Kernwoord: Welzijn
Het gemeentelijke beleid met betrekking tot het welzijn van burgers is vastgelegd in nota’s Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Wij zijn op alle terreinen van de WMO actief, van dak- en thuislozen opvang, ondersteuning van mantelzorgers tot de aanpak van huiselijk geweld. Wij schrijven integrale WMO-nota’s, maar ondersteunen u ook bij het formuleren en uitvoeren van beleid op deelterreinen en kunnen u van dienst zijn met behoeftenmetingen en evaluatie van het WMO beleid.
Vakmanschap is sleutel tot kanteling
Een effectieve uitvoering van de WMO vraagt professionals die zich als ware vakmensen gedragen. Dat betekent dat zij zich steeds in hun werk baseren op de meest up-to-date kennis. Het vergt een duidelijk methodisch kader waarbinnen zij werken. Dat kader geeft aan hoe in gelijke omstandigheden en vergelijkbare klantsituaties de professional op een min of meer gelijke manier handelt. Dat zal in ieder geval altijd resultaat in plaats van proces gericht en zoveel mogelijk evidence based in plaats van op intuïtie gebaseerd moeten zijn.
Maatschappelijke businesscase Almere Poort
Almere Poort is al jaren volop in ontwikkeling. Dat maakt het bij uitstek geschikt om ervaring op te doen met de ontwikkeling van nieuw welzijnsbeleid waarin de participatie en de eigen kracht van de bewoners centraal staan.
Tegen deze achtergrond voerde we, in opdracht van de gemeente Almere, een maatschappelijke businesscase welzijn nieuwe stijl uit. Centraal stond hierbij de vraag wat het maatschappelijk rendement kan zijn van het nieuwe welzijnswerk dat ontkokerd is, de vraag van burgers als uitgangspunt neemt en participatie van burgers centraal stelt in de uitvoering.
Met deze de businesscase ondersteunden we de gemeente Almere om beleidskeuzes te maken bij de aansturing, organisatie en uitvoering van het welzijnswerk, in eerste instantie voor Almere Poort, maar uiteindelijk ook voor geheel Almere.
Meer informatie
Het rapport is niet openbaar.
U kunt contact opnemen met Frank.
Detachering: Wmo-beleid in Lansingerland
Regioplan detacheerde onderzoekers Elske Oranje en Katrien de Vaan bij de Rekenkamer Rotterdam voor een onderzoek naar het Wmo-beleid in de gemeente Lansingerland.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) moet ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Gemeenten zijn volgens de wet verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning.
‘De Kanteling’ zorgt voor een omslag van aanbodgericht denken naar vraaggericht denken. Burgers worden steeds meer aangesproken op hun zelfredzaamheid; hun eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid. De groep ‘mensen met een beperking’ heeft daarbij echter ondersteuning nodig. Deze groep staat centraal in dit onderzoek. We onderzochten of voldoende tegemoet gekomen wordt aan het compensatiebeginsel en aan het uitgangspunt van cliëntparticipatie.
Het rapport is te downloaden van de website van de Rekenkamer.
Preventie huiselijk geweld staat op laag pitje
Twee jaar na de invoering van het Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld (RiHG) voerde Regioplan in opdracht van het WODC een evaluatie uit van dit meetinstrument dat voor het tijdelijk huisverbod wordt gebruikt. Hoe werkt het RiHG in de praktijk? De evaluatie is hier
te vinden. Naar aanleiding van deze evaluatie schreven Regioplanners een artikel voor www.socialevraagstukken.nl.
Het huisverbod, dat voor tien dagen kan worden opgelegd bij dreiging van huiselijk geweld, blijkt minder vaak preventief te worden ingezet dan volgens de Wet tijdelijk huisverbod de bedoeling is. Dat komt doordat de uitvoering in handen ligt van de politie. En die wordt vaak pas ingeschakeld als het kwaad is geschied. De auteurs betogen dat het initiatief voor een huisverbodprocedure niet uitsluitend bij de politie moet liggen. Ook andere partijen die de daadwerkelijke dreiging van geweld kunnen bepalen en signaleren, zouden betrokken moeten worden in een vroeg stadium. Het artikel is hier
te vinden.
De gemeentelijke invulling van het huisverbod. Drie keuzes bepalen het verloop en effect.
De kans dat een pleger van huiselijk geweld te maken krijgt met een huisverbod, wordt sterk beïnvloed door een aantal regionale beleidskeuzes. Dat stellen onderzoekers Katrien de Vaan en Ad Schreijenberg. Zij waren betrokken
bij de landelijke procesevaluatie van de Wet tijdelijk huisverbod, die Regioplan uitvoerde in opdracht van het WODC. De invoering van deze wet, twee jaar
geleden, heeft voor alle betrokken partijen een intensieve tijdsbesteding met zich
meegebracht. Gemeenten hebben echter de
ruimte om hier zelf invulling aan te geven.
