Werkveld: Arbeid en sociale zekerheid
Beslagleggen over de grens
Praktisch en verkennend onderzoek naar mogelijkheden en onmogelijkheden om in het kader van bijstandsfraude beslag te leggen op in het buitenland aanwezig vermogen van (ex-)bijstandsgerechtigden.
De beslagmogelijkheden zijn verkend voor de volgende buitenlanden: Aruba, België, Bosnië & Herzegovina, Duitsland, Frankrijk, Kroatië, Marokko, Nederlandse Antillen, Polen, Rusland, Servië, Suriname, Turkije en het Verenigd Koninkrijk.
Regioplan heeft het onderzoek in samenwerking met Holland Van Gijzen Advocaten & Notarissen en Ernst & Young Belastingadviseurs uitgevoerd. Het
Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF) van het UWV was de opdrachtgever.
Deze publicatie is niet openbaar. Hieronder vindt u een artikel dat over dit onderzoek is verschenen.
Borging in beweging: stand van zaken hoogwaardig handhaven WWB 2010
Regioplan deed onderzoek naar de mate waarin begin 2010 het concept Programmatisch Handhaven is verankerd en geborgd in de gemeentelijke beleids- en uitvoeringspraktijk van de WWB. Het onderzoek was een vervolg op een nulmeting die in 2007 is uitgevoerd.
Regioplan heeft in kaart gebracht wat gemeenten hebben gerealiseerd met de 36 miljoen euro die eenmalig is toegevoegd aan het gemeentefonds om de borging en verankering en te stimuleren, en in welke mate deze subsidie heeft dit bijgedragen aan de ambities van het bestuursakkoord tussen het ministerie van SZW en de VNG. Ook heeft deze 1-meting aanknopingspunten opgeleverd voor verbetering van de uitvoeringspraktijk van gemeenten en aanbevelingen voor het Handhavingsprogramma 2011-2014.
Uit het onderzoek blijkt dat het Programmatisch Handhaven ten opzichte van 2007 verder is verankerd is in de gemeentelijke beleidscyclus. Voor de verdere ontwikkeling vragen twee aspecten om aandacht, te weten de positie van de uitvoerders ten aanzien van het Programmatisch Handhaven en de samenwerking in de keten van Werk en Inkomen.
Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners
Sinds invoering van de WIA hebben zieke werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt verklaard worden geen recht meer op een arbeidsongeschiktheidsduitkering. Van deze werknemers wordt verwacht dat zij zelf in hun inkomen kunnen voorzien. Een relatief grote groep slaagt er echter niet in het werk te hervatten. Regioplan onderzocht in hoeverre de door UWV vastgestelde beperking en / of de gezondheidsbeleving van deze werknemers van invloed is op de kans op werkhervatting. Gezondheidsbeleving blijkt belangrijker te zijn voor de kans op werkhervatting dan de door UWV vastgestelde beperkingen. Gezondheidsbeleving alleen kan echter niet verklaren waarom de ene 35minners het werk wel en de andere het werk niet hervat. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat met name de werknemers met een zwakke uitgangspositie er niet in slagen het werk te hervatten.
Evaluatie stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle
De TSIOC-Abw was van kracht van 3 mei 2003 tot en met 2010 en bevatte drie tijdelijke subsidieregelingen voor gemeenten. Om te beslissen over een voortzetting van de regeling na 2010 heeft het ministerie van SZW Regioplan de opdracht gegeven om de TSIOC te evalueren. De kernvraag hierbij is of er nog noodzaak bestaat om gemeenten financieel of facilitair te ondersteunen bij de uitvoering van het gemeentelijk handhavingsbeleid bij de uitvoering van de bijstandswetten.
Het rapport heeft mede geleid tot de beslissing om de regeling niet na 2010 te verlengen. De regeling past niet in de systematiek van de WWB, omdat de regeling de financiële prikkel wegneemt om zelf prioriteiten ten aanzien van de apparaatskosten te stellen.
Opbrengsten van de TOA-aanpak
Medio 2008 is vanuit het coalitieakkoord de Taskforce Technologie Onderwijs Arbeidsmarkt (TTOA) ingesteld. De TTOA heeft tot taak om met een gerichte aanpak het tekort aan technici en technologen aan te pakken. Sinds medio 2008 zijn in totaal zeven pilotregio’s in Nederland gestart met de TOA-aanpak.
Ruim twee jaar na de start van de TTOA is in opdracht van de interdepartementale programmadirectie KenI, bestaande uit de ministeries van EZ, OCW en SZW, onderzocht wat de opbrengsten zijn van de TOA-aanpak.
Het eindrapport is nu openbaar en vindt u hieronder.
Best practices arbeidsveiligheid buitenlandse werknemers
Uit de veiligheidsverbetertrajecten in het kader van het Programma Versterking Arbeidsveiligheid (VAV) is naar voren gekomen dat bedrijven vaak te maken hebben met diversiteit op de werkvloer wat voor veiligheidsproblemen kan zorgen. Tevens is recent gebleken dat het aantal dodelijke arbeidsongevallen bij niet-ingezetenen relatief hoog is.
