Geen WIA, wel werk? Vervolgmeting

Regioplan heeft in opdracht van de stichting van de arbeid voor de tweede keer onderzoek gedaan naar de re-integratie van werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard. Uit dit onderzoek blijkt dat in vergelijking met 2006 meer werknemers met een laag arbeidsongeschiktheidspercentage na de WIA-beoordeling nog werken.

Beleid en praktijk na niet-geslaagde trajecten

Regioplan voerde samen met SEO Economisch Onderzoek in opdracht van de Raad van Werk en Inkomen in 2007 een onderzoek uit naar het beleid en de praktijk van tweedekanstrajecten. Hieruit blijkt dat slechts 15 procent van mensen met een WWB- of WAO-uitkering en 30 procent van diegenen met een WW-uitkering van wie het eerste re-integratietraject mislukt, binnen een jaar een tweede kans krijgt. Wanneer tijdens de begeleiding blijkt dat een traject dreigt te mislukken, dan wordt het traject meestal toch helemaal afgemaakt. Na het mislukken van een traject wordt er over het algemeen geen analyse gemaakt van de oorzaken van het falen. Bij de besluitvorming over een vervolg worden de ervaringen van de uitvoerder van het eerste traject niet gebruikt. Het zijn de begeleiders van gemeenten en UWV die beslissen of er een vervolgtraject wordt ingezet. Hiervoor zijn over het algemeen geen richtlijnen of criteria. Wanneer er een nieuw traject wordt ingezet, wil de uitvoerder vaak ‘blanco’ beginnen, dat wil zeggen dat de schaarse informatie die er uit het eerste traject komt, niet wordt gebruikt. Er wordt dus niets geleerd van wat er de eerste keer mis ging.

Werk moet lonen, Onderzoek onder Wajong’ers naar de financiële baten van werk

Regioplan heeft in opdracht van de CG Raad, CNV Jongeren en Jopla onderzoek gedaan naar de belemmeringen die Wajong’ers tegenkomen in hun werk en bij het zoeken naar werk. Financiële belemmeringen zijn hierbij als onderdeel van een groter geheel onderzocht. Een belangrijke conclusie is dat voor de helft van de Wajong’ers werken financieel gezien niet of nauwelijks loont. In het rapport staan diverse aanbevelingen om dit probleem en andere knelpunten op te lossen.

De re-integratiemarkt geijkt. Evaluatie introductie marktwerking bij re-integratie van niet-werkenden

Het Ministerie van SZW heeft Regioplan Beleidsonderzoek voor de vierde keer op rij gevraagd naar de ontwikkelingen op en werking van de re-integratiemarkt. Het vierde onderzoek is onderdeel van de SUWI-evaluatie. In het rapport worden de trends weergegeven vanaf het ontstaan van de geprivatiseerde re-integratiemarkt. De trends hebben betrekking op de aanbod- en vraagzijde, alsmede de dynamiek van de markt. Verder wordt de werking van de re-integratiemarkt getoetst aan de hand van de volgende ijkpunten die in de Wet SUWI zijn geformuleerd: toetreding en concurrentie, transparantie, het gebruik aanbestedingsprocedures, aansturing via contracten, kwaliteit, de toegankelijkheid voor moeilijk doelgroepen, keuzevrijheid voor de cliënt. Daarnaast is onderzocht welke invloed de introductie van marktwerking heeft gehad op de effectiviteit van re-integratie. Het rapport sluit af met een beschouwing over het effect van de re-integratiemarkt op de werking van de arbeidsmarkt.

Op weg naar werk; onderzoek naar mogelijkheden om bijstandsjongeren op Walcheren duurzaam naar werk te begeleiden

De werkgelegenheid op Walcheren daalt en er zitten zo’n 300 jongeren van onder de 25 jaar in de bijstand. Meer dan de helft daarvan al langer dan een jaar. Regioplan heeft voor de Sociale Dienst Walcheren uitgezocht wat voor jongeren het betreft, welke problemen er aan hun situatie ten grondslag liggen en op welke manier zij duurzaam naar werk kunnen worden begeleid. Het onderzoek laat zien dat jongeren slecht op de hoogte zijn van de inhoud van veel (technische) beroepen, dat de horeca en detailhandel geen soelaas bieden aangezien jongeren hier slechts voor korte duur terecht kunnen, en dat het opleidingsniveau van de jongeren het grootste struikelblok is bij het vinden van een baan. De beste strategie is om te investeren in de opleiding van jongeren, zowel om te voorkomen dat ze in de bijstand belanden, als om ze uit de bijstand te krijgen.

