Vrijwilligers langs de meetlat?

Wat isde waarde van een bestuur van een sportclub? Wat is de waarde van de activiteiten van een vrijwilliger die zich inzet voor ouderen? Het moge duidelijk zijn dat deze waarden niet gemakkelijk zijn te duiden, laat staan in geld uit te drukken. Toch kan het in sommige gevallen nuttig zijn om de waarde van vrijwillige inzet in kaart te brengen.

Onderzoek naar gebruik scholingsprotocol

Ongeveer één op de zeven cliënten van UWV die in aanmerking komen voor een re-integratietraject krijgt scholing als onderdeel van het traject of als los instrument. De groep waarvoor scholing noodzakelijk is, wordt op basis van het scholingsprotocol afgebakend. De kans dat deze mensen zonder scholing aan het werk komen, acht UWV zeer klein.

Werkgever laat zieke werknemer niet ‘met rust’

Het doel van de huidige wetgeving rond ziekte en re-integratie van werknemers is een lager ziekteverzuim en een lagere WIA-instroom. Deze daling vindt ook daadwerkelijk plaats. Regioplan onderzocht welke investeringen werkgevers doen om hun werknemers te re-integreren sinds de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting.

Advies Schuldhulpverlening Haarlemmermeer

Regioplan heeft de gemeente Haarlemmermeer in 2007 in drie kortlopende projecten van informatie en advies voorzien om de lokale schuldhulpverlening te versterken. De behoefte is om tot meer samenhang in het aanbod van de schuldhulpverlening te komen en om in de uitvoering sterker in te zetten op de preventie van (problematische) schuldsituaties. In ons advies hebben we de samenhang gezocht tussen de schuldhulpverlening en de gemeentelijke uitvoering van de WMO en de re-integratie van bijstandsgerechtigden. Ook is de relatie met de voedselbank gezocht. We hebben de gemeente ook geadviseerd over manier waarop zij de schuldhulpverlening opnieuw zou kunnen aanbesteden. In mei 2008 heeft het college van B&W van de gemeente Haarlemmermeer besloten om ons advies grotendeels over te nemen. De raad heeft dit besluit in juni 2008 overgenomen. We hebben ons advies vastgelegd in drie korte rapportages.

Geen WIA, wel werk

Het onderzoeksrapport ‘Geen WIA, wel werk’ is een vervolg op het onderzoek dat in het najaar van 2006 is uitgevoerd onder werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard. In dit eerste onderzoek werd gecontstateerd dat meer dan de helft van de werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt werden verklaard na de WIA-beoordeling niet werkten. Een jaar later is dit beeld veranderd. Zat eind 2006 nog meer dan de helft van de werknemers werkloos thuis, eind 2007 werkte 62 procent weer na de WIA-beoordeling.

Haalbaarheidsstudie Handhavings Informatie Punt Asbest

In Nederland handhaven diverse instanties de wet- en regelgeving voor asbest: de Arbeidsinspectie, VROM-Inspectie, Inspectie Werk en Inkomen, Inspectie Verkeer en Waterstaat, OM, politie, gemeenten en provincies. Deze ‘asbesthandhavers’ verzamelen op hun eigen manier informatie over hoe door bedrijven en particulieren wordt omgegaan met asbest. Een handhavingsinformatiepunt (HIP) kan ervoor zorgen dat deze informatie tussen de handhavers beter wordt gedeeld. Regioplan heeft in opdracht van het ministerie van SZW een advies uitgebracht over het nut en de noodzaak van een dergelijk informatiepunt. In het advies wordt gewezen op het belang van een betere samenwerking tussen de handhavingspartners als basis van informatie-uitwisseling. Het informatiepunt kan dan vervolgens een instrument worden dat de verschillende handhavingspartners dichter bij elkaar brengt.

Persoonlijke aandacht en resultaat leiden tot een hogere tevredenheid met re-integratiebedrijf

Persoonlijke aandacht voor cliënten die een re-integratietraject volgen is van essentieel belang voor de mate waarin een klant tevreden is over het bedrijf dat het traject verzorgt. Stichting Blik op Werk heeft in 2006/2007 voor het derde achtereenvolgende jaar een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren door Regioplan Beleidsonderzoek onder cliënten van re-integratiebedrijven in Nederland.

Allochtonen in de bouw

In de bouwsector werken relatief weinig mensen met een allochtone herkomst. Gezien de grote bouwproductie en krappe arbeidsmarkt vormen Nederlanders van allochtone afkomst juist een interessante bron van werknemers. Regioplan onderzocht voor de sociale partners in de bouw hoe het komt dat weinig allochtonen in de bouwsector werken en hoe dat mogelijk kan worden verbeterd. In de eerste plaats kiezen allochtonen niet voor een opleiding in de bouw door onbekendheid of negatieve associaties met de sector. Voorts ontbreekt het bouwbedrijven dikwijls aan personeels- of diverstiteitsbeleid waardoor allochtone werkzoekenden en autochtone werkgevers elkaar niet vinden. Tot slot worden allochtonen die toch aan de slag gaan in de bouw niet altijd goed ontvangen. (Onbewuste) discriminatie speelt hierbij een rol, voornamelijk door het principe ‘onbekend maakt onbemind’. Oplossingen ter doorbreking van dit patroon moeten onder meer worden gezocht in het verbeteren van het ‘bouwimago’, het ontwikkelen van duurzaam personeels- en diversiteitsbeleid, een betere begeleiding van allochtone nieuwkomers op de bouwplaats en tot slot het coachen van leidinggevenden in het leren omgaan met een cultureel diverse bouwplaats.

Het werkbudget investeren in toekomstig rendement

Voor de derde keer op een rij had een groot deel van de gemeenten in 2006 een
fors overschot op het reïntegratiebudget (het w-deel). Bram Berkhout en Luuk
Mallee lichten in dit essay de oorzaken van de (structurele) onderbenutting van het
werkbudget toe. Wat zijn handvatten voor managers van sociale diensten om de
benutting van het werkbudget te vergroten en tegelijkertijd reïntegratie effectiever
te maken?

De waarde van vrijwillige inzet; van waarde naar waardering

Wat is de waarde van een bestuur van een sportclub? Wat is de waarde van activiteiten van een vrijwilliger die zich inzet voor ouderen? Het moge duidelijk zijn dat deze waarden niet gemakkelijk zijn te duiden, laat staan in geld uit te drukken. Toch kan het in sommige gevallen nuttig zijn om de waarde van vrijwillige inzet in kaart te brengen. Inmiddels worden her en der diverse instrumenten toegepast waarmee de betekenis van vrijwilligerswerk kan worden gemeten. Dat meten roept echter vragen op. Welke instrumenten meten nu eigenlijk welk soort waarde? En is dat wel de waarde die men wil meten? Voor het ministerie van VWS heeft Regioplan Beleidsonderzoek in kaart gebracht wat de behoefte is aan het meten van de waarde van vrijwillige inzet en hoe een meetinstrument er dan uit zou moeten zien.