Werkveld: Onderwijs
Re-integratie van stille reserve uit de WW in het primair onderwijs
Samen met vakbonden en werkgevers kijkt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) naar mogelijke oplossingen voor het lerarentekort in het primair onderwijs. In dit licht heeft het ministerie ons gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de stille reserve: onderwijspersoneel dat momenteel niet meer in het primair onderwijs werkt en een uitkering ontvangt. De centrale vraag van dit onderzoek is of zij weer in het primair onderwijs aan het werk willen en wat hen daarbij kan helpen. Met behulp van een digitale enquête verschaffen we inzicht in hun ervaringen met uitdiensttreding en mogelijke manieren om een terugkeer naar werk te realiseren.
Meer informatie?
Neem contact op met Jos.
Effecten initiatiefwet voor meer en beter bewegingsonderwijs
In 2018 heeft de SP een wetsvoorstel voor meer en beter bewegingsonderwijs ingediend. Volgens het voorstel zou drie uur gym per week de norm moeten worden voor alle basisscholen. Bovendien dienen alle gymlessen enkel door vakleerkrachten te worden verzorgd. Het wetsvoorstel voorziet tevens in een werkdrukverlaging voor groepsleerkrachten: de tijd die zij momenteel steken in het geven van gymnastiek kunnen zij gaan besteden aan (de voorbereiding van) het reguliere onderwijs.
Investeringen versus opbrengsten initiatiefwet
Om aan de normen van het wetsvoorstel te voldoen, moeten scholen (extra) vakleerkrachten aanstellen en bij het merendeel van de scholen dient het wekelijkse aantal gymlesuren te worden uitgebreid. Tegenover deze investeringen staan mogelijk ook de nodige opbrengsten. Volgens experts zijn er, naast gezondheidsvoordelen, steeds meer aanwijzingen dat sport en bewegen ook de prestaties van kinderen op school mogelijk positief beïnvloedt.
Onderzoek naar opbrengsten
De SP heeft ons gevraagd om te bezien of er wetenschappelijk onderbouwd bewijs bestaat voor de aanwezigheid van opbrengsten van de initiatiefwet op het gebied van gezondheid, leerprestaties en eventuele overige maatschappelijke baten. Tevens zijn we gevraagd om te onderzoeken of de (financiële) omvang van deze baten in kaart kan worden gebracht en of een afweging tussen investeringen en opbrengsten mogelijk is.
Overtuigend bewijs gezondheidsvoordelen, meer onderzoek nodig naar effecten schoolprestaties
Uit ons onderzoek blijkt dat er overtuigend bewijs is voor de gezondheidsvoordelen van sporten en bewegen en dat door meer gymlesminuten de fitheid van kinderen kan verbeteren. De vakleerkracht heeft hierbij een toegevoegde waarde. Er zijn (steeds meer) aanwijzingen dat (extra) beweging op school de schoolprestaties kan begunstigen, maar vooralsnog is er onvoldoende wetenschappelijk bewijs waarmee een positieve causale relatie kan worden bevestigd.
Initiatiefwet rendeert wanneer kinderen op jonge leeftijd worden gestimuleerd te blijven sporten
Een leven lang sporten en bewegen levert geld op door lagere zorgkosten, lager ziekteverzuim, hogere arbeidsproductiviteit en positieve sociale effecten, waaronder mogelijk verbeterde leerprestaties. Als het wetsvoorstel voor meer bewegingsonderwijs ertoe leidt dat meer scholieren (tussen de 12 en 37%) een leven lang blijven sporten, dan kunnen de investeringen van 275 miljoen euro per jaar op korte termijn worden gecompenseerd. Belangrijk is dan wel dat de focus van de gymnastiekles mede uitgaat naar het stimuleren van kinderen om een leven lang actief te blijven. Overigens hebben we een aantal mogelijk te verwachten opbrengsten, waaronder de mogelijke baten van verbeterde leerprestaties, niet in onze ramingen mee kunnen nemen omdat er vooralsnog onvoldoende onderzoek voorhanden is waarmee deze baten in geldwaarden kunnen worden uitgedrukt. Op langere termijn, naarmate meer kinderen met het vernieuwde bewegingsonderwijs in aanraking zijn gekomen, wordt het aandeel scholieren dat een leven lang moet blijven sporten ter compensatie van de investeringen in het wetsvoorstel steeds kleiner.
