Voedingscentrum is doelmatig en doeltreffendheid is aannemelijk

08-06-2020

Het Voedingscentrum gaat doelmatig om met de middelen van het ministerie van LNV en het is aannemelijk dat het Voedingscentrum een positieve impact heeft op duurzaam eetgedrag. Dat blijkt uit onze evaluatie voor het ministerie van LNV.

Grote output en een groot bereik

Uit de evaluatie komt naar voren dat het Voedingscentrum met relatief beperkte budgetten een relatief grote output bewerkstelligt en het de thema’s duurzaamheid en gezondheid goed aan elkaar weet te verbinden. Samenwerkingspartners en experts zijn overwegend positief over de samenwerking en over de wijze waarop het Voedingscentrum activiteiten uitzet. De doeltreffendheid van de activiteiten van het Voedingscentrum zijn moeilijk vast te stellen. Toch wordt de werkzaamheid van de activiteiten ondersteund door diverse bevindingen. Het betreft bijvoorbeeld het grote bereik van de activiteiten onder consumenten en de landelijke daling in voedselverspilling. Ook de uitkomsten van de enquête onder consumenten die in deze evaluatie is uitgezet laten zien dat consumenten die bekend zijn met het Voedingscentrum meer kennis en handelingsperspectieven lijken te hebben ten aanzien van duurzaam voedsel dan consumenten die het Voedingscentrum niet kennen, al zijn de verschillen klein te noemen en kunnen we geen uitspraken doen over causaliteit.

Aandachtspunten

De volgende aandachtspunten komen naar voren:

  • Sommige doelgroepen, zoals laagopgeleiden, blijven lastig te bereiken. Dit komt mogelijk doordat de inzet onvoldoende op specifieke, gedefinieerde doelgroepen wordt gericht.
  • Het Voedingscentrum zou nog meer kunnen doen om te komen tot duurzame voedselkeuzes bij de consument door onder meer te kijken naar het vergroten van vaardigheden en door gedragsverandering te ondersteunen. Deze aspecten zijn lastiger te beïnvloeden, maar wel cruciaal volgens experts.
  • Voor partners en consumenten lijkt de focus van het Voedingscentrum als eerste te liggen op gezondheid, dan voedselverspilling en als laatste duurzaamheid. Onderliggend hieraan is het hogere budget van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het gebrek aan helderheid over het begrip ‘duurzaam voedsel’.

Reactie van de minister

De minister van LNV onderschrijft de conclusies en neemt de aanbevelingen van de evaluatie over. De rol van het Voedingscentrum zal worden gehandhaafd en het Voedingscentrum zal betrokken worden in de verdere afbakening en definiëring van wat bedoeld wordt met ‘duurzaam voedsel’. Er zal bekeken worden of er meer ruimte is voor de toetsing van de effectiviteit van tools en campagnes.

Lees ook de kamerbrief bij en het rapport van de evaluatie.