In dit onderzoek zijn in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tien best practices in het omgaan met verschillen in taal en cultuur geselecteerd die als voorbeeld kunnen dienen voor andere bedrijven. De best practices zijn grofweg in te delen in bedrijfsspecifieke en bedrijfsoverstijgende aanpakken.
Zorgopleidingen in de polder: Evaluatie Opleidingsfonds en CBOG
Kwalitatief hoogwaardige zorg begint met goed opgeleide professionals. Het Opleidingsfonds faciliteert dit streven. Het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg tracht hier samenhang en structuur in te brengen. Met het opleiden van zorgprofessionals is veel geld gemoeid en dit vraagt om een transparante en toetsbare verdeling waarbij kwaliteit en gelijkwaardigheid worden bevorderd.
In opdracht van het ministerie van VWS is door Regioplan een onafhankelijke evaluatie uitgevoerd van het Opleidingsfonds en het CBOG. In de kern gaat het hierbij om drie vragen: (1) zijn de doelen gehaald? (2) zijn er mogelijke oorzaken (succes- en faalfactoren) aan te wijzen? (3) kan de organisatie of het proces worden verbeterd en zo ja, welke alternatieven zijn aan te bevelen?
Tariefstelling ZZP’ers. De markt dicteert de hoogte van het zzp-tarief
Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) brengen gemiddeld 63 euro per uur in rekening, zo blijkt uit de Eigenbaaswijzer. De hoogte van de tarieven is vooral afhankelijk van het beroep en de sector waarin de zzp’er werkzaam is. Zo brengen zelfstandig adviseurs en zzp’ers in de ICT gemiddeld tussen de €70,- en €135,- per uur in rekening. Zzp’ers die als trainer, coach of docent werken hebben een lager uurtarief: zo’n €30,- tot €85,- per uur. Zzp’ers in de zorg zijn veelal gebonden aan de vergoedingen die particulieren ontvangen en die variëren tussen de 30 en 50 euro afhankelijk van de type zorg die ze verlenen (persoonlijke verzorging, begeleiding of verpleging). Zzp’ers in de zorg die via bemiddelingsbureaus werken verdienen zo’n 20 euro per uur. Daarnaast hanteren zzp’ers in de bouw een tarief van zo’n 30 á 45 euro per uur. Er zijn grote verschillen in uurtarieven van zzp’ers geconstateerd met forse uitschieters naar beneden (10 euro) en naar boven (350 euro).
Uit de Eigenbaaswijzer blijkt ook dat slechts een beperkt deel van de zzp’ers een uitgebreide kostenberekening maakt die ze als basis gebruiken voor hun tariefstelling. De meeste zzp’ers baseren hun tarief op wat de markt wil betalen en wat hun concurrenten vragen. Vier van de tien zzp’ers heeft het afgelopen jaar lagere tarieven gehanteerd om een ‘goede’ concurrentiepositie te behouden in de huidige economische situatie. De vraag is in hoeverre dit een verstandige keuze is. De markt dicteert weliswaar de hoogte van de tarieven, maar de vraag is of dit tarief voldoende is voor de zzp’er om winstgevend of zelfs kostendekkend te zijn. Uit de Eigenbaaswijzer blijkt er zzp’ers zijn zeer lage tarieven (10 tot 30 euro) in rekening brengen, wat de kans op winst bij een reguliere werkweek klein maakt. Hebben (deze) zzp’ers tariefbescherming nodig? Dient er een minimumtarief te komen? Uit de expert interviews die onderdeel van het tarievenonderzoek waren, bleek dat ondernemers liever zelf hun tarief bepalen. Zzp’ers onderschrijven wel het belang van bewustwording over tarief en tariefopbouw. Hier is volgens hen een rol weggelegd voor de belangenbehartigers.
De Stichting Loonwijzer heeft in samenwerking met Regioplan Beleidsonderzoek, FNV Zelfstandigen en Universiteit van Amsterdam/AIAS de Eigenbaaswijzer opgezet. De Eigenbaaswijzer verzamelt tariefinformatie van zelfstandig ondernemers zonder personeel. Dit instrument is een aanvulling op de Loonwijzer, welke al vele jaren met succes salarisinformatie van werknemers verzameld.
www.eigenbaaswijzer.nl
Oost-Europeanen in Brabant, zorg of zegen?
Centraal thema van het seminar was de komst van Oost-Europeanen uit EU-landen en de betekenis daarvan voor de Nederlandse samenleving. Onderzoeker dr. C. van Rij gaf inzicht in de feiten, waarna een discussie volgde met enkele panelleden en de zaal.
Evaluatie premiegroepensystematiek WW
Op 1 januari 2006 is in vijf sectoren de premiegroepensystematiek binnen de WW ingevoerd (agrarische bedrijven, bouwbedrijven, culturele instellingen, horecabedrijven algemeen en schildersbedrijven). In deze sectoren is de hoogte van de werkgeverspremie afhankelijk gemaakt van de contractduur. Het doel van de premiegroepensystematiek is om cyclische werkloosheid en seizoenswerkloosheid terug te dringen en daarmee het seizoensgebonden gebruik van de WW tegen te gaan. Regioplan heeft in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de premiegroepensystematiek geëvalueerd. Een deel van de opdracht is uitbesteed aan SEO Economisch Onderzoek, namelijk het uitvoeren en verslaan van de kwantitatieve analyses.