onderwijs, kinderopvang en zorg (al) treffen om personeelstekorten aan te pakken. Regionaal gebeurt al veel, maar voor de regio en gemeente zijn er nog kansen op het terrein van:

  1. Het aanboren van andere doelgroepen om het potentieel arbeidsaanbod te vergroten: in de regio is de match tussen het huidig arbeidspotentieel dat in beeld is (m.n. mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt) uitgeput (voor onderwijs- en zorgbanen). Voor de regio is het potentieel kansrijk om doelgroepen waar een match mee wordt gezocht te verbreden naar (het groeiend aantal) anderstaligen (in de regio) en inwoners die zich willen omscholen. De gemeente kan hierin een meer faciliterende rol vervullen (zoals het bieden van taalondersteuning binnen de bestaande scholings-instroomtrajecten voor anderstaligen en het faciliteren van zichtbare wervingscampagnes voor onderwijs- en zorgbanen in regio Haarlem).
  2. Het structureel verankeren van goedlopende projecten: in de regio hebben de sectoren onderwijs, kinderopvang en zorg op project- en subsidiebasis al een aantal succesvolle zij-instroomtrajecten georganiseerd (zoals ‘dubbel diplomeren in het BSO’ en ‘anderstaligen in de zorg’). Er ligt een kans voor de gemeente om deze succesvolle trajecten structureel te verankeren in het beleid (onder meer door het beschikbaar stellen van structurele middelen en formatie).
  3. Wonen en parkeren in Haarlem toegankelijk(er) maken/houden: het is duidelijk dat het tekort aan (betaalbare huur- en koop)woningen in de gemeente een drempel is voor (startende) werknemers om voor Haarlemse onderwijs-, kinderopvang- en zorgwerkgevers te kiezen. De bestaande (pilot) voorrangsregeling voor (sociale) huurwoningen voor onderwijs- en zorgpersoneel is (nog) te beperkt en kan mogelijk uitgebreid worden. Ook kan de gemeente meer investeren in het faciliteren van alternatieve woonvormen waar wonen en werken in de sector worden gecombineerd. Invoering van betaald parkeren in Haarlem, wat de gemeente momenteel overweegt, zal het aantrekken (en behouden) van personeel voor de tekortsectoren nog ingewikkelder maken. Idealiter blijft dit uit of komt de gemeente werkgevers en werknemers tegemoet met alternatieve regelingen om de woon-werkpendel betaalbaar te houden (parkeervergunning, reiskostenvergoeding, betere ov-bereikbaarheid e.d.).
  4. Werken met een integraal afwegingskader voor beleidsmaatregelen: vanuit de verschillende portefeuilles van de gemeente kan beter afgewogen worden wat beleid en specifieke maatregelen beteken voor het (werken) in de maatschappelijk essentiële sectoren. Versterken specifieke maatregelen de problemen die nu in de sectoren worden ervaren of kunnen ze helpen om die te verlichten (bijvoorbeeld bij het bepalen van het parkeerbeleid, de inkoop van zorg, huisvesting van scholen e.d.)? Dit zou door middel van een (integraal) afwegingskader vorm kunnen krijgen.
  5. Het faciliteren van (meer) begeleiding/ondersteuning van kwetsbare doelgroepen naar de tekortsectoren: arbeidspotentieel dat vanuit een uitkeringssituatie de sector kan en wil instromen is terughoudend om de stap naar de sector te zetten. Dit heeft te maken met het verlies van inkomenszekerheid. Er ligt een kans voor de gemeente om deze groep meer ondersteuning te bieden in de vorm van maatschappelijke begeleiding (bv. administratieve ondersteuning m.b.t. wijzigingen in uitkeringen) en inkomensondersteuning (bv. tijdelijk behoud van uitkering, inzicht bieden in toekomstig inkomen e.d.).
  6. Meer en betere communicatie (over het beleid) richting werkgevers: de mate waarin de gemeente Haarlem werkgevers tijdig en transparant informeert over beleidsmaatregelen die (hun wervings- en personeelsbeleid en het werken in hun) sectoren beïnvloeden is nog niet op het gewenste niveau (bijvoorbeeld over de beschikbaarheid van voordeelregelingen voor werknemers, terugkoppeling van onderzoeksresultaten e.d.). Hier ligt een kans voor de gemeente om meer periodieke gesprekken tussen de gemeenteraad en werkgevers te faciliteren.

Meer weten? Lees het volledig rapport of neem contact op met de onderzoekers.

