Effectieve inzet van de academisch opgeleide leraar primair onderwijs

Sinds 2008 kunnen studenten zich aanmelden voor de Academische Pabo. Afronding van deze opleiding levert naast een bachelordiploma voor de opleiding tot Leraar Basisonderwijs ook een Academische bachelor Pedagogische Wetenschappen of Onderwijskunde op. Inmiddels zijn er negentien pabo’s waar de studenten deze opleiding kunnen volgen. Inmiddels ronden de eerste studenten de opleiding af. Het onderzoek, dat we in opdracht van het CAOP hebben uitgevoerd, richt zich op de ervaringen tijdens de stages van studenten van de Academische Pabo en de verwachtingen omtrent de inbreng van leerkrachten met deze opleiding in de toekomst. Hiervoor hebben we een aantal casestudies uitgevoerd waarin met de betrokken partijen is gesproken. Deze partijen bestrijken zowel de pabo als de basisschool. Academisch gevormde leerkrachten worden gezien als een welkome en ook wel noodzakelijke aanvulling op de grotere groep HBO-opgeleide leraren.

Instroom en doorstroom in het primair onderwijs

De arbeidsmarkt voor docenten en schoolleiders in het primair onderwijs heeft een gesloten karakter. De mobiliteit die zich voordoet, is met name beperkte mobiliteit binnen het primair onderwijs en nauwelijks naar andere sectoren.
Tegelijkertijd zal in bepaalde regio’s in Nederland het aantal leerlingen fors afnemen, terwijl in andere regio’s een toename van het aantal leerlingen verwacht wordt. In sommige regio’s zal er dus een overschot aan leraren ontstaan en in andere regio’s een tekort. Door de gesloten arbeidsmarkt kunnen deze schommelingen moeilijk opgevangen worden.

Regioplan heeft in opdracht van het SBO onderzoek uitgevoerd naar het karakter van de arbeidsmarkt in het primair onderwijs en de mogelijkheden en randvoorwaarden om de in- en doorstroom te verbeteren. Scholen zouden de mobiliteit kunnen stimuleren door bijvoorbeeld te werken met regionale mobiliteitscentra en vervangingspools. Of bijvoorbeeld door sterker de baanmogelijkheden in het voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en in andere regio’s onder de aandacht te brengen. Dat kan al op de pabo beginnen.

Verzuim en vervanging in het primair onderwijs 2009

Personeelsverzuim is en blijft een belangrijk thema binnen het onderwijs. In opdracht van het ministerie van OCW en het Vervangingsfonds berekent Regioplan jaarlijks verzuimkengetallen over het primair onderwijs. De cijfers over de ontwikkeling van personeelsverzuim geven inzicht in de mate waarin beleidsdoelstellingen zijn gerealiseerd. Ook worden de verzuimkengetallen gebruikt voor beleidsnota’s, zoals de nota werken in het Onderwijs (WIO). Voor 2009 zijn de verzuimkengetallen berekend op basis van de verzuimregistratie van de salarisverwerkers Raet ECS (voorheen CASO), Raet en Merces. De kengetallen zijn apart berekend voor onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel en uitgesplitst in overig verzuim en ziekteverzuim.

Vervangingsvraag IJssel-Veluwe

In opdracht van het platform onderwijsarbeidsmarkt regio IJssel-Veluwe heeft Regioplan onderzoek gedaan naar de vervangingsvraag als gevolg van vergrijzing bij het onderwijspersoneel in de komende jaren. We hebben hiervoor in kaart gebracht hoeveel docenten de komende jaren met pensioen gaan. Daarnaast hebben we vastgesteld bij welke vakken en op welke niveaus de grootste tekorten gaan ontstaan. Hierdoor heeft de opdrachtgever een gedetailleerd beeld gekregen van de vervangingsvraag op aan het Platform deelnemende scholen. Daarmee kunnen scholen gericht actie ondernemen op te verwachten tekorten in het docentencorps.

Loopbaanmonitor Onderwijs 2011

Ook dit jaar heeft Regioplan de Loopbaanmonitor Onderwijs uitgevoerd. In deze jaarlijkse monitor wordt in opdracht van het ministerie van OCW onderzoek gedaan naar de arbeidsmarktpositie van recent afgestudeerden aan de lerarenopleidingen. Ruim 9000 afgestudeerde leraren uit het jaar 2010 hebben een uitnodiging ontvangen om de enquête in te vullen.
Uit de resultaten blijkt dat direct na afstuderen twee derde van de afgestudeerde leraren in het onderwijs werkt. Ruim 30 procent van de pas afgestudeerde leraren heeft direct na afstuderen een baan buiten het onderwijs, een kleine baan of werkt (nog) niet. Een halfjaar na afstuderen werkt 77 procent in het onderwijs en een jaar na afstuderen 76 procent. Ook dit jaar hebben de afgestudeerden van de lerarenopleiding basisonderwijs meer moeite om een baan in het onderwijs te vinden dan de afgestudeerden van de lerarenopleiding voortgezet onderwijs.
Verder wordt onder andere gevraagd hoe het de leraren binnen het onderwijs bevalt en hoe lang zij nog binnen het onderwijs werkzaam willen blijven. Aan degenen die buiten het onderwijs of niet werken wordt gevraagd wat daarvan de reden is en of zij wel in het onderwijs zouden willen werken.

