Werkveld: Veiligheid en recht
Follow-up genderscan aanpak huiselijk geweld
In het najaar van 2013 voerde Regioplan samen met Projects on Women’s Rights (PoWR) een genderscan uit naar de aanpak van huiselijk geweld in Nederland. Hier kwamen diverse verbeterpunten uit naar voren. Die pakten we in de periode 2014-2016 samen met PoWR, Atria en Movisie op in de ‘follow-up’ van de genderscan. De follow-up richtte zich op het creëren van draagvlak bij gemeenten, partners in de ketenaanpak en professionals in de uitvoering. Daartoe zijn praktische instrumenten voor deze doelgroepen ontwikkeld en is inzichtelijk gemaakt wat de meerwaarde is van gendersensitief handelen. Daarbij staat voorop dat de aanpak van huiselijk geweld in Nederland systeemgericht is en ook moet blijven; gender is een noodzakelijke en waardevolle aanvulling die deze aanpak (nog) effectiever maakt.
Motieven voor en waardering van hoger beroep
Waarom gaan rechtzoekenden in hoger beroep, wat verwachten ze van de appelprocedure, welke ervaringen doen zij daar op en hoe waarderen zij deze procedure uiteindelijk?
De discussie over een effectieve en efficiënte inrichting van de rechtspraak richt zich onder meer op het hoger beroep. De vraag die daarbij rijst, is in hoeverre de procedure van hoger beroep beantwoordt aan haar doelstellingen. Empirische gegevens daarover zijn schaars. Dit onderzoek richt zich op de keuze van rechtzoekenden om wel of geen hoger beroep in te stellen en op hun waardering van de procedure van hoger beroep.
Het onderzoek toont dat bij bestuursrechtelijke en strafrechtelijke zaken rationele kosten-batenoverwegingen domineren bij het al dan niet instellen van hoger beroep. Simpel gezegd: men procedeert verder omwille van een gunstiger uitspraak. In civiele zaken is het beeld gevarieerder: naast kosten-batenoverwegingen spelen hier ook overwegingen ten aanzien van de ervaren rechtvaardigheid van de procedure en de uitkomst. De uitkomst van de procedure blijkt de belangrijkste verklarende factor voor de waardering van de rechtszoekenden voor de hoger beroepsprocedure in de drie rechtsgebieden.
Meer informatie?
U vindt het rapport hier. Daarnaast is een artikel over het onderzoek verschenen in Trema, u vindt het artikel hieronder.
U kunt ook contact opnemen met Bob.
Evaluatie cameratoezicht Amsterdam 2012-2013
Cameratoezicht voor het handhaven van de openbare orde is in de gemeente Amsterdam sinds 1997 mogelijk. In 2013 zijn er 19 cameraprojecten in zes stadsdelen met in totaal 205 camera’s. De plaatsingsbesluiten die aan de cameraprojecten ten grondslag liggen lopen op 31 december 2013 af. Dan zal een nieuw besluit over het al dan niet voortzetten van de cameraprojecten genomen worden. Om die beslissing goed onderbouwd te kunnen nemen liet de gemeente Amsterdam een evaluatieonderzoek uitvoeren. De evaluatie levert een advies op over het voortzetten, aanpassen of beëindigen van de verschillende cameraprojecten.
Op basis van de evaluatieresultaten en het advies van de territoriale subdriehoeken heeft de burgemeester van Amsterdam op 14 april 2014 besloten over de cameraprojecten. Het besluit is hier te vinden. Het rapport is nog niet openbaar.
Genderscan aanpak huiselijk geweld
Samen met Projects on Women’s Rights (PoWR) onderzocht Regioplan de gendersensitiviteit van de aanpak van huiselijk geweld in Nederland. Uitgangspunt bij deze ‘genderscan’ was dat gender een rol speelt bij het ontstaan en voortduren van partnergeweld. Wil de aanpak effectief zijn, dan moet die daar rekening mee houden. Het onderzoek betrof het landelijk en regionaal/lokaal beleid, het ingezette instrumentarium en de uitvoering van de aanpak van partnergeweld.
Het onderzoek laat zien dat het binnen een sekseneutraal geformuleerd beleid, dat zich richt op alle plegers en alle slachtoffers, goed mogelijk is om gendersensitief te handelen. Dat vereist dan wel dat betrokken beleidsmakers, ontwikkelaars van interventies en uitvoerders zich bewust zijn van de relevantie van gendergerelateerde factoren, en daar ook naar handelen. Dat is in Nederland nog niet altijd het geval, hetgeen leidt tot specifieke verbeterpunten voor de aanpak.
Op dit moment werkt Regioplan samen met PoWR, Atria en Movisie aan de follow-up van de genderscan.
Huiselijk geweld in Caribisch Nederland
In 2012 ondertekende Nederland het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul). Het is de bedoeling dat dit verdrag op termijn ook van kracht wordt in Caribisch Nederland. Daarom heeft Regioplan onderzocht wat de stand van zaken met betrekking tot huiselijk geweld op deze eilanden is. Ook is nagegaan wat er nodig is om in dit gebied te komen tot een volwaardige, en bij de problematiek en aard van de eilanden passende, sluitende aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Medio 2014 worden afspraken gemaakt tussen de Nederlandse regering en Caribisch Nederland over het daadwerkelijk vormgeven van die aanpak.
