Het delen van informatie bij huiselijk geweld en kindermishandeling

Wanneer mag en moet je, ondanks je medisch beroepsgeheim, informatie delen over huiselijk geweld en kindermishandeling? Die vraag stond centraal in een traject dat we voor de gemeente Rotterdam begeleidden. Informatie delen mag namelijk wel degelijk. Sterker nog: soms moet het gewoon. Maar er is veel onduidelijkheid over en er is zeker ook angst voor de gevolgen. We brachten onder andere in kaart hoe het precies zit met informatie delen bij deze problematiek in relatie tot het medisch beroepsgeheim. En we ondersteunden de gemeente bij het organiseren van een conferentie over dit onderwerp.

Meer informatie?
Neem contact op met Katrien.

Recidive huiselijk geweld Tilburg

In opdracht van de gemeente Tilburg onderzochten wij de recidive op de meldingen huiselijk geweld die Veilig Thuis behandelt. Naast de recidive brachten we ook het verloop van de ketenaanpak in kaart. Het onderzoek heeft een beeld opgeleverd van de recidive in de casuïstiek. De recidive na huiselijk geweld is in Tilburg hoog. Een belangrijke oorzaak daarvoor ligt in de wijze waarop in de keten meldingen worden afgehandeld en opgevolgd. Naar aanleiding van deze uitkomsten heeft de gemeente ons gevraagd om, samen met professionals van Veilig Thuis, de lokale Toegang en Sterk Huis, een verbetertraject te starten.

Meer informatie?
Neem contact op met Katrien.

Detachering: Beleidsadviseur sociaal domein Lelystad

Voor de gemeente Lelystad is onze collega Frank Kriek vier maanden ingezet als adviseur sociaal domein. In die periode heeft hij de gemeente vertegenwoordigd in diverse regionale overlegorganen en actief meegewerkt aan de doorontwikkeling van verschillende dossiers zoals beschermd wonen, de aanpak van verwarde personen en de eigen bijdrage regeling.

Meer informatie?
Neem contact op met Frank.

Advies aan WODC over gender in prevalentieonderzoek huiselijk geweld

Het WODC vroeg ons om te adviseren hoe gender in het komende prevalentieonderzoek naar huiselijk geweld beter kan worden geadresseerd. Met het advies kunnen in het komende onderzoek man-vrouwverschillen, overeenkomsten in slachtoffer- en daderschap, context en impact van het geweld nauwkeuriger kunnen worden gemeten en geduid.

Kleine toevoegingen in de fase 1-vragenlijst van het slachtoffer- en daderonderzoek dragen bij aan meer mogelijkheden om in de analyse tot een gendersensitief beeld te komen. Een grotere aanpassing van de vragenlijst maakt het echter mogelijk om tot een betere en meer gendersensitieve meting van huiselijk geweld te komen; bijvoorbeeld door meetinstrumenten te gebruiken die impact meenemen in de vragen naar geweldsvormen. Daarnaast kunnen dieptestudies daaraan bijdragen.

Voor het advies is met binnen- en buitenlandse experts gesproken. Vervolgens is het in 2010 uitgevoerde onderzoek langs een op wetenschappelijke literatuur gebaseerd toetsingskader gelegd en is een secundaire analyse op de data uit het prevalentieonderzoek van 2010 uitgevoerd.

Wij brachten het advies uit samen met Bureau Dijkstra.

Meer informatie?
Neem contact op met Katrien.

Naar een nieuwe onderzoeksagenda voor het Longfonds

Regioplan heeft het Longfonds ondersteund bij het opstellen van een nieuwe onderzoeksagenda. Het project bestond uit vijf focusgroepen. De eerste gesprekken vonden plaats met patiënten en behandelaars, om in kaart te brengen waar mensen met longziekten tegenaan lopen. Hieraan hebben patiënten met verschillende longziekten en van verschillende leeftijden deelgenomen. Ter afsluiting van het project vond een groepsgesprek met wetenschappers plaats, om potentiële onderzoeksvragen voor de nieuwe onderzoeksagenda van het Longfonds te bediscussiëren. Het rapport is niet openbaar.

Evaluatie Sterk in je Netwerk, opvolgonderzoek SIJN II

De methodiek Sterk In Je Netwerk (SIJN) is door RIBW K/AM ontwikkeld in opdracht van de gemeenten Haarlem en Zandvoort en is erop gericht het sociale netwerk van zorgvragers te vergroten en te versterken.

