Gezondheid en participatie van vluchtelingen

Gezondheid speelt een belangrijke rol bij de arbeidsmarktpositie van vluchtelingen. Gezondheid is nodig om te participeren, maar andersom kan werkloosheid ook negatieve gevolgen voor de gezondheid hebben.

Gezondheid en participatie van vluchtelingen: de rol van gemeenten
Voor gemeenten is het vaak moeilijk om een inschatting te maken van de gezondheid van vluchtelingen en wat dit betekent voor het trajecten richting werk en participatie. Tegelijkertijd is het voor een goede dienstverlening essentieel dat begeleiders in staat zijn problematiek te signaleren, tijdig bespreekbaar maken en wanneer nodig door te verwijzen naar specialistische zorg. Hoe pakken gemeenten dit aan, en welke lessen zijn daaruit te trekken?

Signaleren, vertrouwensband en aandacht voor de context
In drie gemeenten (Amersfoort, Amsterdam en Katwijk) is verkend welke rol gezondheid van vluchtelingen speelt in het beleid en de praktijk van de gemeentelijke dienstverlening richting werk en participatie. Een belangrijke uitkomst is dat het signaleren en bespreekbaar maken van gezondheidsvraagstukken niet altijd eenvoudig is. Het opbouwen van een vertrouwensband en het voortdurend alert blijven op de gezondheid tijdens de begeleiding is daarom essentieel. Bovendien moet de professional daarbij ook aandacht hebben voor andere stressfactoren, zoals een problematische thuissituatie. (Wachten op) gezinshereniging kan bijvoorbeeld een bron van stress zijn.

Een professional vertelt: “Soms doet iemand het heel goed in Nederland en na twee jaar vindt er gezinshereniging plaats. De gezinshereniger zit dan nog in het zwaar gelovige normen- en waardenpatroon van het herkomstland, terwijl de eerste aanvrager zich al sterk heeft aangepast aan de Nederlandse cultuur. Dat veroorzaakt soms een enorme clash. Daarom moet je je ook op de context focussen. Als je je alleen focust op de persoon die tegenover je zit, dan mis je de rest.”

Maatwerk
Hoe kan een traject richting werk en participatie het beste worden vormgegeven wanneer er sprake is van gezondheidsproblematiek? Een belangrijke randvoorwaarde is maatwerk. Geen enkele situatie is hetzelfde. Voor een goede op de persoon afgestemde begeleiding heeft de professional voldoende handelingsvrijheid en tijd nodig.

Passend aanbod
Daarnaast moet er voldoende aanbod zijn op zorg- en welzijnsvlak, afgestemd voor vluchtelingen. Dit is overigens ook een knelpunt. Zo is specialistische zorg vaak niet meteen beschikbaar of toegankelijk: er zijn wachtlijsten, zorgtrajecten zijn niet altijd afgesteld op vluchtelingen en de kosten van trajecten die gemoeid zijn met het gebruik maken van zorg spelen soms een belemmerende rol.

Een professional vertelt: “De wachtlijsten voor psychische hulpverlening belemmeren je in je traject. Als je niet goed slaapt, gaat het niet goed in de les. Zolang het niet zo goed in de les gaat, leer je minder snel de Nederlandse taal. Als je minder snel de Nederlandse taal leert, heb je minder kansen op de arbeidsmarkt.”

Professionals kunnen proberen de wachttijd naar formele zorg te overbruggen door gebruik te maken van het informele aanbod in de omgeving. Ook kunnen zij de vluchteling stimuleren andere activiteiten te ondernemen die bijdragen aan het welbevinden, zoals sporten en bewegen.

Waar kan ik meer lezen?
Dit onderzoek hebben wij samen met het Verwey-Jonker Instituut, Movisie en Pharos uitgevoerd, met subsidie  van ZonMw in het kader van het programma ‘Vakkundig aan het werk’. Het onderzoeksrapport is op de projectpagina te vinden.

Ook heeft het onderzoek geleid tot een handreiking met tips voor professionals die vluchtelingen begeleiden naar werk of andere vormen van participatie. De handreiking is hier te vinden.

