Werkveld: Zorg
Onderzoeksagenda Diabetes Fonds
In opdracht van het Diabetes Fonds heeft Regioplan onderzoek gedaan onder Diabetespatiënten. Het doel van het onderzoek was om de problemen waar zij in het dagelijks leven tegenaan lopen in kaart te brengen, evenals de oplossingsrichtingen die zij daarvoor zien.
Het project bestond uit vijf focusgroepen. Alle groepen hadden een andere samenstelling qua leeftijd en type diabetes. Daarnaast vond een gesprek plaats met ouders, over de vraag waar je als ouder van een jong kind met diabetes tegenaan loopt. Het fonds zal de uitkomsten van het onderzoek gebruiken bij het opstellen van een beleidsvisie en onderzoeksagenda voor de periode 2016-2019. Het rapport is niet openbaar.
Zie ook het artikel in onze nieuwsbrief.
Onderzoeksagenda Hartstichting
De Hartstichting heeft voor het eerst al haar stakeholders betrokken bij het opstellen van een nieuwe onderzoekagenda. Wij ondersteunden de stichting hierbij door negentien groepsgesprekken te organiseren met de belangrijkste stakeholders van de Hartstichting: patiënten met hart- en vaatziekten en hun naasten, wetenschappers, zorgprofessionals, donateurs en vrijwilligers. Deelnemers konden onderwerpen inbrengen waarnaar de Hartstichting volgens hen de komende jaren onderzoek zou moeten laten doen. Vervolgens stelden de deelnemers onder begeleiding gezamenlijk prioriteiten. In totaal hebben 160 mensen hun bijdrage hieraan geleverd.
Op basis van de uitkomsten van de groepsgesprekken organiseerden we samen met de Hartstichting een online stemming waarbij ruim twaalf duizend mensen hun stem uitbrachten op de uitgekozen onderzoeksonderwerpen. Het eindresultaat is een top vijf van onderzoeksthema’s waarin de Hartstichting de komende vijf jaar 50 miljoen euro wil investeren.
Meer informatie?
Wilt ook u weten welke prioriteiten uw organisatie volgens uw stakeholders zou moeten stellen? Neem contact op met Yannick.
Evaluatie gebiedsteams Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg
Zijn met de gebiedsteams de voorwaarden geschapen voor een effectieve aanpak in het sociaal domein? Kunnen op de lange termijn de beoogde effecten van de transformatie bereikt worden?
De gebiedsteams hebben een belangrijke functie binnen de transformatie: het organiseren van eigen kracht en preventie. Daarom is de verwachting dat het functioneren van de gebiedsteams een belangrijk effect heeft op de kwaliteit en de kosten van de zorg. We voerden dit onderzoek uit in opdracht van de rekenkamercommissie van de gemeenten Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg. De rekenkamercommissie concludeert, op basis van het onderzoek, dat de voorwaarden nog onvoldoende geborgd zijn om het beoogde effect van de transformatie te realiseren.
Meer informatie?
Neem contact op met Katrien.
Beschermd wonen in de regio Zaanstreek-Waterland
Vanaf begin 2015 wordt het beschermd wonen gericht op participatie overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo en zal het zodoende onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten vallen. De gemeente Zaanstad wil zich goed voorbereiden op de nieuwe taken die volgen uit deze decentralisatie en daarvoor de kansen en risico’s op dit – voor de gemeente – nieuwe terrein in beeld brengen.
Wij voerden voor de gemeente Zaanstad een onderzoek uit om te achterhalen welke aanbieders in de regio begeleiding voor de doelgroep ZZP-C geïndiceerden uitvoeren, welke begeleiding er wordt aangeboden, wat de capaciteit van aanbieders is en hoe de huidige situatie op het gebied van wachtlijsten, instroom, doorstroom en uitstroom van cliënten is. De kansen en risico’s op het beleidsterrein werden in beeld gebracht met interviews en een groepsgesprek.
Kinderopvang en sociaal-medische indicatie – een scenariostudie
In 2005 is de Wet op de kinderopvang in werking getreden, die de stelselverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de kinderopvang bij de gemeenten legt. Artikel 23 van de wet zou voorzien in de mogelijkheid dat ouders die in principe niet voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang in aanmerking komen, toch gesubsidieerd gebruik kunnen maken van kinderopvangvoorzieningen als er sprake is van sociaal-medische redenen. Dit artikel is nooit in werking getreden. Daarvoor in de plaats is een tijdelijke regeling getroffen die gemeenten de mogelijkheid biedt een eigen gemeentespecifieke regeling te treffen en zijn er via het gemeentefonds gelden beschikbaar gesteld.
Regioplan bracht voor het ministerie van SZW in kaart op welke manier gemeenten uitvoering geven aan de regeling en wat hun ervaringen en wensen zijn ten aanzien van een eventuele wettelijke borging daarvan. Op grond daarvan zijn een aantal scenario’s voor het al dan niet wettelijk borgen van de regeling en de mogelijkheden daarvoor geschetst.
