Even uitblazen. Eén jaar rookvrije horeca

Vanaf 1 juli 2008 mag er niet meer gerookt worden in de horeca. Werkgevers moeten in de horeca, net als in andere sectoren, ervoor zorgen dat het personeel kan werken zonder hinder van tabaksrook. De in- en uitvoering van dit beleid is in de horeca echter niet zonder slag of stoot verlopen: Minister Klink is bestookt met kamervragen, rechtszaken en schadeclaims. Of de onduidelijkheid, onrust en onvrede terecht is, werd door Regioplan onderzocht in de evaluatie van de invoering van de rookvrije horeca. Het onderzoek richtte zich o.a. op het beantwoorden van de volgende vragen:

  • Wat zijn de gevolgen voor de volksgezondheid?
  • Hoe wordt het verbod door horecaondernemers nageleefd?
  • Wat zijn de economische effecten voor de horecaondernemer?
  • Wat zijn de effecten op rookgedrag in het algemeen?

De resultaten zijn 1 december 2009 aan de Tweede kamer gepresenteerd.

Monitor onderkant arbeidsmarkt regio Amersfoort

Een regionaal en gezamenlijk vormgegeven arbeidsmarktbeleid moet gevoerd worden op basis van gemeenschappelijke belangen en inzichten. Er moet draagvlak worden gevonden en commitment worden gecreëerd. Dat gebeurt niet met het aanbieden van zo uitgebreid mogelijke tabellenboeken.

Deze monitor wijkt daarom af van wat gangbaar is. De informatie is geselecteerd op basis van de informatiebehoeften van de partijen in de regio Amersfoort die een rol spelen of kunnen spelen in het arbeidsmarktbeleid. Met andere woorden: deze monitor bevat alleen die gegevens die relevant worden geacht voor het opzetten of uitvoeren van lokaal en regionaal arbeidsmarktbeleid.

De verschillende onderdelen in de monitorrapportage weerspiegelen ook het proces op weg naar samenwerking in een gezamenlijk vorm gegeven regionaal arbeidsmarktbeleid, dat gevolgd is op het inventariseren van relevante arbeidsmarktgegevens. Dit proces is door Regioplan ondersteund.

Werk moet lonen

De helft van de jonggehandicapten met een Wajong-uitkering die gaat werken, gaat er financieel nauwelijks of niet op vooruit. Daarnaast zorgen de complexiteit en ondoorzichtigheid van de regelgeving en uitvoering ervoor dat Wajong’ers van tevoren niet kunnen inschatten of zij er met een specifieke baan op vooruit gaan en zo ja, hoeveel. Hierdoor ontbreken de financiële prikkels voor Wajong’ers om (meer) te gaan werken.

Nieuw denken, nu doen

Een belangrijke les die we uit het verleden kunnen leren, is dat we groepen mensen met arbeidspotentieel niet zomaar moeten afserveren. Met de ongebreidelde toeloop in de WAO nog vers in het achterhoofd, heeft het kabinet dan ook eindelijk wijzigingen voorgesteld voor de Wajong. De nieuwe Wajong moet in 2010 van kracht worden.
Regioplan vreest dat met deze verschuiving van focus in beleid en uitvoering, de aandacht voor de Wajong’ers die onder de oude regeling blijven vallen zal verzwakken. Op basis van uitgebreid onderzoek onder werkgevers en Wajong’ers beargumenteert Regioplan waarom het van groot belang is dat ook deze groep Wajong’ers aan de slag komt en blijft en hoe dat kan worden bereikt.

Arbeidsmarktanalyse winkelorganisatie en distributiecentra

In het kader van de personeelsplanning wil AHOLD inzicht krijgen in de relevante regionale arbeidsmarktontwikkelingen. Door de recente economische ontwikkelingen zijn eerdere prognoses niet meer actueel en zijn nieuwe inzichten nodig om in te spelen op verwachte veranderingen. Dit rapport is niet openbaar.

Naleving van de wet op de ondernemingsraden: stand van zaken 2008

In de wet op de ondernemingsraden staat dat vestigingen met meer dan vijftig werknemers een ondernemingsraad moeten hebben. Minimaal om de drie jaar laat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de naleving meten. Eind 2008 bedraagt het aantal vestigingen met meer dan vijftig werknemers dat een OR heeft ingesteld zeventig procent.

