Meer werk minder bijstand? Een haalbaarheidsonderzoek naar de loonkostensubsidie MWMB in Noord-Holland

Loonkostensubsidies zijn er in allerlei soorten en maten. Een relatief nieuwe variant is die waarbij loonkostensubsidies worden ingezet onder de voorwaarde dat als de inzet van de subsidieerde werknemer leidt tot een hogere productie, een deel van de subsidie door de werkgever moet worden terugbetaald. Deze variant wordt aangeduid met de naam ‘meer werk, minder bijstand’ (MWMB-subsidies). De provincie Noord-Holland heeft Regioplan laten onderzoeken of en onder welke voorwaarden het zinvol is om MWMB-subsidies onder gemeenten en bedrijven te promoten. In het onderzoek zijn de theoretische basis van de MWMB-subsidies en de reeds opgedane praktijkervaringen onder de loep genomen. Ook is de potentiële gebruikers (gemeenten en werkgevers in Noord-Holland) gevraagd hoe zij tegen de regeling aankijken. De hoofdconclusie uit het onderzoek is dat de MWMB-subsidies in theorie waardevol zijn, maar dat de praktijk er niet warm voor loopt. Op basis van deze conclusie zijn vier opties uitgewerkt voor de provincie. Ze variëren van het niet verder promoten van de subsidies tot verschillende vormen waarin meer of minder ingrijpend met de bestaande regeling wordt geëxperimenteerd.

Monitor Plusleraar II

In de projecten Plusleraar I en II is de afgelopen jaren getracht de vervanging in het primair onderwijs beter en structureler te regelen door een andere inzet van onderwijspersoneel. Regioplan Beleidsonderzoek heeft in opdracht van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt de monitor Plusleraar II uitgevoerd. Dit rapport betreft het derde en laatste deelonderzoek van deze monitor. Ook buiten het project Plusleraar worden op beperkte schaal ervaringen opgedaan met andere dan de reguliere manieren waarop vervanging wordt geregeld en gefinancierd. Dit rapport gaat over hoe de verschillende alternatieve vervangingssystematieken in de praktijk werken en wat zij opleveren.

Monitor re-integratie WW’ers

Wat werkt voor wie?’ UWV wil meer zicht hebben op welke aanpak van re-integratiecoaches het beste werkt om WW’ers weer te laten terug keren naar de arbeidsmarkt. Uit het onderzoek blijkt dat gemiddeld genomen frequent contact tussen WW’er en re-integratiecoach, duidelijke uitleg van rechten en plichten, strenge handhaving van regels en zonodig dreigen met sancties van positieve invloed is op een snelle terugkeer naar de arbeidsmarkt van een WW’er. Voor een aantal klantgroepen (laagopgeleiden, ouderen, WW’ers met een slechte gezondheid, langdurig werklozen en WW’ers met een laag arbeidsethos) is in het onderzoek een specifieke aanpak voor re-integratiecoaching geschetst. Op basis van de onderzoeksresultaten heeft Regioplan eveneens een aantal algemene strategieën voor re-integratiecoaching opgesteld.

Voorbereiding Vazalo verkend

In 2007 is het wetsontwerp Voorzieningen arbeid en zorg alleenstaande ouders (Vazalo) goedgekeurd door de Eerste Kamer. Het gedachtegoed van deze wet is dat er aanvullend instrumentarium nodig is om alleenstaande ouders te stimuleren (meer) te gaan werken. Het parlement en de regering spraken bij goedkeuring van de wet af dat er een experiment zou plaatsvinden waarmee de werking van de wet aan de praktijk kon worden getoetst, nog voordat de wet in werking zou treden. Vijftien gemeenten en de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën zijn voor de zomer van 2007 gestart met de voorbereidingen op een dergelijk experiment. Uiteindelijk is het niet tot een experiment gekomen, omdat het kabinet naar aanleiding van een negatief advies van de Raad van State in september 2007 het experiment heeft afgelast. Regioplan heeft bij de vijftien betrokken gemeenten onderzoek verricht naar hun ervaringen met het opzetten van het experiment en de mogelijkheden om alleenstaande ouders in de bijstand te stimuleren (meer) te gaan werken.

Kosten en baten van harmonisatie van de rechtspositie van overheidspersoneel

Het kabinet overweegt de arbeidsverhoudingen bij de overheid zoveel mogelijk gelijk te schakelen met de verhoudingen die gelden in de private sector. In de jaren tachtig is reeds een proces van harmonisering gestart. Dit proces heeft ertoe geleid dat veel materiële verschillen tussen het private en publieke arbeidsrecht zijn opgeheven. Thans blijven er nog drie formele verschillen aanwezig: De (eenzijdige) aanstelling van de ambtenaar, die afwijkt van de tweezijdige contracten die in de private sector standaard zijn. De rechtsbescherming die nu verloopt via de bestuursrechter en bij harmonisatie via de sector kanton van de rechtbank. Het arbeidsvoorwaardenoverleg, dat afwijkt van de situatie in de private sector waarin (bedrijfstak)CAO’s worden afgesloten In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben SEO Economisch Onderzoek en Regioplan Beleidsonderzoek een kosten-batenanalyse uitgevoerd naar de zogenoemde ‘normalisatie’ van de rechtspositie van het overheidspersoneel. Het onderzoek heeft het karakter van een kengetallen kosten-batenanalyse (KKBA) en is bedoeld om een eerste gestructureerd en inzichtelijk overzicht te bieden van de (mogelijke) effecten die optreden vanwege normalisatie.