Studieboek Theorie en praktijk van arbeid

Er is een nieuw studieboek over arbeid!

Met een bijdrage van Jos Mevissen over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Het studieboek is samengesteld onder redactie van onze ex-collega Fabian Dekker.

Kijk voor meer informatie en om het boek te bestellen op https://www.boomhogeronderwijs.nl/product/100-8389_Theorie-en-praktijk-van-arbeid#omschrijving

Onderzoek Platform Nieuwkomers & Werk

In het project Nieuwkomers en Werk werken een aantal bedrijven en sectoren in Nederland samen aan het ontwikkelen van een meer succesvolle arbeidsintegratie voor nieuwkomers. Er worden initiatieven gestart binnen een viertal sectoren: bouw, entertainment, zorg en ondernemerschap. De initiatieven hebben methodieken ontwikkeld bedoeld om nieuwkomers naar werk toe te leiden. Wij zullen de initiatieven volgen en evalueren.

Het onderzoek bestaat uit het opstellen van  een evaluatiekader, het verrichten van proces- en effectmetingen, het uitvoeren van een externe validering en het verkennen van de mogelijkheden voor opschaling. Het eerste jaar (2019-2020) is ingericht als een pilotfase. In de uitvoering van dit project zal worden samengewerkt met de Vrije Universiteit.

Meer informatie?
Neem contact op met Arend.

Bij elkaar brengen van statushouders en werkgevers in Den Haag

Het vinden van een betaalde baan is voor statushouders geen gemakkelijke opgave, met als gevolg dat een overgrote meerderheid van deze nieuwkomers afhankelijk is van een bijstandsuitkering. In de gemeente Den Haag worden diverse inspanningen geleverd om statushouders te bemiddelen naar werk. Belangrijke instrumenten die de gemeente inzet zijn Matchmaking, Werkervaringsplaatsen en Vrijwilligerswerk.

Haagse Aanpak
Het doel van de aanpak in Den Haag is een snelle integratie en participatie van statushouders. De aanpak kent een aantal uitgangspunten:

  • Snelle integratie en participatie. Een belangrijk streven van de gemeente Den Haag is dat er zo snel mogelijk wordt gestart met de integratie en participatie van statushouders.
  • Integrale aanpak. Parallel aan de routes naar werk en participatie lopen andere zaken zoals maatschappelijke begeleiding en inburgeringscursussen.
  • Maatwerk staat centraal. Alleen met gerichte begeleiding en maatwerk kan voldoende rekening worden gehouden met aanwezige belemmeringen en kan aangesloten worden bij de wensen en de mogelijkheden van statushouders.
  • Groepsdifferentiatie. Den Haag is van mening dat voor de groep statushouders speciale aandacht nodig is.
  • Samenwerking met werkgevers. De gemeente erkent dat voor een goede aanpak men zich ook moet richten op werkgevers.

In de volgende fase van het onderzoek gaan wij in gesprek met statushouders en werkgevers over hun ervaringen en ervaren opbrengsten. Hierna volgt een kwantitatieve analyse. Tot slot interviewen we statushouders, werkgevers en betrokkenen vanuit beleid en de uitvoering in Den Haag over de werkzaamheid van de aanpak.

Wij voeren dit onderzoek uit in het kader van het ZonMw-programma ‘Vakkundig aan het werk’. Het onderzoek heeft als doel zicht te krijgen op de werking en de opbrengsten van de instrumenten die in Den Haag worden ingezet om statushouders en werkgevers bij elkaar te brengen. Het totale onderzoek heeft een looptijd van twee jaar. Vorige maand is het eerste tussenrapport verschenen.

Ga voor het tussenrapport van het onderzoek naar de pagina Bij elkaar brengen van vergunninghouders en werkgevers in Den Haag. Meer weten over dit onderzoek? Neem contact op met Miranda Witvliet.

