Kernwoord: Onderwijsvernieuwing
In het onderwijs volgt de ene vernieuwing de andere op. Die vernieuwingen kunnen grootschalig zijn, maar ook kleinschalig en meer projectmatig. Op alle niveaus onderzoeken wij al jaren de introducties en effecten van onderwijsvernieuwingen. Bij het volgen van deze vernieuwingen worden alle mogelijke onderzoeksmethodieken toegepast: van diepte-interviews, het uitvoeren van audits en casestudies tot grootschalig longitudinale metingen onder alle betrokkenen. We onderzoeken de situatie voor de introductie van de vernieuwing, we helpen bij het opzetten en volgen het proces, we beoordelen de vernieuwing inhoudelijk, doen aanbevelingen voor bijsturing en verzorgen de evaluatie.
Verdiepend onderzoek lente- en zomerscholen
Zittenblijven heeft negatieve gevolgen voor leerlingen en scholen, aangezien het rendement hiervan laag is. Een van de manieren om zittenblijven tegen te gaan is via het organiseren van een lente- of zomerschool.
Wij hebben een verdiepend kwalitatief onderzoek uitgevoerd, om verschillen in zittenblijfpercentages tussen scholen die een lente- en zomerschool hebben georganiseerd te verklaren. De uitkomsten bieden de VO-Raad handvatten om op effectieve wijze zittenblijven op scholen te verminderen. De uitkomsten van het onderzoek zijn voor intern gebruik van de VO-Raad.
Meer informatie?
Neem contact op met Miranda.
Internationalisering in het Amsterdamse voortgezet onderwijs
In het actieplan ‘internationalisering in het onderwijs’ zet de gemeente Amsterdam in op meer en vroeger vreemde talenonderwijs, een stevig internationaal curriculum en internationale uitwisseling. Met een subsidieregeling helpt de gemeente scholen in het primair én het voortgezet onderwijs om hun ambities op dit terrein te realiseren. Voordat de gemeente besloot om ook de scholen in het voortgezet onderwijs te ondersteunen bij de (verdere) internationalisering, vroeg zij ons om de stand van zaken rond de internationalisering in het voortgezet onderwijs in Amsterdam in kaart te brengen.
Het project Wetenschap en Technologie op de pabo’s
In dit onderzoek is nagegaan op welke wijze de landelijke projectleiding en de afzonderlijke pabo’s Wetenschap en Technologie (W&T) verder hebben geïntegreerd in het curriculum van de pabo’s. Hiertoe had het ministerie van OCW extra middelen beschikbaar gesteld en een bestuursakkoord gesloten met de Vereniging van Hogescholen. Uit het onderzoek blijkt dat de landelijke projectleiding een infrastructuur creëerde waarin pabo’s optimaal kennis met elkaar konden delen en goede contacten op zowel bestuurlijk als inhoudelijk niveau met de pabo’s onderhield. De pabo’s blijken de plannen die zij hadden om W&T verder te integreren in hun curriculum te hebben uitgevoerd en soms meer te hebben gedaan dan zij zich voor hadden genomen. In het najaar van 2017 zal moeten blijken in hoeverre W&T daadwerkelijk geintegreerd is in de pabo-curricula.
Meer tijd voor onderwijsverbetering
Op 7 juni 2016 heeft de Tweede Kamer de motie Van Meenen/Ypma aangenomen over het stellen van een maximum aan de lesgevende taak van docenten om zo de werkdruk onder leraren te verminderen en hen meer tijd te geven voor onderwijsverbetering. Regioplan onderzocht in opdracht van het ministerie van OCW hoe onderwijsprofessionals zelf denken over de verschillende mogelijkheden, zoals iets doen aan de onderwijstijd, meer docenten of onderwijsassistenten inzetten, een andere les- en klassenstructuur en/of het onderwijs anders inrichten. Via een digitaal platform en in groepsgesprekken bediscussieerden docenten en schoolleiders de voors en tegens en de effecten van de verschillende opties.
Draagvlak flexibele onderwijstijden
Ten behoeve van het besluitvormingstraject over flexibele onderwijstijden heeft Regioplan, op verzoek van het ministerie van OCW, een draagvlakonderzoek uitgevoerd onder ouders en leerkrachten in het basisonderwijs.
Door middel van digitale vragenlijsten werd geïnventariseerd hoe groot de belangstelling voor flexibele onderwijstijden is bij ouders en in welke mate leerkrachten bereid zijn om met flexibele onderwijstijden te werken.
Meer informatie?
U kunt contact opnemen met Peter.
Evaluatie e-learning ‘Anne Frank in de klas’: meting najaar 2014
‘Anne Frank in de klas’ is een e-learning bestemd voor basisschooldocenten en pabostudenten en ontwikkeld in opdracht van de Anne Frank Stichting. De applicatie bestaat uit het levensverhaal van Anne Frank in de context van de Tweede Wereldoorlog en een Toolkit. Met behulp van deze Toolkit is het mogelijk om met diverse lesonderdelen (bijvoorbeeld een voorleeshaal en een quiz) een lespakket samen te stellen voor leerlingen uit groep 7 en 8.