Werkgeversaanpak van re-integratie bij ziekte. Re-integratie sinds de Wet VLZ in de sectoren voortgezet onderwijs, kleinmetaal e

De huidige wetgeving rond ziekte en re-integratie van werknemers heeft als doel een lager ziekteverzuim en een lagere WIA-instroom. Deze daling vindt ook daadwerkelijk plaats. Omdat het onduidelijk is via welke mechanismen deze effecten op bedrijfsniveau worden bereikt, staan in dit onderzoek de afwegingen die binnen de individuele arbeidsorganisatie worden gemaakt ten aanzien van investeringen in de re-integratie van een zieke werknemer centraal. Regioplan onderzocht welke investeringen werkgevers doen om hun werknemers te re-integreren, het moment van investeren en welke actoren hierbij een rol spelen. Ook wordt ingegaan op de rol van de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van een naar twee jaar (Wet VLZ).

Arbeidsmarktonderzoek slagersbedrijf 2007

De werkgevers en de werknemers in de slagersbranche hebben de handen ineen geslagen om de slagersbranche voor de komende jaren een impuls te geven. De sociale partners hebben Regioplan ingeschakeld om met onderzoek en advies ondersteuning te bieden. Regioplan heeft naar aanleiding van resultaten van een arbeidsmarktonderzoek in overleg met de sociale partners een eerste versie van een actieplan opgesteld. In het actieplan is een aantal speerpunten benoemd. Het belangrijkste speerpunt richt zich op de ontwikkeling van slagers tot ambachtelijke, klantgerichte ondernemers. Het idee achter dit speerpunt is dat een moderne slagersondernemer garant zal staan voor een zaak die aantrekkelijk is voor werknemers, voor consumenten én voor bedrijfopvolging. Het actieplan is door de sociale partners besproken met de achterban. Van dit onderzoek is geen rapport beschikbaar.

Europese Grenzen Verlegd: evaluatie flankerend beleid vrij verkeer van werknemers uit MOE-landen

Nederlandse werkgevers zijn gemiddeld genomen verheugd over de komst van MOE-landers. Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt kunnen niet alle vacatures met binnenlands aanbod worden vervuld. Dit komt doordat werknemers van de Nederlandse arbeidsmarkt minder geneigd zijn dit soort werk (lagere uitvoerende functies met een lage beloning) te doen. Dit is een van de conclusies uit het onderzoek naar vrij verkeer van werknemers dat Regioplan in opdracht van het ministerie van SZW heeft uitgevoerd. Het onderzoek is opgebouwd uit twee fasen. De eerste fase is gestart in augustus 2007 en heeft een voorlopig beeld opgeleverd (het tussenrapport is op 27 november 2007 openbaar gemaakt). De tweede fase betreft enerzijds een update van het beeld dat in de eerste fase is opgetekend en anderzijds een verdieping wat betreft de ervaringen van werkgevers in het werken met MOE-landers.

Quick Scan arbeidsmarkt tekorten voortgezet onderwijs (vo)

Het SBO wil een instrument ontwikkelen om in een vroeg stadium kwalitatieve ontwikkelingen in het lerarentekort op te sporen. Daarbij moet aandacht zijn voor meer dan alleen het tellen van vacatures. Voor de ontwikkeling van een dergelijk instrument is nodig dat duidelijk wordt hoe onderwijswerkgevers hun vraag naar onderwijspersoneel bepalen. Dat biedt immers meer zicht op een mogelijk kwalitatief tekort dat als het ware vooruitloopt op een kwantitatief tekort (dat zich direct vertaalt in niet te vervullen vacatures). Regioplan heeft hiervoor een kwalitatief onderzoek uitgevoerd.

Evaluatie scholingsprotocol en inzet scholing

In opdracht van UWV heeft Regioplan in 2007 een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de inzet van scholing voor werklozen en arbeidsgehandicapten. Ook is de werking van het scholingsprotocol, waar UWV in 2006 mee van start is gegaan, onderzocht. Uit het onderzoek komt naar voren dat re-integratiecoaches en arbeidsdeskundigen van UWV in grote lijnen het scholingsprotocol volgen bij het bepalen of een cliënt wel of geen scholing krijgt. Zij maken hierbij doorgaans een juiste afweging tussen enerzijds de noodzakelijkheid van scholing en anderzijds de schoolbaarheid van de cliënt. Van de scholingscliënten rondt 86 procent de opleiding af met een diploma. Van hen vindt vervolgens de helft een baan. Hiermee is het percentage werkenden na een scholingstraject even hoog als het percentage werkenden na een traject zonder scholing. Cliënten die over het algemeen moeilijk plaatsbaar zijn, blijken de meeste baat te hebben bij scholing. Daarbij leiden scholingen waar een baangarantie aan is verbonden, duidelijk tot betere resultaten dan scholingen waarbij dit niet het geval is.