Vanuit activering naar werk

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van Amsterdammers met een bijstandsuitkering die zonder ondersteuning van de gemeente uitstromen naar werk? Welke handelingsstrategieën gebruiken zij om werk te vinden? We onderzochten voor de gemeente Amsterdam of antwoorden op deze vragen kunnen worden gebruikt om de bestaande dienstverlening te verbeteren. Aanleiding voor het onderzoek was de vaststelling van de gemeente dat bijstandsgerechtigde Amsterdammers van wie de kans op uitstroom gering werd geschat, toch wisten uit te stromen.

Hoger opgeleid en maatschappelijk participerend

Uit ons onderzoek blijkt dat zelfstandig uitstromers onder andere hoger opgeleid en meer taalvaardig zijn en bij aanvang van hun uitkering jonger waren in vergelijking met niet-uitstromers. Ook zijn uitstromers meer intrinsiek gemotiveerd en scoren zij hoger op maatschappelijke participatie dan niet-uitstromers.

Onderzoeksmethodiek

Ons onderzoek kende zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve component. De kwalitatieve component bestond uit interviews met Amsterdammers die op eigen kracht waren uitgestroomd en klantmanagers van de gemeente. Dit onderdeel was voornamelijk gericht op het achterhalen van handelingsstrategieën van uitstromers. De kwantitatieve component bestond uit een bestandsanalyse. Dit had tot doel om kenmerken te vinden waarmee de uitstromers zich onderscheiden van niet-uitstromers.

Meer informatie?
Neem contact op met Yannick.

Het rapport is niet openbaar.

Regioplan 35 jaar: Winterwerksessie Toekomst van werken en leren in de grote stad

We bestaan in 2019 35 jaar! Om dit te vieren organiseren we 8 februari 2019 een Winterwerksessie met als thema ‘de toekomst van werken en leren in de grote stad’. De grootstedelijke arbeidsmarkt verandert snel. Banen verdwijnen, nieuwe functies en werktypen ontstaan. Flexibele vormen van arbeid nemen toe. Het profiel van de (toekomstige) werknemer verandert. Het optimaal benutten van het talent van de (toekomstige) werknemer is een belangrijke uitdaging. Tijdens de Winterwerksessie gaan we samen aan de slag met de vraag wat we moeten doen om dit te bewerkstelligen.

Programma

Onze experts zullen vanuit recent en relevant onderzoek de huidige stand van zaken en uitdagingen schetsen. Hierna stropen we de mouwen op en gaan we in workshops vanuit verschillende invalshoeken aan de slag met het formuleren van oplossingsrichtingen op de uitdagingen waar we nu voor staan:

  • Hoe kunnen leerlingen en werknemers zich voorbereiden op de veranderende arbeidsmarkt van de grote stad?
  • Wat is daar vanuit de overheid voor nodig?
  • Welke rol kunnen werkgevers en het maatschappelijk middenveld daarbij spelen?

Na afloop presenteren de deelnemers hun ideeën, die we via onze website en nieuwsbrieven zullen verspreiden.

De Winterwerksessie wordt gemodereerd door Marinka Kuijpers. Zij is bijzonder hoogleraar leeromgeving en leerloopbanen aan de Open Universiteit.

Voor wie

De Winterwerksessie is bedoeld voor onderzoekers, docenten, actieve studenten en beleidsmakers die zich bezighouden met de onderwerpen toekomstbestendigheid van het onderwijs en de arbeidsmarkt in de grote stad, en die in dit kader graag actief meedenken over talentontwikkeling.

Waar en wanneer

Vrijdag 8 februari, tussen 13.00 en 17.00 uur. Inloop vanaf 12.30 uur. Aansluitend is er een borrel.

Regioplan, Jollemanhof 18 Amsterdam.

 Aanmelden

Geïnteresseerd om met ons mee te denken over de toekomst van leren en werken in de grote stad? U kunt zich hier aanmelden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Miranda Witvliet. Van te voren ontvangt u een korte visiepaper, gebaseerd op recent en relevant onderzoek op dit terrein. Deelname aan de Winterwerksessie is gratis.

Meer verpleegkundigen en medisch ondersteuners nodig door vergrijzing

Nederland vergrijst, hierdoor zijn de komende jaren meer verpleegkundigen en medisch ondersteuners nodig. Deze groeiende behoefte is het sterkst in de regio’s Noordwest Nederland, Den Haag-Leiden en Utrecht.