Meer weten?
Het onderzoeksrapport vindt u op de projectpagina.
Methodische Aanpak Schoolverzuim
Nog geen 18 jaar en wegblijven van school? Dan is de kans groot dat een minderjarige te maken krijgt met de leerplichtambtenaar. Hoe gaat de leerplichtambtenaar het beste te werk en hoe borg je dat overal een vergelijkbare werkwijze wordt gevolgd? De voornaamste partners in de verzuimketen, te weten het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, Stichting HALT en de branchevereniging leerplichtambtenaren en RMC (Ingrado) stelden zichzelf deze vragen. Ze vroegen ons een Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) te ontwikkelen, met meer aandacht voor tijdige inzet van passende hulp en minder systematische inzet op een strafrechtelijke aanpak van verzuim.
Collega Jos Lubberman heeft het ontwikkelingstraject in opdracht van Ingrado begeleid. In intensieve werksessies met leerplichtambtenaren en partners in de schoolverzuimketen is gewerkt aan een breed gedragen aanpak. Samen met collega Maartje Timmermans is tevens een signaleringsinstrument ontwikkeld dat leerplichtambtenaren helpt bij het kiezen van de gewenste ‘route’ binnen de methodische aanpak. Dit instrument maakt integraal deel uit van de aanpak. De MAS is in maart 2017 gelanceerd en wordt sindsdien blijvend gemonitord.
Meer informatie?
Neem contact op met Jos.
Proeftuin herkennen en begeleiden jeugd met lvb
Leerlingen met een licht verstandelijke beperking (LVB) worden niet altijd tijdig herkend, ook niet in het onderwijs. Leerlingen met een LVB lopen zo risico op overvraging door school en de omgeving wat kan leiden tot frustraties, faalervaringen en mogelijk problematiek zoals schoolverzuim en voortijdig schooluitval. (H)erkenning van een LVB is nodig om als (onderwijs)professional onderscheid te kunnen maken tussen ‘onwil’ en ‘onmacht’ en effectiever om te gaan met leerlingen met een LVB. De Proeftuin Herkenning en begeleiding van leerlingen met een LVB en schoolverzuimproblematiek (gesubsidieerd door ZonMw) bood de kans kennis rond dit thema te bevorderen en te experimenteren met het screenen op LVB om zo leerlingen met een LVB beter te kunnen ondersteunen. De Proeftuin is een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Leiden en Regioplan, in samenwerking met Da Vinci College in Leiden, Leerplicht (RBL Holland Rijnland), Ingrado en gemeente Leiden.
In de infosheet ‘Licht verstandelijke beperking in regulier onderwijs’ staat kort het idee achter de Proeftuin beschreven. De opzet van de Proeftuin en opgedane ervaringen en resultaten zijn terug te lezen in het eindrapport. Tevens heeft de Proeftuin een handreiking ‘LVB voor regulier onderwijs’ opgeleverd met concrete tips voor de omgang met leerlingen met een licht verstandelijke beperking.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over het screenen van LVB-problematiek of deze Proeftuin? Neem dan contact op met Miranda.
De ontwikkeling van leesvaardigheid in het Nederlands taalgebied in Europees perspectief
De leesvaardigheid van de jeugd wordt eens in de vijf jaar gemeten in een groot internationaal onderzoek (PIRLS). De meeste recente cijfers uit 2016 laten met name in Vlaanderen een sterke dalende trend zien. De Taalunie wil graag meer zicht op de achtergronden van die ontwikkeling. Wij kijken daarom in een internationale verkenning naar ontwikkelingen, verklaringen en interventies in andere Europese landen.
Welke factoren dragen bij aan een gering aandeel zittenblijvers?
Zittenblijven heeft voor de meeste leerlingen geen positief effect. De VO-Raad wilde daarom graag van scholen met een laag aandeel zittenblijvers weten welke strategieën zij hanteren om het zittenblijversaandeel laag te houden. Wij hebben dit via een bestandsanalyse, een enquête onder scholen met een laag aandeel zittenblijvers en verdiepende interviews in kaart gebracht. De VO-Raad heeft de uitkomsten van het onderzoek verwerkt in de handreiking ‘Aan de slag om zittenblijven te voorkomen’.
