Arbeidsmarktmonitor hbo 2017

Om in de personele behoefte van het hbo te kunnen blijven voorzien, laat Zestor, het arbeidsmarkt- en opleidingsfonds van hogescholen, eens in de twee jaar een arbeidsmarktmonitor opstellen. Regioplan heeft in 2017 deze arbeidsmarktmonitor opgesteld, waarbij op basis van bestaande informatie de actuele stand van zaken en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor hbo-personeel is geschetst.

Middels de arbeidsmarktmonitor worden de cao-tafel en de hogescholen voorzien van informatie over de stand van zaken en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van personeel in het hbo. Tevens faciliteert de arbeidsmarktmonitor hogescholen bij het beantwoorden en oplossen van hun personele vraagstukken en knelpunten.

Het volledige rapport vindt u op de website van Zestor.

Evaluaties regionale Werkbedrijven

In de regionale Werkbedrijven werken gemeenten, UWV, regionale werkgevers en vakbonden samen om mensen met een arbeidsbeperking succesvol toe te leiden naar extra banen uit het sociaal akkoord (de banenafspraak).
De regionale Werkbedrijven voeren interne evaluaties uit om succes- en knelpunten boven tafel te halen. In dit onderzoek zijn deze sterke en minder sterke punten van de Werkbedrijven geïnventariseerd en gedeeld, met als doel lessen te formuleren voor de toekomst. De uitkomsten van het onderzoek zijn gepresenteerd aan de trekkers van de regionale Werkbedrijven.

Het onderzoek vond plaats in opdracht van de Werkkamer en het ministerie van SZW. De rapportage is niet openbaar.

Meer informatie?
Neem contact op met Miranda.

Access to social protection for self-employed without employees in the Netherlands

Het aandeel zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in Nederland is in de laatste decennia sterk toegenomen. In opdracht van de Europese Commissie onderzocht Regioplan de oorzaken en gevolgen van het zzp-schap voor de economie, werkenden en het stelsel van sociale zekerheid.

Het rapport is hier te downloaden.

Bij elkaar brengen van statushouders en werkgevers in Den Haag

Het vinden van een betaalde baan is voor statushouders geen gemakkelijke opgave, met als gevolg dat een overgrote meerderheid van deze nieuwkomers afhankelijk is van een bijstandsuitkering. In de gemeente Den Haag worden diverse inspanningen geleverd om statushouders te bemiddelen naar werk. Wij hebben met subsidie van het programma Vakkundig aan het Werk van ZonMw onderzoek uitgevoerd naar de werking en opbrengsten van de instrumenten die in Den Haag zijn ingezet om statushouders en werkgevers bij elkaar te brengen. De uitkomsten hebben betrekking op het beleid zoals uitgevoerd in de periode 2017 tot en met 2018.

Onderzoeksaanpak
Het onderzoek bestond uit een combinatie van effectiviteitsonderzoek en verklarend onderzoek. In de eerste fase is de Haagse aanpak om statushouders richting werk te begeleiden omschreven en de beleidstheorie achter deze aanpak opgesteld. In de tweede fase is een bestandsanalyse en kwalitatief onderzoek onder statushouders, werkgevers en professionals uitgevoerd. Het doel hiervan was om zicht te krijgen op de uitstroom van statushouders naar werk, op de werkzame mechanismen in de begeleiding en daarbij behorende relevante contextfactoren.

Effecten zichtbaar op lange termijn
Uit dit onderzoek blijkt dat het enige tijd kan duren voordat inspanningen van gemeenten om statushouders naar werk te begeleiden zichtbaar worden. In lijn met het landelijke beeld over de arbeidsparticipatie van statushouders constateren we dat van de statushouders die in 2016 een vergunning hebben gekregen 7 procent 18 maanden later aan het werk is, en dan vooral in kleine en tijdelijke banen.

Kansen op arbeidsparticipatie vergroten
Diverse aangrijpingspunten komen uit het onderzoek naar voren om de kans op arbeidsparticipatie te vergroten:

  1. het bieden van maatwerk, waarin het van belang is dat de begeleiding aansluit op wensen en (on)mogelijkheden van zowel statushouders als werkgevers en dat bij de inzet van instrumenten rekening wordt gehouden met de ontwikkelingsfase en achtergrondkenmerken van de statushouders.
  2. het bieden van continuïteit in de begeleiding, via het inzetten van regiehouders of casemanagement en het zorgen voor een warme overdracht.
  3. de vraagzijde (werkgevers) een centrale plek geven in de begeleiding van statushouders naar werk.

Gezondheid en participatie van vergunninghouders. Een verkennende studie naar de rol van gezondheid van vergunninghouders bij de gemeentelijke dienstverlening richting werk en participatie.