Groeiende bevolking, meer vergrijzing
De verwachting is dat de Nederlandse bevolking tussen 2018 en 2023 toeneemt van 17,2 miljoen tot 17,5 miljoen. Deze groei komt onder andere door een stijgende levensduur. Het aantal inwoners van zestig jaar en ouder neemt toe (vergrijzende bevolking). Veel medisch ondersteunende en verpleegkundige beroepen behandelen relatief oudere patiënten. Door de vergrijzing ontstaat er op korte termijn extra vraag naar deze beroepen. Dit geldt het sterkst voor dialyseverpleegkundigen, oncologieverpleegkundigen en klinisch perfusionisten. Voor beroepen specifiek gericht op het behandelen van kinderen is de verwachte groei op basis van demografische ontwikkelingen het laagst.

Jaarlijks toenemende zorgvraag tot 2023 op basis van demografische ontwikkelingen

Bron: Regioplan (2018)

Regionale verschillen
De bevolkingsontwikkeling verschilt per regio. De verwachte groei van de bevolking van 2018 tot en met 2023 is voor de regio’s Noordwest Nederland, Den Haag-Leiden en Utrecht meer dan 3 procent. Dit leidt tot meer behoefte aan medische ondersteuners en verpleegkundigen in deze regio’s. Voor de regio’s Limburg, Twente Oost/Achterhoek en Noord Nederland wordt krimp van de bevolking verwacht. Door de toenemende vergrijzing in deze regio’s leidt dit echter niet tot een afname van de zorgvraag, op de regio Limburg na.

Jaarlijks benodigde extra capaciteit (in %) verpleegkundige en medisch ondersteunende functies op basis van demografische ontwikkelingen, 2018 tot 2023

Meer informatie
Wij onderzochten de toekomstige vraag naar FZO-beroepen (verpleegkundigen en medisch ondersteuners) op basis van demografische bevolkingsontwikkeling in opdracht van het Capaciteitsorgaan. Onze volledige rapportage vindt u hier.
Het Capaciteitsorgaan gebruikt dit onderzoek als input voor hun Capaciteitsplan, waarin zij het aantal opleidingsplaatsen voor verpleegkundige en medisch ondersteunende beroepen ramen. Dit Capaciteitsplan vindt u hier.

Naast de toekomstige vraag naar FZO-beroepen onderzochten wij ook de toekomstige vraag naar medisch specialisten op basis van demografische ontwikkelingen. De resultaten van dit onderzoek wordt in de eerste helft van 2019 verwacht.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Hetty Visee of Hedwig Rossing.

Toekomstige vraag FZO-beroepen op basis van demografische ontwikkelingen

Nederland vergrijst, hierdoor zijn de komende jaren meer verpleegkundigen en medisch ondersteuners nodig. Deze groeiende behoefte is het sterkst in de regio’s Noordwest Nederland, Den Haag-Leiden en Utrecht.

Groeiende bevolking, meer vergrijzing

De verwachting is dat de Nederlandse bevolking tussen 2018 en 2023 toeneemt van 17,2 miljoen tot 17,5 miljoen. Deze groei komt onder andere met name door een stijgende levensduur. Het de toename van het aantal inwoners van zestig jaar en ouder neemt toe (vergrijzende bevolking). Hierbij is in toenemende mate sprake van een vergrijzende bevolking. Veel medisch ondersteunende en verpleegkundige beroepen behandelen relatief oudere patiënten. Door de vergrijzing ontstaat er op korte termijn extra vraag naar deze beroepen. Dit geldt het sterkst voor dialyseverpleegkundigen, oncologieverpleegkundigen en klinisch perfusionisten. Voor beroepen specifiek gericht op het behandelen van kinderen is de verwachte groei op basis van demografische ontwikkelingen het laagst.