Wmo Klantonderzoek Leeuwarden
Dit onderzoek voor de gemeente Leeuwarden – onder inwoners die hulp en ondersteuning krijgen vanuit de Wmo – richt zich op hun tevredenheid over de bejegening, het verkregen advies en de eventuele voorzieningen waar zij gebruik van maken. Het onderzoek besteedt daarnaast aandacht aan de vraag in hoeverre deze inwoners geholpen zijn met de oplossingen die vanuit de gekantelde Wmo-werkwijze voor hun beperkingen worden ontworpen. Het is daarmee ook een onderzoek naar het effect van de Wmo, voor wat betreft dit onderdeel van de wet. De vragenlijst die Regioplan ontwikkelt is ook toepasbaar in andere gemeenten.
Hulpbehoefte en hulpaanbod cultureel-etnische en religieuze LHBT’S
Regioplan en het Amsterdam Center for the Study of Lived Religion van de Vrije Universiteit hebben in opdracht van het ministerie van OCW onderzoek uitgevoerd naar de mate waarin cultureel-etnische en religieuze Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen en Transgenders (LHBT’s) onvrijheid ervaren om hun seksuele oriëntatie en gedrag vorm te geven op een door hen gewenste wijze, de wijze waarop zij met deze onvrijheid omgaan en de mate waarin hulpverleningsinstanties zicht hebben op de hierboven genoemde problematiek en daarop inspelen.
Het onderzoek laat zien dat er duidelijk behoefte bestaat aan hulp en dat de betrokkenen die vooral zouden willen (hebben) ontvangen van professionals en, anderzijds, van LHBT-zelforganisaties. Van zo’n professional verwachten ze dat het een goede vertrouwenspersoon is die ervaring heeft met de doelgroep en een gedegen opleiding achter de rug heeft. Veel minder belangrijk vinden ze persoonsgebonden kenmerken van de hulpverlener.
Gespecialiseerde voorzieningen (van zowel professionele als zelforganisaties) zijn vrijwel alleen te vinden in de grote steden. De kennis van specifieke problematiek is maar op een beperkt aantal plekken aanwezig en de weg daarnaartoe is lang en hobbelig, doordat hulpverleners in de eerste lijn (huisartsen, maatschappelijk werkers e.d.) onvoldoende op de hoogte zijn van de mogelijkheden die er in den lande bestaan, of onvoldoende sensitief zijn voor de bijzondere moeilijkheden waar de betrokkenen zich voor gesteld zien. Informatie op het internet voorziet slechts ten dele in deze behoefte.
Uitvoering Wmo in Baarn: de Kanteling
Wat is het effect van de gekantelde werkwijze bij de uitvoering van de Wmo? Over die vraag boog de Rekenkamercommissie van Baarn zich. Regioplan hielp de commissie daarbij. We voerden groepsgesprekken met Wmo-cliënten over hoe zij ‘de Kanteling’ ervaren en in hoeverre zij zich geholpen voelen. Het onderzoek leverde relevante informatie op voor de decentralisatie van de AWBZ, aangezien daarbij wordt voortgebouwd op de ideeën over eigen kracht, sociaal kapitaal en het primaat van preventie achter de Kanteling.
Het rapport is hier te vinden, onder afgeronde onderzoeken.
De Delftse zorgstructuur rondom scholieren: De gemeente een zorg?
Het onderwijs is samen met de gemeente verantwoordelijk voor het bieden van zorg aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De zorg voor jeugd is sterk in beweging. Regioplan heeft daarom samen met de Delftse Rekenkamer onderzoek gedaan naar het functioneren van de zorgstructuur rondom leerlingen en de aansluiting tussen de zorg binnen het onderwijs en het gemeentelijk beleid rond zorg voor jeugd. Het rapport biedt de Delftse gemeenteraad handvatten voor het oppakken van haar kaderstellende en controlerende taak ten aanzien van de (nieuwe integrale) zorg voor jeugd.
Follow-up genderscan aanpak huiselijk geweld
In het najaar van 2013 voerde Regioplan samen met Projects on Women’s Rights (PoWR) een genderscan uit naar de aanpak van huiselijk geweld in Nederland. Hier kwamen diverse verbeterpunten uit naar voren. Die pakten we in de periode 2014-2016 samen met PoWR, Atria en Movisie op in de ‘follow-up’ van de genderscan. De follow-up richtte zich op het creëren van draagvlak bij gemeenten, partners in de ketenaanpak en professionals in de uitvoering. Daartoe zijn praktische instrumenten voor deze doelgroepen ontwikkeld en is inzichtelijk gemaakt wat de meerwaarde is van gendersensitief handelen. Daarbij staat voorop dat de aanpak van huiselijk geweld in Nederland systeemgericht is en ook moet blijven; gender is een noodzakelijke en waardevolle aanvulling die deze aanpak (nog) effectiever maakt.