Gezondheid en participatie van vluchtelingen: de rol van gemeenten

Gezondheid speelt een belangrijke rol bij de arbeidsmarktpositie van vluchtelingen. Gezondheid is nodig om te participeren, maar andersom kan werkloosheid ook negatieve gevolgen voor de gezondheid hebben. Voor gemeenten is het vaak moeilijk om een inschatting te maken van de gezondheid van vluchtelingen en wat dit betekent voor het trajecten richting werk en participatie. Tegelijkertijd is het voor een goede dienstverlening essentieel dat begeleiders in staat zijn problematiek te signaleren, tijdig bespreekbaar maken en wanneer nodig door te verwijzen naar specialistische zorg. Hoe pakken gemeenten dit aan, en welke lessen zijn daaruit te trekken?

Signaleren, vertrouwensband en aandacht voor de context

In drie gemeenten (Amersfoort, Amsterdam en Katwijk) is verkend welke rol gezondheid van vluchtelingen speelt in het beleid en de praktijk van de gemeentelijke dienstverlening richting werk en participatie. Een belangrijke uitkomst is dat het signaleren en bespreekbaar maken van gezondheidsvraagstukken niet altijd eenvoudig is. Het opbouwen van een vertrouwensband en het voortdurend alert blijven op de gezondheid tijdens de begeleiding is daarom essentieel. Bovendien moet de professional daarbij ook aandacht hebben voor andere stressfactoren, zoals een problematische thuissituatie. (Wachten op) gezinshereniging kan bijvoorbeeld een bron van stress zijn.

Een professional vertelt: “Soms doet iemand het heel goed in Nederland en na twee jaar vindt er gezinshereniging plaats. De gezinshereniger zit dan nog in het zwaar gelovige normen- en waardenpatroon van het herkomstland, terwijl de eerste aanvrager zich al sterk heeft aangepast aan de Nederlandse cultuur. Dat veroorzaakt soms een enorme clash. Daarom moet je je ook op de context focussen. Als je je alleen focust op de persoon die tegenover je zit, dan mis je de rest.”

Maatwerk

Hoe kan een traject richting werk en participatie het beste worden vormgegeven wanneer er sprake is van gezondheidsproblematiek? Een belangrijke randvoorwaarde is maatwerk. Geen enkele situatie is hetzelfde. Voor een goede op de persoon afgestemde begeleiding heeft de professional voldoende handelingsvrijheid en tijd nodig.

Passend aanbod

Daarnaast moet er voldoende aanbod zijn op zorg- en welzijnsvlak, afgestemd voor vluchtelingen. Dit is overigens ook een knelpunt. Zo is specialistische zorg vaak niet meteen beschikbaar of toegankelijk: er zijn wachtlijsten, zorgtrajecten zijn niet altijd afgesteld op vluchtelingen, en de kosten van trajecten die gemoeid zijn met het gebruik maken van zorg spelen soms een belemmerende rol.

Een professional vertelt: “De wachtlijsten voor psychische hulpverlening belemmeren je in je traject. Als je niet goed slaapt, gaat het niet goed in de les. Zolang het niet zo goed in de les gaat, leer je minder snel de Nederlandse taal. Als je minder snel de Nederlandse taal leert, heb je minder kansen op de arbeidsmarkt.”

Professionals kunnen proberen de wachttijd naar formele zorg te overbruggen door gebruik te maken van het informele aanbod in de omgeving. Ook kunnen zij de vluchteling stimuleren andere activiteiten te ondernemen die bijdragen aan het welbevinden, zoals sporten en bewegen.

Waar kan ik meer lezen?
Dit onderzoek hebben wij samen met het Verwey-Jonker Instituut, Movisie en Pharos uitgevoerd, met subsidie  van ZonMw in het kader van het programma ‘Vakkundig aan het werk’. Een pdf van het onderzoeksrapport is hieronder te downloaden.

Ook heeft het onderzoek geleid tot een handreiking met tips voor professionals die vluchtelingen begeleiden naar werk of andere vormen van participatie. De handreiking is gratis te downloaden op de website van Pharos.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Jeanine.

Beleidsdoorlichting emancipatiebeleid

Het doel van het Nederlandse emancipatiebeleid is het realiseren van gendergelijkheid en gelijkheid wat betreft seksuele oriëntatie, genderidentiteit en geslachtskenmerken in de Nederlandse samenleving. Activiteiten voor deze doelen behelzen  agendering en bewustwording van belemmeringen voor gendergelijkheid, het aanjagen van lokaal gendersensitief beleid en het borgen van de juridische gelijke behandeling van lhbti-personen.