Regiovisie aanpak huiselijk geweld Flevoland
In opdracht van de gemeente Almere heeft Regioplan een regiovisie opgesteld inzake de aanpak van huiselijk geweld. De visie is geschreven voor alle gemeenten in Flevoland en is in nauwe samenspraak met politie, justitie en het hulpverleningsveld tot stand gekomen. De visie kan bogen op een breed draagvlak onder de gemeenten en de instellingen. Eén van de centrale uitgangspunten van de visie is dat huiselijk geweld via een systeemgerichte aanpak wordt bestreden. De visie bevat tevens een uitvoeringsparagraaf.
Behoefteonderzoek CJG Nijkerk
In Nijkerk opent binnenkort het eerste Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). In opdracht van de gemeente Nijkerk heeft Regioplan onderzocht wat de behoeften en wensen van jongeren en ouders zijn als het gaat om het nieuw te starten CJG. Voor meer informatie zie ook het onderzoek naar het CJG in tien gemeenten.
Doelmatigheid en doeltreffendheid in het sociale domein
Het stadsdeel Oost-Watergraafsmeer subsidieert onder andere tien migrantenorganisaties, een brede welzijnsorganisatie en twee bibliotheekfilialen. Deze organisaties dragen elk op hun eigen manier bij aan het realiseren van de doelstellingen van het centrale welzijnsbeleid van het stadsdeel. Regioplan heeft deze bijdragen in termen van doelmatigheid en doeltreffend in kaart gebracht. Tevens is de subsidierelatie tussen het stadsdeel en de onderzochte organisaties en het beleid van het stadsdeel dienaangaande kritisch beschouwd.
Meer informatie?
Neem contact op met Frank.
Partiële kwaliteitsbepaling Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld (RiHG)
Sinds 1 januari 2009 is de wet Tijdelijk Huisverbod van kracht geworden. Met deze wet wordt de mogelijkheid gecreëerd om in te grijpen in situaties van acute dreiging van huiselijk geweld zonder dat strafbare feiten zijn gepleegd. Om de wet goed te kunnen uitvoeren is het Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld (RiHG) ontwikkeld en in gebruik genomen. Hiermee wordt beoordeeld of in een situatie van (dreigend) geweld een huisverbod moet worden opgelegd. Nadat het instrument één jaar in gebruik was heeft Regioplan in opdracht van het Ministerie van Justitie (WODC) de kwaliteit van het instrument op wetenschappelijke en theoretische basis onderzocht. Resultaten van het onderzoek laten zien dat invullers van het RiHG (Hoofdofficieren van Justitie) wel kanttekeningen bij onderdelen van het instrument plaatsen, maar nauwelijks fundamentele kritiek hebben op het gebruik en de bruikbaarheid van het instrument. Analyse van ingevulde RiHG’s laat onvolkomenheden zien maar dit leidt niet tot de conclusie dat het technisch geen goed instrument zou zijn. In het rapport worden enkele aanbevelingen voor aanpassingen gedaan.
De CJG-vorming begin 2010. Een doorkijk bij tien gemeenten
In opdracht van het ministerie van Jeugd en Gezin heeft Regioplan de CJG-vorming onderzocht in tien gemeenten die al langere tijd bezig zijn met de opzet van het CJG. Het onderzoek laat zien dat de meeste gemeenten, partners en professionals met veel enthousiasme aan de slag zijn gegaan met het opzetten van nieuwe samenwerkingsstructuren en het formuleren van een visie op zorg en hulpverlening. De betrokken organisaties proberen over institutionele belangen heen te stappen en de zorg voor de cliënt centraal te stellen. Het rapport laat ook zien dat dit niet altijd even gemakkelijk is. Er zijn verschillende knelpunten aanwijsbaar binnen de CJG-vorming, zoals het omgaan met privacygevoelige informatie, financiering, afstemming van diensten en producten en het bereiken van jongeren en allochtonen. Het rapport bevat aanbevelingen en tips om de stap naar de opzet van een CJG ook voor andere gemeenten te vergemakkelijken.
Voor meer informatie over het onderzoeksrapport en onze activiteiten op het gebied van de Centra voor Jeugd en Gezin kunt u contact opnemen met Frank Kriek (frank.kriek@regioplan.nl) of Janneke Stouten (janneke.stouten@regioplan.nl), 020-5315315.