Na de pilotfase in 2013 is de methodiek doorontwikkeld en gedigitaliseerd, en wordt nu in toegepast in meerdere sectoren: GGZ, welzijn en maatschappelijk werk. De inzet van de methodiek moet inzicht bieden in het netwerk van de cliënt, de mogelijkheden om het netwerk optimaal in te zetten en de eigen kracht en zelfredzaamheid te vergroten. Hierdoor zou op termijn de professionele zorg kunnen afnemen. Regioplan verricht de monitoring en evaluatie van het gebruik van de methodiek, om onder andere vast te stellen of beoogde resultaten daadwerkelijk zijn behaald.

Ervaringen van instellingen na een jaar decentralisatie

Een jaar na de decentralisaties in het sociale domein maken instellingen voor zorg en begeleiding zich grote zorgen over de toegankelijkheid en over de kwaliteit van de ondersteuning die zij cliënten kunnen bieden. Dat blijkt uit een enquête uitgevoerd door Regioplan onder ruim 175 instellingen voor zorg en begeleiding. Ruim de helft van de bevraagde aanbieders twijfelt of gemeenten wel goed in staat zijn om te bepalen welke ondersteuning burgers nodig hebben. Steeds meer cliënten zitten thuis omdat er onvoldoende aanbod aan ondersteuning is.

De Amsterdamse aanpak van seksueel geweld

Regioplan heeft voor de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven van de gemeente Amsterdam, een advies opgesteld over de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld in Amsterdam.
In Amsterdam worden de meeste slachtoffers van seksueel geweld opgevangen bij de politie en in ziekenhuizen.
Een deel van de slachtoffers wordt goed geholpen, maar er is ook een groep slachtoffers dat niet tijdig of adequaat geholpen wordt. Doel van het onderzoek was achterhalen hoe dit in elkaar steekt en welke aanpak de gemeente Amsterdam kan volgen om deze slachtoffers wel de juiste hulp en ondersteuning te kunnen bieden, zonder dat voorbij wordt gegaan aan de huidige uitvoeringspraktijk en samenwerking tussen partijen.
Het advies dient voor de gemeente Amsterdam als input voor bestuurlijke besluitvorming over de aanpak van seksueel geweld. Het rapport is (nog) niet openbaar gemaakt.

Haalbaarheidsonderzoek informantenstudie ouderenmishandeling

Is het haalbaar om door middel van een informantenstudie de aard en omvang van ouderenmishandeling in Nederland in kaart te brengen? Over die vraag boog Regioplan zich in opdracht van het SCP. Ouderenmishandeling is een probleem dat grotendeels verborgen blijft: het wordt niet geregistreerd, mensen praten er niet gemakkelijk over.

Een informantenstudie brengt met behulp van professionals die met de doelgroep werken de aard en omvang van een probleem in kaart. In 2010 is op deze manier een inschatting gemaakt van de problematiek van kindermishandeling. Ouderenmishandeling is echter een ander soort problematiek, waardoor de methode van deze studie naar kindermishandeling niet zomaar gerepliceerd kan worden.

Het rapport is te vinden op de website van het SCP. Het SCP heeft de uitkomsten van het onderzoek meegenomen in haar advies aan het ministerie van VWS over prevalentie-onderzoek naar ouderenmishandeling. Naar verwachting wordt in het najaar van 2015 meer duidelijk over of en hoe deze prevalentie onderzocht zal gaan worden.

Voorbereiding proces- en effectevaluatie gewijzigde kinderbeschermingswetgeving

Per 1 januari 2015 is de gewijzigde kinderbeschermingswetgeving in werking getreden. De wetswijziging gaat gepaard met monitoring en evaluatie. In 2015 heeft Regioplan onderzocht op welke wijze de effecten van de gewijzigde kinderbeschermingswetgeving geëvalueerd kunnen worden, wat de situatie is voor de invoering van de gewijzigde wetgeving (nulmeting) en wat de situatie is in de maanden na de invoering van de gewijzigde wetgeving (stand-van-zaken-meting). Onderwerp van onderzoek zijn alleen de wijzigingen in de kinderbeschermingswetgeving. Het gaat dus niet om een evaluatie van de kinderbeschermingswetgeving als geheel, noch om het functioneren van de instanties die bij de uitvoering van de wetgeving betrokken zijn, noch om de effectiviteit van de kinderbeschermingsmaatregelen.