Inspiratiedocument brede thuiszittersaanpak beschikbaar

Leerplichtorganisaties verschillen in hun rolopvatting en werkwijze als het gaat om thuiszitters. Het inspiratiedocument brede thuiszittersaanpak beschrijft ter inspiratie twee organisaties die gericht zijn op het leerrecht van thuiszitters bij geoorloofd verzuim.

Hoe te komen tot een aanpak gericht op het ondersteunen van jongeren die langdurig geoorloofd niet naar school gaan? Dit is de vraag die centraal stond in ons onderzoek voor Ingrado, de branchevereniging voor Leerplicht en Doorstroompunten. De Leerplichtwet  – het kader voor leerplichtorganisaties – focust op ongeoorloofd verzuimende jongeren. De groep jongeren die langdurig geoorloofd thuiszit, waaronder bijvoorbeeld jongeren die vanwege mentale klachten lange tijd niet naar school gaan en daar als ziek staan geregistreerd – is echter veel groter. Zij hebben uiteraard ook recht op onderwijs. Op basis van gegevens van gemeenten die zich inzetten voor dit recht, schat Ingrado dat deze groep acht keer zo groot is. Hoe kan deze omvangrijke groep jongeren toch de passende zorg en het onderwijs krijgen? Hoe kunnen gemeenten een zogenoemde brede thuiszittersaanpak, gericht op (het voorkomen van) langdurig geoorloofd thuiszitten, organiseren?

Ter inspiratie voor een dergelijke aanpak, beschrijven we in dit document twee organisaties die een dergelijke aanpak hebben ingericht. Beide organisaties hebben hun eigen aanpak en doelgroep, maar lopen ook tegen vergelijkbare zaken aan.  Zo lopen ze tegen het verschil aan tussen geoorloofd en ongeoorloofd verzuim, zou er meer mogelijk moeten zijn in het creëren van onderwijs-zorgarrangementen en is de huidige thuiszittersdefinitie van de Inspectie van het Onderwijs in hun ogen te smal. Verder zijn onder meer bestuurlijk commitment op alle niveaus en accuraat actueel inzicht in de cijfers cruciale uitgangspunten.

Meer weten? Lees hier het inspiratiedocument of neem contact op met Jos Lubberman.

 

Brede thuiszittersaanpak

Doel van het rapport – dat is opgesteld in opdracht van Ingrado – is om leerplichtorganisaties die de omslag naar leerrecht willen maken van input en inspiratie te voorzien. Daarom zijn twee werkwijzen van leerplichtorganisaties met een brede thuiszittersaanpak zo concreet mogelijk beschreven.

Daarbij is ervoor gekozen de belasting voor de organisaties zelf tot een minimum te beperken door eerst deskresearch uit te voeren op documentatie van de organisaties . Vervolgens is de casus nader in beeld gebracht in een groepsgesprek met vertegenwoordigers van de leerplichtorganisatie. De resultaten zijn verwerkt in geanonimiseerde casebeschrijvingen die met enkele vertegenwoordigers van andere leerplichtorganisaties zijn doorgenomen. Daarbij is gekeken of de beschrijvingen input leveren voor de leerplichtorganisatie voor een eigen aanpak, of de beschrijvingen helder zijn en of er nog eventuele aanvullende vragen zijn om in te vullen, zodat de teksten aanzetten tot inspiratie. Deze reacties zijn vervolgens weer besproken met de twee leerplichtorganisaties, wat heeft geleid tot verhelderingen en aanvullingen in de beschrijvingen.

Organisatie 1 richt zich op jongeren die ingeschreven staan op een school en geoorloofd structureel langer dan vier weken aaneengesloten) minder dan 50% onderwijs volgen. Daarbij zijn er vijf uitgangspunten leidend voor de uitwerking en wordt gewerkt vanuit een visie op leerrecht in plaats van leerplicht.

De werkwijze van organisatie 2 kenmerkt zich door een brede en vroegtijdige preventieve aanpak. Daarin zijn niet alleen afspraken gemaakt over het melden van ongeoorloofd verzuim voordat het wettelijk aantal uren bereikt is, maar ook over het vroegtijdig in beeld krijgen van zorgelijk geoorloofd verzuim. Deze preventieve aanpak is opgesteld vanuit zes bouwstenen en nadrukkelijk onderdeel van het voorkomen dat kinderen/jongeren langdurig – geoorloofd dan wel ongeoorloofd – thuis komen te zitten. In deze aanpak staat daarmee schoolaanwezigheid in plaats van schoolverzuim centraal.

