LHBTI’s, bekeerlingen en religieverlaters in de asielopvang

22-11-2021

Het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) is verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van asielzoekers en zet zich in om een veilige omgeving te bieden voor alle asielzoekers op de opvanglocaties. Desondanks komen er met enige regelmaat signalen van intimidatie en geweld tegen LHBTI-asielzoekers, bekeerlingen en religieverlaters in de asielopvang. Wij deden samen met de Vrije Universiteit in opdracht van het WODC onderzoek naar de opvang en begeleiding van deze groepen en hoe deze verbeterd kan worden.

Gebrek aan privacy bron van onveiligheid

Gebrek aan privacy is een belangrijke bron van (ervaren) onveiligheid. Het delen van een kamer met mede-asielzoekers die niet tolerant zijn ten aanzien van mensen met een andere seksuele oriëntatie, genderidentiteit of levensbeschouwelijke overtuiging kan veel spanningen opleveren en aanleiding zijn voor pesterijen en incidenten. Sommige asielzoekers proberen daarom zo min mogelijk zichtbaar te zijn als LHBTIer, bekeerling of religieverlater. Voor LHBTI’s zijn op sommige opvanglocaties speciale LHBTI-units beschikbaar waar LHBTI-asielzoekers, als zij dat willen, met gelijkgestemden kunnen wonen. Deze mogelijkheid is echter niet op alle locaties beschikbaar.

Meer aandacht nodig voor sociaal netwerk

Voor LHBTI-asielzoekers, bekeerlingen en religieverlaters zijn contacten buiten de opvang belangrijk omdat zij vaak een moeizame relatie hebben met familie in het land van herkomst en de aansluiting bij medeasielzoekers uit het land van herkomst is niet vanzelfsprekend. Zij hebben behoefte aan een ‘alternatieve familie’ waarmee betekenisvolle relaties kunnen worden aangegaan. Kerken, lokale afdelingen van het COC en Humanitas kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Het COA werkt lokaal al samen met deze organisaties, maar er is verbetering mogelijk door informatie over deze organisaties beter te ontsluiten voor asielzoekers en door actiever door te verwijzen. En – voor alle asielzoekers belangrijk maar voor deze groepen extra prangend – minder vaak verhuizen tussen opvanglocaties is belangrijk om opgebouwde sociale netwerken te behouden.

Beleid ten aanzien van levensbeschouwelijke vraagstukken nog in de kinderschoenen

Over de problematiek van religieverlaters en bekeerlingen is relatief weinig kennis bij COA medewerkers; zij weten vaak niet goed hoe zij asielzoekers met specifieke hulpvragen kunnen begeleiden. De politieke en religieuze neutraliteit van het COA lijkt de handelingsverlegenheid van medewerkers op dit vlak te voeden. Door twijfel bij medewerkers over wat wel en niet geoorloofd is, worden activiteiten voor (gezamenlijke) geloofsbeoefening vaak helemaal niet toegestaan.

Grote verschillen tussen opvanglocaties

Er zijn aanzienlijke verschillen tussen opvanglocaties in de opvang en begeleiding van deze groepen. Zo zijn er op sommige locaties specifieke aandachtsfunctionarissen LHBTI en LHBTI-units (voor bekeerlingen en religieverlaters zijn deze voorzieningen er niet) en is er een stevig netwerk met andere organisaties die ook een rol kunnen spelen in de begeleiding van asielzoekers uit deze groepen. Dat is echter niet overal het geval, dus het maakt uit waar je als asielzoeker geplaatst wordt. Het vaststellen van minimale normen waaraan de begeleiding van deze groepen moet voldoen kan bijdragen aan een betere opvang en begeleiding van LHBTI-asielzoekers, bekeerlingen en religieverlaters.

Meer weten?

Lees ons onderzoeksrapport of neem contact op met Jeanine.