Wij brachten in kaart hoe dit beleid uitpakt in de praktijk voor vrouwen en lhbti-personen op een viertal leefdomeinen: arbeid, veiligheid, gezondheid en onderwijs. Met name op het thema gender en gezondheid en het thema veiligheid en sociale acceptatie van lhbti-personen heeft de insteek vruchten afgeworpen. Er is in de afgelopen jaren meer aandacht gekomen voor de genderdimensie bij gezondheidsvraagstukken en gemeenten zijn steeds actiever geworden in het vormgeven van lokaal beleid voor sociale veiligheid van lhbti-personen. Op de terreinen sociale veiligheid voor vrouwen, arbeid en onderwijs blijven de resultaten van de gekozen beleidsinzet nog achter.

Meer informatie?
Wij voerden dit onderzoek uit voor de Directie Emancipatiebeleid van het ministerie van OCW.

Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Jeanine.

Tussen besluit en bezwaar

Burgers die het niet eens zijn met een besluit van de overheid kunnen hiertegen bezwaar maken op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Uit onderzoek is al langer bekend dat de bezwaarprocedure door betrokkenen als formeel en weinig bevredigend wordt ervaren. Dit speelt ook in een grote gemeente in Nederland. Bovendien kost het afhandelen van deze bezwaarschriften de gemeente vaak veel tijd en geld. Deze omstandigheden geven de gemeente aanleiding om te proberen een informele bezwaarprocedure in te richten, waarin zij eerder – dat wil zeggen nog voordat er formeel bezwaar wordt gemaakt – in gesprek raken met de burgers over besluiten waarin zij zich niet kunnen vinden. Door vroegtijdig met de burger in gesprek te gaan over zijn of haar onvrede kan sneller, prettiger en goedkoper een beter besluit tot stand komen.

De gemeente is van plan om een dergelijke informele bezwaarprocedure in de vorm van een pilot uit te proberen en heeft ons gevraagd om hiervoor een vooronderzoek te doen. Om zicht te krijgen op de contouren van zo’n informele procedure, zijn we in gesprek gegaan met burgers, betrokken ambtenaren en advocaten. Dit heeft geleid tot een aantal aanbevelingen voor de pilot.

Evaluatie Wet versterking bestuur pensioenfondsen

In 2014 zijn allerlei onderwerpen gericht op verbetering van de governance van de pensioensector wettelijk geregeld (Wet versterking bestuur pensioenfondsen, Wvbp). In hoeverre heeft dit bijgedragen aan een betere governance in de pensioensector?

Via interviews, webenquêtes onder bestuurders, toezichthouders en leden van verantwoordings- en belanghebbendenorganen en expertmeetings is in beeld gebracht in hoeverre de wetsdoelen van de Wvbp zijn gerealiseerd. Daarnaast zijn aanbevelingen geformuleerd voor verdere verbetering van de governance in pensioenfondsen.

Meer informatie?
De aanbiedingsbrief van dit rapport is te vinden op de website van de Rijksoverheid.

Wij voerden dit onderzoek uit in samenwerking met Swalef Pensioenjuristen Academie, in opdracht van het ministerie van SZW.

U kunt contact opnemen met Bob.

Naar een nieuw jaarplan

In opdracht van de Landelijke Cliëntenraad (LCR) heeft Regioplan een brainstormsessie geleid met de leden van de raad. Tijdens de brainstorm hebben de raadsleden gezamenlijk bepaald wat de belangrijkste problemen zijn waar cliënten in de sociale zekerheid mee te maken hebben. Vervolgens hebben zij besproken hoe deze problemen kunnen worden aangepakt en welke rol de LCR daarbij in het komende jaar kan spelen.

Tel je Geld: eerste indrukken en suggesties ter verbetering

Tel je Geld is een online oefenprogramma voor mensen die minder geld uit moeten of willen geven en mensen die overzicht en inzicht willen hebben in hun inkomsten en uitgaven. Het programma is ontwikkeld voor (jong)volwassenen met een laag opleidingsniveau en heeft tot doel om (grote) schulden te voorkomen. Het programma beoogt een basis te leggen waarmee deelnemers met hun geld leren omgaan op een manier die past bij hun situatie. Er wordt gewerkt aan kennis, vaardigheden (taal, rekenen en digitale vaardigheden) en reflectie op de eigen situatie.

Tel je Geld is sinds 31 oktober 2016 voor organisaties beschikbaar. Oefenen.nl wilde graag meer inzicht in de manier waarop Tel je Geld gebruikt wordt en de ervaringen van verschillende gebruikers met het programma. Het onderzoek heeft een aantal lessen opgeleverd voor doorontwikkeling van het programma. Het rapport is niet openbaar.