Slachtofferondersteuning door de politie
In het oktobernummer van Secondant (2013) bespreken collega’s Maartje en Joost de uitkomsten van een recent onderzoek naar de slachtofferondersteuning die de politie biedt. Uit het onderzoek blijkt onder andere dat slachtoffers over het algemeen positief zijn over de wijze waarop de politie hen bejegent, maar kritisch zijn over de kerntaken (zoals het opsporen en arresteren van de verdachte(n)) van de politie.
Het artikel dat in Secondant verscheen, kunt u hieronder downloaden.
Het onderzoeksrapport vindt u hier.
Woningovervallen op senioren
Uit een eerdere studie van het KLPD ‘Woningovervallen ontmaskerd’ naar de modus operandi van het fenomeen woningovervallen, is gebleken dat circa één vijfde (21,5%) van de slachtoffers bejaard is, dat wil zeggen 65 jaar of ouder. Deze verkenning die Regioplan in opdracht van Politie en Wetenschap uitvoerde richt zich daarom op senioren als slachtoffer en is gebaseerd op een literatuuronderzoek, analyses van cases in het Landelijk Overvallen en Ramkraken Systeem (LORS) waarbij 573 gevallen uit de jaren 2009 t/m 2012 zijn geanalyseerd en interviews met negen slachtoffers van woningovervallen.
De onderzochte woningovervallen laten zien dat daders van woningovervallen op senioren relatief jong zijn en weinig georganiseerd te werk gaan. Niet zelden loopt een babbeltruc aan de voordeur uit tot een worsteling en het binnendringen van de woning.
Het algemene beeld dat ontstaat is dat (de mate van) verweer daarnaast voornamelijk afhankelijk is van onder andere fysieke persoonskenmerken van slachtoffers. Zoals ook uit eerder onderzoek blijkt, zijn senioren vaker geneigd verweer te plegen dan slachtoffers van woningovervallen in het algemeen (20 ten opzichte van 15%). De slachtoffers die werden geïnterviewd geven aan in een impuls te handelen. In veel van de geanalyseerde gevallen leidt geweld van de zijde van het slachtoffer tot meer geweld van de dader(s). Schreeuwen of op een andere wijze alarm slaan blijkt vaker zijn vruchten af te werpen. Daders slaan doorgaans op de vlucht.
Het gemak waarmee een woning binnen te komen is, is van belang bij de toevalskeuze van daders voor een te overvallen woning. Daarmee wordt niet bewust voor een ouder slachtoffer gekozen. Bij veel van de woningovervallen wordt aangebeld en proberen daders met geweld toegang tot de woning te krijgen.
Regioplan komt op basis van de resultaten met enkele tips voor senioren en voor slachtoffers van woningovervallen in het algemeen.
Het tijdelijk huisverbod: een zorgzame sanctie
Bijna vijf jaar na inwerkingtreding van de Wet tijdelijk huisverbod is de wet veelvuldig onderwerp geweest van evaluaties op lokaal en landelijk niveau. Uit dergelijke evaluaties komen vaak knelpunten naar voren met betrekking tot bijvoorbeeld gemeentelijke werkprocessen of de personele capaciteit van hulpverleningsinstellingen. Slechts beperkt geven de evaluaties zicht op juridische knelpunten in de uitvoering. In 2013 werd een inventariserend onderzoek uitgevoerd, juist op dat thema. In dit artikel komen de belangrijkste bevindingen uit die studie aan bod. Belangrijkste conclusie: er is vooral veel onduidelijkheid over de rechterlijke uitleg van (bepaalde elementen van) de wet. Knelpunten die nopen tot een wetswijziging zijn op grond van het onderzoek niet aan te wijzen.
Het artikel is hier te lezen (abonnement).
Zoekmiddelen bij urgente persoonsvermissingen
In de laatste jaren hebben vermissingen die slecht afliepen veel stof doen opwaaien. Er zijn daarop verschillende rapporten over de juridische mogelijkheden en belemmeringen bij de inzet van zoekmiddelen bij zogenoemde urgente persoonsvermissingen verschenen. Deze hebben nog niet tot een duidelijke conclusie over de eventuele aanpassing van de wet- en regelgeving geleid. Het ministerie van Veiligheid en Justitie wil meer duidelijkheid krijgen over de mogelijkheden om juridische belemmeringen voor effectief politieoptreden rondom vermiste personen weg te nemen en liet hier een onderzoek naar uitvoeren. Onderdeel van het onderzoek betrof onder andere interviews met professioneel betrokkenen (politie/OM) en (juridische) experts. Ook ervaringen met persoonsvermissingen in het buitenland zijn in het onderzoek betrokken.
Hieronder vindt u de samenvatting en de volledige tekst van het rapport.
Herhaling quickscan huisverbod en crisisopvang bij ouderenmishandeling
In 2011 voerde Regioplan in opdracht van het ministerie van VWS een quickscan uit naar het gebruik van het huisverbod en crisisopvang bij de aanpak van ouderenmishandeling. Dit onderzoek vond plaats in het kader van het Actieplan Ouderen in veilige handen. De quickscan resulteerde in een handreiking voor de toepassing van deze instrumenten bij deze vorm van huiselijk geweld. In deze nieuwe quickscan onderzochten we opnieuw het gebruik van het huisverbod en crisisopvang bij ouderenmishandeling, maar ook de bekendheid en het gebruik van de handreiking. Het rapport is niet openbaar.