Monitor frictieregeling, 2e meting

Voor scholen in het voortgezet onderwijs die kampen met moeilijk vervulbare vacatures is in 1999 een extra budget ter beschikking gesteld, de ‘Regeling aanvullende vergoeding in verband met arbeidsmarktknelpunten in het voortgezet onderwijs’, kortweg aangeduid met frictieregeling. In dit rapport wordt verslag gedaan van de tweede meting van het monitoronderzoek naar de inzet van deze aanvullende vergoeding. Hierin blijkt onder meer dat de meeste scholen die in het kader van het opvullen van de vacatures activiteiten hebben ondernomen, deze niet (geheel) zonder de aanvullende vergoeding hadden kunnen financieren.

Nieuwe kansen. Inventarisatie van projecten voor allochtone schoolverlaters om alsnog een (start)kwalificatie te behalen

In 2001 is het overheidsbeleid erop gericht zoveel mogelijk jongeren het onderwijs te laten verlaten met ten minste een startkwalificatie. Dit rapport gaat over de succes- en faalfactoren van de specifieke methoden of projecten die er bestaan ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten. Het onderzoek heeft zich gericht op de G25-gemeenten. Geconcludeerd kan worden dat de meeste projecten niet gericht blijken te zijn op 16 tot 23-jarigen: meestal zijn ze gericht op jongeren tot 18 jaar, dus grotendeels op leerplichtigen en partieel leerplichtigen.

Lerarentekorten en opbrengsten in het VO: 2000-2001

Door het tekort aan leraren bestaat het gevaar dat de kwaliteit van het onderwijs wordt aangetast. In opdracht van de Inspectie van het Onderwijs is op basis van bestaande gegevens een aantal analyses verricht die meer licht kunnen werpen op de vraag of tekorten de kwaliteit van het onderwijs bedreigen. Uit deze analyses blijkt dat over het geheel genomen niet kan worden gezegd dat er een sterk en eenduidig verband bestaat tussen openstaande vacatures enerzijds en de kwaliteit (onder meer uitgedrukt in eindexamencijfers) anderzijds.

Lerarentrek in de vier grote steden: 1997/1998

In dit onderzoek is onderzocht of er sprake is van lerarentrek van achterstandsscholen naar niet-achterstandsscholen binnen het basisonderwijs en voortgezet onderwijs in de vier grote steden. Reeds enige jaren bestaat de indruk dat leraren die op scholen werken met een hoge concentratie achterstandsleerlingen, vertrekken naar rustiger scholen in de buurt, bijvoorbeeld in omringde gemeenten. In vergelijking met een meting van drie jaar geleden blijkt dat de uitstroom op niet-achterstandsscholen groter is dan op achterstandsscholen.

Allochtoon personeel in PO en VO: schooljaar 2000-2001

Het Ministerie van OC&W heeft gesignaleerd dat er een ondervertegenwoordiging van allochtoon personeel is en voert beleid om dit te veranderen. Regioplan Onderwijs en Arbeidsmarkt is gevraagd de resultaten van dit beleid te onderzoeken. Het aantal allochtonen dat in het onderwijs werkt, is nog altijd laag (2 à 3 %). In ondersteunende functies in het basisonderwijs, in de vier grote steden en op scholen met veel allochtone leerlingen werkt relatief meer allochtoon personeel. Elf procent van alle scholen voert bewust intercultureel personeelsbeleid.

Evaluatie van de wet evenredige vertegenwoordiging vrouwen in leidinggevende functies

Volgens de Wet Evenredige Vertegenwoordiging (wev) zijn onderwijsinstellingen verplicht om beleid te formuleren, met daarbij behorende streefcijfers, om het aandeel van vrouwen in leidinggevende functies te vergroten. Regioplan Onderwijs en Arbeidsmarkt heeft onderzocht hoe dit beleid eruit ziet en hoe het werkt. Een groot deel van de onderwijsinstellingen heeft vier jaar na het van kracht worden van de wet geen beleidsplan met streefcijfers opgesteld. Wel streven vrijwel alle instellingen ernaar om een groter aandeel vrouwen in leidinggevende functies te krijgen. Dat uit zich met name in het beleid ten aanzien van werving en selectie, waarbij gekwalificeerde vrouwen een grote kans hebben om aangesteld te worden op een managementpositie.

Duobanen

Het primair onderwijs kampt met een toenemend aantal moeilijk vervulbare directievacatures en een gering aandeel van vrouwen in managementfuncties. Het project Duobanen voor directiefuncties in het primair onderwijs heeft tot doel een oplossing te bieden voor het toenemend aantal directievacatures en bij te dragen aan de doorstroom van vrouwelijke leerkrachten naar directiefuncties. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft geconstateerd dat de aanmeldingen en belangstelling voor de regeling achterblijven bij de verwachting en heeft Regioplan opdracht gegeven onderzoek te doen naar de achtergronden daarvan. Gebleken is dat een duoformatie voor de meeste schoolbesturen geen serieuze optie is, maar voor een kleine groep (veelal grotere) besturen wel degelijk uitkomst kan bieden.

Flexibilisering van de arbeidsduur in PO, VO en BVE

Een mogelijkheid om de spanning op de arbeidsmarkt voor leraren te verminderen, is het zittend personeel de mogelijkheid te bieden meer uren te gaan werken. Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden. Het on­derzoek richt zich op de vraag op welke schaal van verschillende bestaande en nieuwe mogelijkheden ge­bruik wordt (zal worden) gemaakt.

Arbeidsmarktbarometer BVE-sector 2000-2001

Met de arbeidsmarktbarometer wordt een beeld geschetst van de omvang van de vraag naar docenten, de reden van ontstaan van vacatures, vervulling van vacatures en de knelpunten daarbij. Deze rapportage heeft betrekking op de bve-sector. Er is aandacht besteed aan zowel reguliere vacatures als vervangingsvacatures. Dit schooljaar is voor de derde keer op twee momenten gepeild: bij de start van het schooljaar en halverwege nog een keer. Daarnaast is evenals de vorige jaren aandacht besteed aan een verdiepingsthema. Het verdiepingsthema is dit jaar de duale opleiding voor onderwijsassistenten in de bve-sector.

ID’ers in de school

In opdracht van het SBO verrichtte Regioplan een kwalitatief onderzoek bij acht schoolbesturen in het primair onderwijs, die samen ruim 400 ID’ers in dienst hebben. De belangrijkste vraag was in hoeverre ID’ers (voorheen ‘Melkertbaners’) bijdragen aan een goed werk- en leerklimaat. Ook is onderzocht welke oplossingen scholen en gemeenten vinden om ze te behouden. Leerkrachten en directeuren blijken bijzonder positief te zijn over het werk van de ID’ers. Doordat zij in de klas ondersteunend werk doen en bijvoorbeeld conciërgetaken verrichten, komen leerkrachten en schoolleiders veel beter aan hun eigenlijke taken toe. ‘Ze zijn onmisbaar, ik zie het somber in als ze er niet meer zijn. Ik denk dat de werkdruk een stuk hoger wordt en het zal heel veel stress geven binnen de school’, zei een ondervraagde tijdens het onderzoek.