Vacatures vullen

Om recruitmentteams gericht op pad te kunnen sturen, heeft een grote winkelorganisatie Regioplan gevraagd om in kaart te brengen wat er bekend is over jongeren in de vier grote steden:. Onder andere: waar gaan ze naar school, waar wonen ze en wat doen ze in hun vrije tijd? Dit rapport is niet openbaar.

Re-integratie in tijden van crisis

Voor groepen zoals (deels) arbeidsongeschikten en/of langdurig werklozen, zal het in tijden van financiële en economische crisis extra lastig zijn om aan het werk te komen. Ondersteuning in de vorm van gericht ingezette re-integratie-instrumenten zoals scholing en presentatie- en sollicitatietraining, kan voor deze relatief moeilijk plaatsbare groepen uitkomst bieden. In dit artikel worden aan de hand van casestudies verscheidene vormen van re-integratie-instrumenten besproken, waarvan uit onderzoek is gebleken dat ze in bepaalde situaties tot ‘succes’ kunnen leiden. Er worden verscheidene indicatoren besproken waarmee het succes van re-integratie inzichtelijk kan worden gemaakt.

Meten van het Onmeetbare

In dit artikel bespreken de auteurs de aanpak en resultaten van een onderzoek naar regelovertreding. Bij dit type onderzoek zijn respondenten vaak geneigd sociaal wenselijke antwoorden te geven. Daarnaast zijn regelovertreders eerder geneigd om medewerking aan enquêteonderzoek te weigeren. Deze effecten worden besproken aan de hand van een onderzoek naar overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen door Nederlandse werkgevers. Omdat de anonimiteit van de antwoorden van de respondenten in dit geval zwaar weegt, is gebruik gemaakt van de randomized response methode. In dit artikel staat de validiteit van de resultaten met de randomized response methode centraal. Op basis van de gekozen aanpak zijn controlemechanismen af te leiden en deze zijn omgezet in correctiefactoren. De resultaten zijn ook breder toepasbaar.

Dit artikel is genomineerd voor NSV/VBO-prijs voor beleidsonderzoek 2009.

Doe snel iets aan mensen in de bijstand

Op 16 juli 2009 beargumenteert Roeland van Geuns in de Volkskrant dat de crisis leidt tot een toenemende aandacht voor nieuwe werklozen, de werkpleinen, de mobiliteitscentra en de deeltijd-WW. Ten onrechte is daarbij (nog) geen aandacht voor de gevolgen van de crisis voor de bijstandspopulatie en de gemeentelijke uitvoering van de bijstand.

Door een toename van de werkloosheid zal ook het aantal bijstandsgerechtigden scherp oplopen. Immers, een deel van de WW’ers stroomt door naar de bijstand. Deze trend wordt versterkt door het feit dat de duur van de WW recentelijk is ingekort. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren steeds meer mensen actief geworden als zelfstandige zonder personeel. Deze groep is niet verzekerd tegen werkloosheid en moet dus bij het wegvallen van alle inkomsten direct een beroep doen op de bijstand.

Hierdoor zal de bijstandspopulatie de komende twee à drie jaar met minimaal honderdduizend personen toenemen. Tegelijkertijd neemt het budget dat gemeenten krijgen voor de begeleiding van deze groep mensen af. Juist bijstandsgerechtigden hebben goede ondersteuning echter hard nodig. Voor de betrokkenen, hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt op langere termijn én voor de leefbaarheid in en van gemeenten is het cruciaal dat er niet weer een
bestand ontstaat van honderdduizenden mensen die langdurig in de bijstand zitten en die geen enkele band meer hebben met de arbeidsmarkt.

Daarom is het belangrijk dat er niet alleen geld en aandacht naar het UWV gaat. Ook gemeenten moeten de financiële ruimte houden hun burgers actief te houden en voor te bereiden op het moment waarop de arbeidsmarkt weer aantrekt. Nu bezuinigen leidt slechts tot het betalen van een veel hogere prijs over een paar jaar. Juist de zwakste groepen op de arbeidsmarkt hebben ondersteuning nodig om straks weer te kunnen werken.