Regionale verschillen

De bevolkingsontwikkeling verschilt per regio. De verwachte groei van de bevolking van 2018 tot en met 2023 is voor de regio’s Noordwest Nederland, Den Haag-Leiden en Utrecht meer dan 3 procent. Dit leidt tot meer behoefte aan medische ondersteuners en verpleegkundigen in deze regio’s. Voor de regio’s Limburg, Twente Oost/Achterhoek en Noord Nederland wordt krimp van de bevolking verwacht. Door de toenemende vergrijzing in deze regio’s leidt dit echter niet tot een afname van de zorgvraag, op de regio Limburg na.

Het Capaciteitsorgaan gebruikt dit onderzoek als input voor hun Capaciteitsplan, waarin zij het aantal opleidingsplaatsen voor verpleegkundige en medisch ondersteunende beroepen ramen.

Meer informatie?
Neem contact op met Hetty.

Evaluatie van programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’

Welke interventies van maatschappelijke organisaties vergroten de arbeidsparticipatie van nieuwkomers? Wat zijn werkzame elementen in deze projecten? En welke obstakels ondervinden projectleiders, werkgevers en deelnemers nog? Om hier antwoord op te geven, voeren wij onderzoek uit naar het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ van Instituut Gak.

Het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ biedt subsidie aan maatschappelijke organisaties voor projecten gericht op het bevorderen van de arbeidsparticipatie van nieuwkomers. Het programma loopt van 2018 tot en met 2022. Met het onderzoek brengen wij in kaart hoe de projecten in de praktijk werken, in hoeverre ingezette interventies leiden tot arbeidsparticipatie, en welke randvoorwaarden nodig zijn om de effectiviteit van interventies te vergroten.

Tussentijdse bevindingen
In het tussenrapport van juni 2021 beschrijven we de opbrengsten van de eerste 8 afgesloten projecten. Ook bespreken we welke elementen uit de aanpak volgens deelnemers, projectmedewerkers en werkgevers bijdragen aan het vinden van werk of een opleiding.

Stappen gezet richting werk
Een op de drie deelnemers is na het project uitgestroomd naar betaald werk, een opleiding of een andere vorm van (onbetaald) werk. Bij deelnemers die nog niet werken of een opleiding volgen zijn vaak wel stappen in de goede richting te zien. Zo hebben zij hun persoonlijk kapitaal uitgebreid door hun sociale netwerk uit te breiden, hun taalvaardigheid te verbeteren, culturele werknemersvaardigheden te leren of vakspecifieke kennis op te doen. Ook hebben deelnemers vaak meer zelfvertrouwen gekregen door het project en weten zij beter wat zij willen en kunnen. Tenslotte is in veel projecten aandacht besteed aan de Nederlandse arbeidsmarkt en solliciteren, waardoor deelnemers beter zijn in werk zoeken en solliciteren.

Vooral aandacht voor aanbodzijde
Opvallend is dat in de projecten vooral aandacht wordt besteed aan de aanbodzijde door de kennis en vaardigheden van statushouders te verbeteren. De vraagzijde blijft nog onderbelicht. Veel projecten bieden nazorg om de werkgevers en statushouders te begeleiden in de eerste periode. Daarnaast is het belangrijk dat werkgevers tijd willen investeren in het inwerken van een statushouder en collega’s realiseren dat het soms ook aanpassing van hun kant vergt. Om vraag en aanbod samen te brengen lijkt intensieve bemiddeling tussen werkgever en statushouder het meest succesvol.

Meer informatie?
Neem contact op met Jeanine.

Re-integratie van stille reserve uit de WW in het primair onderwijs

Samen met vakbonden en werkgevers kijkt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) naar mogelijke oplossingen voor het lerarentekort in het primair onderwijs. In dit licht heeft het ministerie ons gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de stille reserve: onderwijspersoneel dat momenteel niet meer in het primair onderwijs werkt en een uitkering ontvangt. De centrale vraag van dit onderzoek is of zij weer in het primair onderwijs aan het werk willen en wat hen daarbij kan helpen. Met behulp van een digitale enquête verschaffen we inzicht in hun ervaringen met uitdiensttreding en mogelijke manieren om een terugkeer naar werk te realiseren.

Meer informatie?
Neem contact op met Jos.