Re-integratie hoogopgeleide jonggehandicapten

Regioplan onderzocht voor UWV welke belemmeringen hoogopgeleide jonggehandicapten, met name mensen met een Wajong-uitkering, tegenkomen bij het vinden van werk. De belangrijkste belemmeringen bij het vinden van werk zijn de feitelijke beperkingen van de jonggehandicapte en de daar tegenover staande geringe flexibiliteit en geringe oplossingsgerichtheid van de werkgever. De spanningsverhouding die hierdoor bestaat tussen jonggehandicapte en werkgever wordt beïnvloed door de manier waarop de jonggehandicapte en de werkgever tijdens de sollicitatieprocedure communiceren. Succesfactoren voor jonggehandicapten bij het vinden van werk zijn onder meer ervaring met stage, vrijwilligerswerk of netwerken, een duidelijke houding ten aanzien van de eigen handicap en inzicht in de eigen arbeidsmogelijkheden.

Minder dan 35% arbeidsongeschikt: blijven werken of toch niet?

Regioplan heeft in opdracht van de Stichting van de Arbeid onderzoek gedaan naar de situatie van werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard. Aanleiding voor het onderzoek is de afspraak die gemaakt is in de Stichting van de Arbeid dat voor deze werknemers “op het niveau van de arbeidsorganisatie tot maatwerkoplossingen dient te worden gekomen”. Uit het onderzoek komt naar voren dat een groot deel van de werknemers (43%) na de WIA-beoordeling geen werk meer heeft. Belemmeringen die werkgevers en werknemers ervaren bij re-integratie liggen vooral op het vlak van gezondheid en het gebrek aan passend werk.

Hoogopgeleide jonggehandicapten aan het werk. Succes- en faalfactoren bij het behouden van werk.

Regioplan heeft onderzoek verricht naar de succes- en faalfactoren voor werkzame jonggehandicapten met minimaal mbo-niveau bij het behouden van werk. Het onderzoek is gefinancierd door het UWV Wajongsubsidiefonds. Daartoe hebben wij diepte-interviews gehouden met dertien werkende jonggehandicapten en tien werkgevers die jonggehandicapten in dienst hebben. De belangrijkste succesfactor voor een duurzame arbeidsrelatie tussen jonggehandicapte en werkgever is dat de functie is afgestemd op de mogelijkheden van de jonggehandicapte. Niet alleen moeten de functie-inhoud, de arbeidsomstandigheden en het gebouw zo nodig zijn aangepast, ook moeten jongere, werkgever en collega’s goed van elkaar weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. Open communicatie over de arbeidsbeperkingen van de jongere is voor een duurzame arbeidsrelatie een noodzakelijke voorwaarde. Bij jongeren met psychiatrisch of autistisch ziektebeeld is daarnaast intensieve externe begeleiding nodig.

Evaluatie Very Able

Regioplan heeft de door CNV Jongeren georganiseerde banenmarkt Very Able geëvalueerd. De banenmarkt was gericht op Wajong’ers en werkgevers, en heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2005 in Utrecht. De evaluatie is gefinancierd door het UWV Wajongsubsidiefonds. De doelstelling was te bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden een banenmarkt een effectief instrument is om jonggehandicapten aan het werk te helpen. De belangrijkste conclusie is dat het project als kleinschalig evenement voor het verschaffen van informatie over Wajong en werk aan Wajong’ers en het uitwisselen van ervaringen tussen Wajong’ers, geslaagd is. Voor het organiseren van een echte banenmarkt is een vooronderzoek noodzakelijk. Daarin moet worden vastgesteld hoe groot de groep Wajong’ers is met hbo+ voor wie een banenmarkt nuttig kan zijn. Verder moet onderzocht worden welke werkgevers bereid zijn via een banenmarkt jonggehandicapten te werven voor hun vacatures.

Kosteneffectiviteit re-integratietrajecten CMS

Regioplan heeft in opdracht van UWV de kosteneffectiviteit onderzocht van bepaalde re-integratietrajecten voor WAO-ers. Het onderzoek had een kwantitatief karakter en er is o.a. gebruik gemaakt van verscheidene regressietechnieken. Ongeveer de helft van de onderzochte trajecten was van het re-integratiebedrijf Casemanagement Center/Services (CMC/CMS). Alle onderzochte trajecten van dit bedrijf waren onderdeel van het project ‘Zorg maakt werk PGGM’, een initiatief van UWV en PGGM om de re-integratie van langdurig arbeidsongeschikten in de sector zorg en welzijn te bevorderen. De belangrijkste conclusie is dat de relatief dure re-integratietrajecten met veel inhoudelijke componenten, in het geval van de onderzochte WAO-ers, leiden tot hogere plaatsingspercentages. Het onderzoek laat zien dat het wel degelijk goed mogelijk is om moeilijk plaatsbare groepen met een relatief hoge leeftijd, lange WAO-duur en hoog arbeidsongeschiktheidspercentage, (weer) aan het werk te helpen.