Meer informatie?
Neem contact op met Miranda.
Evaluatie promotiebeurzen voor leraren
Het ministerie van OCW wil meer divers samengestelde lerarenteams; ook leraren op master- of op doctorsniveau. Naast een kwaliteitsverbetering van lerarenteams en daarmee van het onderwijs, biedt dit nieuwe uitdagingen en mogelijkheden voor leraren zelf. Er zijn momenteel vijf promotiebeurzen die speciaal zijn bedoeld voor promotie- (of post-doc-)trajecten voor leraren.
Eigen ontwikkeling belangrijkste doel
Van deze beurzen is de Promotiebeurs voor Leraren het grootst: sinds 2011 heeft de beurs 345 leraren in staat gesteld om aan een promotietraject te beginnen. Leraren die deze beurzen aanvragen doen dit veelal om zichzelf verder te kunnen ontwikkelen. Onder de laureaten van de Promotiebeurs voor Leraren zien we relatief veel vrouwen. Het merendeel van de laureaten van deze beurs werkt in het hbo. De vier kleinere beurzen trekken voornamelijk leraren uit het voortgezet onderwijs.
Onderzoeksmethodiek
Voor de evaluatie hebben we de verschillende beurzen met elkaar vergeleken en hebben we gesproken met de uitvoerders. Ook spraken we met docent-onderzoekers aan wie een beurs is toegekend en met onderwijsinstellingen waarvoor zij werken.
Meer informatie?
Lees ons rapport of neem contact op met Kees.
Detachering: Individuele studietoeslag (Inspectie SZW)
De Inspectie SZW doet, op verzoek van de staatssecretaris van SZW, onderzoek naar de individuele studietoeslag. Deze regeling heeft als doel jongeren van 18 jaar en ouder met een arbeidsbeperking, die onderwijs volgen, een financieel steuntje in de rug te geven.
De afgelopen jaren is de individuele studietoeslag diverse malen in de Tweede Kamer aan de orde gekomen. Het ging hierbij vooral om de onderlinge gemeentelijke verschillen in de hoogte van de individuele studietoeslag en de onbekendheid bij de doelgroep. De recente besprekingen in de Tweede Kamer hebben geleid tot de toezegging van de Staatssecretaris om de Tweede Kamer eind 2018 te voorzien van informatie over de uitvoering van de regeling.
Evaluatie Landelijke Commissie Geschillen WMS en Geschillencommissie Passend Onderwijs
Er is een Landelijke Commissie voor Geschillen bij de Wet medezeggenschap op scholen (LCG WMS) en een Geschillencommissie passend onderwijs (GPO). Die krijgen een jaarlijkse subsidie van het ministerie van OCW. OCW-subsidies worden elke vijf jaar geëvalueerd. Wij voerden het recente evaluatieonderzoek uit.
We verzamelden daarvoor informatie over de ontwikkeling van de werkzaamheden van de commissies. Bovendien hielden we interviews met geschilpartijen, belanghebbende organisaties en samenwerkingsverbanden passend onderwijs. De commissies vervullen een belangrijke functie en worden over het algemeen als deskundig en onafhankelijk gezien.
Subsidieregeling praktijkleren 2014-2018
De Subsidieregeling praktijkleren moet werkgevers stimuleren om praktijkleerplaatsen te bieden aan bbl-studenten in het mbo. De regeling is ook bedoeld voor specifieke leerlingen en studenten in andere onderwijssectoren. We voerden op verzoek van het ministerie van OCW een evaluerend onderzoek uit. Daarin onderzochten we de uitvoering, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de regeling. Dat deden we onder andere via een deskresearch, waarin we beschikbare rapporten bekeken. Ook analyseerden we data over subsidieaanvragen en hielden we interviews met belangrijke stakeholders, subsidieaanvragers en opleidingen. Op grond van de resultaten neemt het ministerie een beslissing over de toekomst van de regeling.