De Anne Frank Stichting heeft Regioplan gevraagd een evaluatie uit te voeren van deze e-learning met als doel het gebruik en het oordeel over de applicatie in kaart te brengen. Het gebruik van de e-learning is in kaart gebracht door een analyse en weergave van de webstatistieken. Voor het tweede onderdeel heeft Regioplan een aantal docenten uitgenodigd op haar kantoor. De deelnemers hebben achter een pc de e-learning bekeken en beoordeeld aan de hand van een vragenlijst. Hierna volgde een groepsgesprek. Uit deze middag bleek dat de deelnemende docenten de e-learning als bruikbaar, veelzijdig, geschikt voor de doelgroep en met voldoende keuzemogelijkheden bestempelden. Ook werden er suggesties ter verbetering gegeven, welke door de Anne Frank Stichting worden meegenomen in de aanpassing van de e-learning.
Het rapport is niet openbaar, maar kan desgewenst worden opgevraagd bij de Anne Frank Stichting.
Samenwerking in het voortgezet onderwijs
In het kader van de ambitie ‘partnerschap in de regio’ uit het sectorakkoord VO, inventariseerde Regioplan voor de VO-raad de verschillende soorten samenwerkingen (tussen scholen en met relevante partners in de omgeving) waarin scholen en besturen in het voortgezet onderwijs participeren. Het onderzoek was tweeledig. Om te beginnen zijn er telefonische enquêtes afgenomen bij schoolbesturen en -directies. Vervolgens zijn door middel van cases studies acht praktijkvoorbeelden van inspirerende samenwerkingen verder uitgelicht.
Naast een overkoepelend beeld van de verschillende thema’s waarop wordt samengewerkt (en de daarbij horende opbrengsten en knelpunten), leverde dit onderzoek ook inzicht op in de randvoorwaarden voor een goede samenwerking.
Veldverkenning Wetenschap en Techniek (W&T)
Tussen 2004 en 2011 hebben ruim 2500 scholen deelgenomen aan het programma VTB (Verbreding Techniek in het Basisonderwijs). De doelstelling van het programma was de deelnemende basisscholen, financieel en inhoudelijk, te ondersteunen bij een duurzame implementatie van wetenschap en techniek (W&T) in het onderwijs.
Inmiddels zijn we ruim twee jaar verder en hebben er nogal wat veranderingen plaatsgevonden in de begeleidingstructuur, de financiering en de aandacht vanuit de politiek/bestuurlijke omgeving. Gezien deze veranderingen is de vraag gerechtvaardigd of voormalig VTB-scholen de plaats van wetenschap en techniek in het onderwijs hebben weten vast te houden. Om hierop antwoord te kunnen geven, heeft Regioplan in opdracht van het Platform Bèta Techniek een kort onderzoek uitgevoerd onder voormalig VTB-scholen.
Monitor pilot Diagnostische tussentijdse toets
De Diagnostische tussentijdse toets (DTT) is een toets die door docenten kan worden gebruikt om te bepalen of een leerling maatwerk nodig heeft en zo ja, wat voor soort. Het is daarmee een toets om van te leren en geen toets waarop leerlingen en scholen worden ‘afgerekend’. De pilot liep van 2014 tot 2017. In de drie jaar dat de pilot heeft gelopen is een adaptieve toets ontwikkeld voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde.
Wij hebben de pilot begeleid met een monitor- en evaluatieonderzoek. Dit gaf inzicht in de implementatie, het gebruik, de bruikbaarheid en de gevolgen van de toets. In ons rapport geven we verder aan welke voorwaarden leiden tot een succesvolle inzet van de DTT en hoe bredere verspreiding onder de scholen mogelijk is.
De toets is inmiddels openbaar gemaakt en wordt aangeboden door marktpartijen.
Meer informatie?
Het derde en laatste onderzoeksrapport vindt u op de website van het College voor Toetsen en Examens.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jacob.
Groepsgrootte. Verslag van 10 schoolbezoeken.
Net als in 2013 heeft Regioplan, op verzoek van het ministerie van OCW, in november 2013 tien basisscholen bezocht voor een onderzoek naar de groepsgrootteomvang. Voor het onderzoek werden tien scholen geselecteerd die vergelijkbaar zijn wat betreft toegekende middelen per leerling, maar die grote verschillen tonen in hun gemiddelde groepsgrootte. De vraag die in deze gesprekken centraal stond, is welke financiële, personele, demografische, organisatorische en/of onderwijskundige overwegingen er spelen bij de specifieke samenstelling van de groepen. Het rapport bevat een algemeen beeld en casebeschrijvingen.