Loopbaanwensen en -mogelijkheden voor ondersteunend personeel in het voortgezet onderwijs

Van alle werknemers in het voortgezet onderwijs bestaat ongeveer een vijfde uit ondersteunend personeel. In tegenstelling tot leraren is er over de loopbaanwensen en loopbaanmogelijkheden van deze groep personeelsleden niet veel bekend. Dit komt doordat de aandacht, wanneer het om loopbaanontwikkeling gaat, traditioneel vooral uitgaat naar het onderwijzend personeel.

Naast alle aandacht voor het vergroten van de loopbaanmogelijkheden voor leraren, wil de CAO-tafel VO echter ook aandacht besteden aan de mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling voor ondersteunend personeel. In opdracht van SBO heeft Regioplan daarom een verkennend onderzoek verricht naar de loopbaanwensen en loopbaanmogelijkheden van ondersteunend personeel in het voortgezet onderwijs. Naast het rapport is er van dit onderzoek ook een publieksversie verschenen.

Vervangingsvraag Almere-Flevoland

In opdracht van het regionaal platform Almere-Flevoland heeft Regioplan onderzoek gedaan naar de vervangingsvraag als gevolg van vergrijzing bij het onderwijspersoneel in de komende jaren. We hebben hiervoor in kaart gebracht hoeveel docenten de komende jaren met pensioen gaan en vastgesteld bij welke vakken en op welke niveaus de grootste tekorten gaan ontstaan. Daarnaast hebben we deze gegevens uitgesplitst naar de verschillende gemeenten die onder de regio Almere-Flevoland vallen. Hierdoor heeft de opdrachtgever een gedetailleerd beeld gekregen van de vervangingsvraag op aan het Platform deelnemende scholen. Daarmee kunnen scholen gericht actie ondernemen op te verwachten tekorten in het docentencorps.

Integrale personeelstellingen onderwijs (IPTO) 2009

Sinds 1994 worden voor de Integrale Personeelstellingen Onderwijs (IPTO) op persoonsniveau lesgegevens verzameld over het lesgevend personeel in het voortgezet onderwijs. Voor deze tellingen kunnen de scholen voor alle lesgevenden een online formulier invullen of hun gegevens aanleveren via roosterpakketten. Net als eerdere jaren heeft Regioplan ook de gegevens over 2009 verzameld en verwerkt. De IPTO is onder andere van belang om informatie over vakken en de bijbehorende lesuren te achterhalen. Daarnaast zijn er over de IPTO gegevens van 2009 sectorcijfers met betrekking tot het aantal bevoegd gegeven lessen berekend. Regioplan heeft de databestanden opgeleverd aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Er is geen rapport geschreven.

Arbeidsmarktbarometer Voortgezet Onderwijs 2007-2008. Vacatures in het schooljaar 2007-2008

In deze rapportage presenteren we de jaarcijfers voor vacatures voor directiefuncties, leraren en ondersteunend personeel in het voortgezet onderwijs over het schooljaar 2007-2008. Voor alle drie de personeelscategorieën kan worden geconcludeerd dat de spanning op de arbeidsmarkt sinds vorig schooljaar weer lijkt toe te nemen: het aantal openstaande vacatures is gestegen, vacatures staan langer open en het percentage vacatures dat moeilijk vervulbaar wordt geacht, is hoger.

Arbeidsmarktbarometer MBO 2007-2008. Vacatures in het schooljaar 2007-2008

In deze rapportage presenteren we de jaarcijfers voor vacatures voor directiefuncties, leraren en ondersteunend personeel in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie over het schooljaar 2007-2008. Gedurende het schooljaar 2007-2008 kende deze sector in alle drie functiegroepen relatief veel openstaande vacatures. Het percentage onvervulde lerarenvacatures lag, hoewel er minder vacatures zijn ontstaan, op hetzelfde niveau als tijdens het schooljaar 2006-2007. Voor alle functiegroepen geldt dat onvervulde vacatures naar verhouding een langere periode openstonden. De cijfers suggereren dat het in het schooljaar 2007-2008 voor alle functiegroepen lastig was om vacatures ‘tijdig’ te vervullen.