Aanpassingsvermogen van organisaties aan veranderende marktomstandigheden. De rol van dispensatie en andere aanpassingsmogelijkheden.

Ondernemers moeten continu reageren op veranderingen in hun omgeving: het stijgen van de grondstofprijzen, veranderende voorkeuren van consumenten, collectieve loonstijgingen, fusies, overnames, toenemende buitenlandse concurrentie et cetera. De reacties van ondernemers op deze marktveranderingen kunnen verschillen. Uit eerdere onderzoeken van o.a. Regioplan blijkt dat weinig gebruik wordt gemaakt van dispensatiemogelijkheden. Het ministerie van Economische Zaken wilde derhalve uitgezocht hebben hoe ondernemingen reageren op marktveranderingen en of deze reacties samenhangen met het geringe gebruik van de mogelijkheid tot dispensatie. Zoeken ondernemers vooral de oplossing in prijsaanpassingen of kijken ze eerder naar volumeaanpassingen? En hoe verhouden deze aanpassingen zich tot de cao? Om antwoord op deze vragen te kunnen geven, heeft Regioplan Beleidsonderzoek ruim vijfhonderd organisaties met een bedrijfstak-cao geïnterviewd die in de periode 2002-2007 met veranderende marktomstandigheden geconfronteerd zijn geweest. De resultaten van dit onderzoek zijn niet openbaar.

Undeclared work: a new source of employment?

De participatieladder: meetlat voor het participatiebudget

Regioplan ontwikkelt in opdracht van en samen met twaalf gemeenten en de VNG een participatieladder. Hiermee kunnen gemeenten de mate van participatie van burgers in beeld brengen. De participatieladder onderscheidt zes participatieniveaus: geïsoleerd, informele sociale contacten, deelname aan georganiseerde activiteiten, onbetaald werk, betaald werk met en zonder ondersteuning. Gemeenten kunnen met de participatieladder de participatie-effecten van het participatiebeleid in de breedte volgen en ook de effecten van afzonderlijke instrumenten. Het maakt daarbij niet uit of het om re-integratie-, inburgerings- of educatie-instrumenten gaat. Hiermee kunnen gemeenten in het kader van het nieuwe participatiebudget een optimale mix van instrumenten vaststellen en tot een integrale aanpak komen.

Werk vinden hebben en houden

Een minderheid van de Wajong’ers heeft een mbo-, hbo- of wo-diploma. Regioplan onderzocht de belemmeringen die deze hoogopgeleide Wajong’ers tegenkomen bij het vinden van werk en de succes- en faalfactoren bij het behouden van werk.

Laat het werkbudget werken voor het zittend bestand

Voor de vierde keer op een rij had een groot deel van de gemeenten in 2007 een overschot op hun re-integratiebudget. De oorzaken van de structurele onderbenutting van de re-integratiegelden worden in dit artikel toegelicht. Ook krijgen managers van sociale diensten handvatten aangereikt om de benutting van hun re-integratiebudget te vergroten en tegelijkertijd de re-integratie effectiever te maken.

Vrijwilligers langs de meetlat?

Wat isde waarde van een bestuur van een sportclub? Wat is de waarde van de activiteiten van een vrijwilliger die zich inzet voor ouderen? Het moge duidelijk zijn dat deze waarden niet gemakkelijk zijn te duiden, laat staan in geld uit te drukken. Toch kan het in sommige gevallen nuttig zijn om de waarde van vrijwillige inzet in kaart te brengen.

Onderzoek naar gebruik scholingsprotocol

Ongeveer één op de zeven cliënten van UWV die in aanmerking komen voor een re-integratietraject krijgt scholing als onderdeel van het traject of als los instrument. De groep waarvoor scholing noodzakelijk is, wordt op basis van het scholingsprotocol afgebakend. De kans dat deze mensen zonder scholing aan het werk komen, acht UWV zeer klein.

Werkgever laat zieke werknemer niet ‘met rust’

Het doel van de huidige wetgeving rond ziekte en re-integratie van werknemers is een lager ziekteverzuim en een lagere WIA-instroom. Deze daling vindt ook daadwerkelijk plaats. Regioplan onderzocht welke investeringen werkgevers doen om hun werknemers te re-integreren sinds de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting.

Advies Schuldhulpverlening Haarlemmermeer

Regioplan heeft de gemeente Haarlemmermeer in 2007 in drie kortlopende projecten van informatie en advies voorzien om de lokale schuldhulpverlening te versterken. De behoefte is om tot meer samenhang in het aanbod van de schuldhulpverlening te komen en om in de uitvoering sterker in te zetten op de preventie van (problematische) schuldsituaties. In ons advies hebben we de samenhang gezocht tussen de schuldhulpverlening en de gemeentelijke uitvoering van de WMO en de re-integratie van bijstandsgerechtigden. Ook is de relatie met de voedselbank gezocht. We hebben de gemeente ook geadviseerd over manier waarop zij de schuldhulpverlening opnieuw zou kunnen aanbesteden. In mei 2008 heeft het college van B&W van de gemeente Haarlemmermeer besloten om ons advies grotendeels over te nemen. De raad heeft dit besluit in juni 2008 overgenomen. We hebben ons advies vastgelegd in drie korte rapportages.

Geen WIA, wel werk

Het onderzoeksrapport ‘Geen WIA, wel werk’ is een vervolg op het onderzoek dat in het najaar van 2006 is uitgevoerd onder werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard. In dit eerste onderzoek werd gecontstateerd dat meer dan de helft van de werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt werden verklaard na de WIA-beoordeling niet werkten. Een jaar later is dit beeld veranderd. Zat eind 2006 nog meer dan de helft van de werknemers werkloos thuis, eind 2007 werkte 62 procent weer na de WIA-beoordeling.