Werkveld: Onderwijs
De toekomst van volwasseneneducatie
In november 2016 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin gesteld wordt dat in 2022 een derde van de laaggeletterden bereikt moet worden. Om dit te realiseren, zullen de komende jaren grote stappen moeten worden gezet door gemeenten.
In opdracht van het ministerie van OCW en het Steunpunt basisvaardigheden begeleiden wij deze week twee interactieve bijeenkomsten met gemeenten over de toekomst van volwasseneneducatie. Hieruit moet duidelijk moet worden wat gemeenten nodig hebben om de doelstelling te kunnen realiseren. De uitkomsten van deze bijeenkomsten vormen, samen met onder meer de evaluatie van de per 2015 gewijzigde Wet Educatie Beroepsonderwijs die wij uitvoerden, input voor het nog door OCW op te stellen beleid ten aanzien van volwasseneneducatie.
Meer informatie?
Het rapport over de evaluatie van de Wet Educatie Beroepsonderwijs is inmiddels openbaar. U kunt het vinden op de projectpagina. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jos Lubberman.
Deeltijders gaan lerarentekort niet oplossen
Als een van de oplossingen voor het tekort werd, zeker niet voor het eerst, geopperd dat een aanzienlijk deel van de tekorten zou kunnen worden opgelost als deeltijders in het onderwijs een grotere aanstelling zouden aanvaarden (Volkskrant, 23 juni 2017). Wij houden ons al jaren met de ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt bezig en keken eens naar de cijfers. Op basis daarvan stellen wij dat de oplossing daar waarschijnlijk niet gevonden gaat worden.
We weten dat de gemiddelde baanomvang van leraren in het basisonderwijs in 2016 op 0,72 fte ligt (berekend op basis van gegevens van DUO). In 2011 was dat nog 0,74 fte. Onderstaande figuur laat bovendien zien dat het aandeel van de leraren met een grotere aanstelling (meer dan 0,8 fte) de afgelopen jaren gestaag afneemt. Nog maar 57 procent van de leraren in het basisonderwijs werkt meer dan 0,8 fte.
In theorie is het opplussen van het aantal arbeidsuren mogelijk, de gemiddelde aanstellingsomvang laat immers voldoende ruimte voor uitbreiding. In de praktijk zal dat niet eenvoudig zijn, zeker gezien de huidige trend naar minder voltijdbanen in het basisonderwijs.
Meer duidelijkheid over bevoegdheden in het voortgezet onderwijs
Bij sommige schoolvakken in het voortgezet onderwijs bestaat onduidelijkheid over welke leraren bevoegd zijn om hierin les te geven. Voor deze vakken kan sinds 2012 in de ‘Regeling conversietabel getuigschriften en vakken vo’ worden opgezocht met welke bevoegdheid (voor een bestaand vak) of getuigschrift (van een bestaande lerarenopleiding) een leraar bevoegd is om in het betreffende vak les te geven.
Omdat het onderwijs zich ontwikkelt (denk aan hierbij het ontstaan van nieuwe vakken of aan de vernieuwing van de bovenbouw van het vmbo), moet de conversietabel regelmatig worden geactualiseerd. Voor de actualisering van de conversietabel in 2017 hebben wij voor alle kunstvakken en voor een aantal nieuwe vmbo-profielvakken onderzocht of, en zo ja op welke manier, deze vakken in de conversietabel opgenomen moesten worden. Hiervoor is intensief overlegd met deskundigen van vakverenigingen, beroepsgerichte platforms en lerarenopleidingen.
Het uiteindelijke advies (per vak) is eind maart opgeleverd aan OCW. Op 17 mei 2017 is de geactualiseerde conversietabel in de Staatscourant gepubliceerd.
Evaluatieonderzoek voor de pilot Recht op Maatwerk van start
De VO-raad, OCW en het LAKS hebben het initiatief genomen tot de pilot Recht op Maatwerk. Er nemen 30 scholen deel aan de pilot die op 6 april 2017 is opgestart en die twee jaar duurt.
De pilot past binnen een programma waarin in het voortgezet onderwijs wordt gewerkt aan maatwerk dat recht doet aan verschillen en waarin leerlingen op hun eigen niveau worden uitgedaagd en zo goed mogelijke leerresultaten bereiken. Zij krijgen kansen voor vakken op een hoger niveau, extra vakken en extra verdieping.
In de pilot moet praktijkkennis worden opgedaan die bruikbaar is voor de brede ontwikkeling van het recht op maatwerk. Bovendien moet de pilot inzicht geven in de mogelijkheden tot juridische borging van het recht op maatwerk.
Wij begeleiden de pilotperiode met een evaluatieonderzoek. Daarin worden de voorbereiding, de uitvoering en de opbrengsten van de pilot langs verschillende wegen in beeld gebracht.
Meer informatie?
Neem een kijkje op de website van de VO-Raad of neem contact op met Kees van Bergen.