Meer weten? Lees hier de publicatie van ons onderzoek of neem contact op met Jos Lubberman.

 

Goed geïnformeerd uit elkaar met kinderen?

In april 2023 ging de website uitelkaarmetkinderen.nl (het DigiPlein) online. Het doel van het DigiPlein is om ouders en professionals te helpen een scheiding beter te laten verlopen, zodat de kinderen er zo min mogelijk schade van ondervinden. In opdracht van het WODC, evalueerden we samen met Motivaction in hoeverre de website aan dit doel bijdraagt.

Het DigiPlein is een van de opbrengsten van het landelijke programma Scheiden Zonder Schade, dat moet bijdragen aan het beter laten verlopen van scheidingen en het terugdringen van het aantal complexe scheidingen. In het kader van dit programma is onder andere het DigiPlein ontwikkeld: een website waar ouders en professionals terecht kunnen voor betrouwbare informatie over de diverse thema’s die bij een scheiding komen kijken. Daartoe behoren thema’s als financiën, juridische vraagstukken en emotionele ondersteuning van ouders en kinderen. Een toegankelijk en compleet informatieaanbod moet voorkomen dat ouders tijdens een scheiding overweldigd raken door een overvloed aan versnipperde informatie en dat professionals langs elkaar heen werken.

Onze evaluatie van het DigiPlein bestond uit een reconstructie van de beoogde werking van de website, gecombineerd met literatuuronderzoek naar wetenschappelijke inzichten over goede scheidingsvoorlichting. Vervolgens hebben we onderzocht of de website in de praktijk ook werkt zoals beoogd. Daarvoor hebben we interviews en enquêtes afgenomen onder ouders en professionals. Een rode lijn in onze onderzoeksbevindingen was daarbij dat het DigiPlein inhoudelijk goed aansluit op de behoeften van ouders, maar dat meer bekendheid van de website nodig is om de effectiviteit te verhogen.

Op basis van dit onderzoek hebben we een aantal aanbevelingen gedaan, die zich met name richten op hoe het bereik van de website kan worden verbeterd en de wijze waarop professionals hierbij kunnen worden betrokken.

Meer weten? Download hier dan het hele eindrapport en de bijbehorende factsheet, of neem contact op met onderzoekers Katrien de Vaan of Niek van Ansem.

 

 

Nieuw werkpakket gepubliceerd: Bouwstenen voor sterke lokale teams op veiligheid

Op 6 maart is het werkpakket op basis van de ‘Leidraad Werken aan Veiligheid’ gepubliceerd! Dit pakket helpt gemeenten bij de inrichting van stevige lokale teams op het thema veiligheid.

Als lid van de Expertgroep ‘Leidraad Werken aan Veiligheid’ heeft Katrien de Vaan dit werkpakket ontwikkeld, samen met Els van der Weele, Marieke Blanken en Trijntje Kootstra. De afgelopen vijf jaar heeft de Expertgroep – als strategische adviseurs en projectleiders – al meer dan 50 gemeenten ondersteund bij de implementatie van de Leidraad.

Met dit nieuwe werkpakket bieden we vijf bouwstenen om dit fundament verder te versterken. Heb je vragen of behoefte aan ondersteuning binnen jouw gemeente? Neem dan gerust contact op met Katrien!

Beyza Avcu BSc

Als projectondersteuner bij Regioplan ben ik betrokken bij uiteenlopende onderzoeken naar maatschappelijke vraagstukken binnen verschillende domeinen. Mijn interesse gaat vooral uit naar jeugd en het sociaal domein, waar mijn orthopedagogische achtergrond mij helpt om de dynamieken en uitdagingen binnen deze thema’s beter te begrijpen. Ik ondersteun onderzoekers bij hun onderzoeksprocessen en methodes, zodat de resultaten niet alleen wetenschappelijk onderbouwd zijn, maar ook praktisch toepasbaar.

Wat mij drijft, is de overtuiging dat goed onderzoek de basis vormt voor blijvende verandering. Jongeren verdienen de juiste ondersteuning en kansen om zich optimaal te ontwikkelen, zowel op persoonlijk als maatschappelijk vlak. Door onderzoek te vertalen naar concrete aanbevelingen, wil ik bijdragen aan beleidsoplossingen die niet alleen het systeem versterken, maar vooral jongeren helpen om een stabiele en kansrijke toekomst op te bouwen.