Werkgeversaanpak van re-integratie bij ziekte. Re-integratie sinds de Wet VLZ in de sectoren voortgezet onderwijs, kleinmetaal e

De huidige wetgeving rond ziekte en re-integratie van werknemers heeft als doel een lager ziekteverzuim en een lagere WIA-instroom. Deze daling vindt ook daadwerkelijk plaats. Omdat het onduidelijk is via welke mechanismen deze effecten op bedrijfsniveau worden bereikt, staan in dit onderzoek de afwegingen die binnen de individuele arbeidsorganisatie worden gemaakt ten aanzien van investeringen in de re-integratie van een zieke werknemer centraal. Regioplan onderzocht welke investeringen werkgevers doen om hun werknemers te re-integreren, het moment van investeren en welke actoren hierbij een rol spelen. Ook wordt ingegaan op de rol van de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van een naar twee jaar (Wet VLZ).

Arbeidsmarktonderzoek slagersbedrijf 2007

De werkgevers en de werknemers in de slagersbranche hebben de handen ineen geslagen om de slagersbranche voor de komende jaren een impuls te geven. De sociale partners hebben Regioplan ingeschakeld om met onderzoek en advies ondersteuning te bieden. Regioplan heeft naar aanleiding van resultaten van een arbeidsmarktonderzoek in overleg met de sociale partners een eerste versie van een actieplan opgesteld. In het actieplan is een aantal speerpunten benoemd. Het belangrijkste speerpunt richt zich op de ontwikkeling van slagers tot ambachtelijke, klantgerichte ondernemers. Het idee achter dit speerpunt is dat een moderne slagersondernemer garant zal staan voor een zaak die aantrekkelijk is voor werknemers, voor consumenten én voor bedrijfopvolging. Het actieplan is door de sociale partners besproken met de achterban. Van dit onderzoek is geen rapport beschikbaar.

Europese Grenzen Verlegd: evaluatie flankerend beleid vrij verkeer van werknemers uit MOE-landen

Nederlandse werkgevers zijn gemiddeld genomen verheugd over de komst van MOE-landers. Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt kunnen niet alle vacatures met binnenlands aanbod worden vervuld. Dit komt doordat werknemers van de Nederlandse arbeidsmarkt minder geneigd zijn dit soort werk (lagere uitvoerende functies met een lage beloning) te doen. Dit is een van de conclusies uit het onderzoek naar vrij verkeer van werknemers dat Regioplan in opdracht van het ministerie van SZW heeft uitgevoerd. Het onderzoek is opgebouwd uit twee fasen. De eerste fase is gestart in augustus 2007 en heeft een voorlopig beeld opgeleverd (het tussenrapport is op 27 november 2007 openbaar gemaakt). De tweede fase betreft enerzijds een update van het beeld dat in de eerste fase is opgetekend en anderzijds een verdieping wat betreft de ervaringen van werkgevers in het werken met MOE-landers.

Quick Scan arbeidsmarkt tekorten voortgezet onderwijs (vo)

Het SBO wil een instrument ontwikkelen om in een vroeg stadium kwalitatieve ontwikkelingen in het lerarentekort op te sporen. Daarbij moet aandacht zijn voor meer dan alleen het tellen van vacatures. Voor de ontwikkeling van een dergelijk instrument is nodig dat duidelijk wordt hoe onderwijswerkgevers hun vraag naar onderwijspersoneel bepalen. Dat biedt immers meer zicht op een mogelijk kwalitatief tekort dat als het ware vooruitloopt op een kwantitatief tekort (dat zich direct vertaalt in niet te vervullen vacatures). Regioplan heeft hiervoor een kwalitatief onderzoek uitgevoerd.

Evaluatie scholingsprotocol en inzet scholing

In opdracht van UWV heeft Regioplan in 2007 een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de inzet van scholing voor werklozen en arbeidsgehandicapten. Ook is de werking van het scholingsprotocol, waar UWV in 2006 mee van start is gegaan, onderzocht. Uit het onderzoek komt naar voren dat re-integratiecoaches en arbeidsdeskundigen van UWV in grote lijnen het scholingsprotocol volgen bij het bepalen of een cliënt wel of geen scholing krijgt. Zij maken hierbij doorgaans een juiste afweging tussen enerzijds de noodzakelijkheid van scholing en anderzijds de schoolbaarheid van de cliënt. Van de scholingscliënten rondt 86 procent de opleiding af met een diploma. Van hen vindt vervolgens de helft een baan. Hiermee is het percentage werkenden na een scholingstraject even hoog als het percentage werkenden na een traject zonder scholing. Cliënten die over het algemeen moeilijk plaatsbaar zijn, blijken de meeste baat te hebben bij scholing. Daarbij leiden scholingen waar een baangarantie aan is verbonden, duidelijk tot betere resultaten dan scholingen waarbij dit niet het geval is.

Geen WIA, wel werk? Vervolgmeting

Regioplan heeft in opdracht van de stichting van de arbeid voor de tweede keer onderzoek gedaan naar de re-integratie van werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard. Uit dit onderzoek blijkt dat in vergelijking met 2006 meer werknemers met een laag arbeidsongeschiktheidspercentage na de WIA-beoordeling nog werken.

Nu alle zeilen bij!

Het almaar afnemende aantal gekwalificeerde zeevarenden vanaf de Nederlandse arbeidsmarkt baart de Nederlandse zeescheepvaart grote zorgen. De branche heeft al jaren te maken met een tekort aan gekwalificeerde zeevarenden (met name officieren en kapiteins). De vraag naar goed opgeleid personeel overstijgt het aanbod van de Nederlandse arbeidsmarkt. Dit is een probleem waar niet alleen de zeescheepvaart mee te kampen heeft. Samen met Regioplan heeft Nautilus NL een integraal aanvalsplan opgesteld om de verdunning van de Nederlandse inbreng een halt toeroepen en verdere groei mogelijk te maken. Dit plan sluit nauw aan bij de doelstellingen voor 2016 en de visie van Nautilus NL hierop. De visie is specifiek gericht op de huidige en toekomstige zeevarenden. Met deze visienota wenst Nautilus NL een positieve bijdrage te leveren aan de te varen koers. Nautilus NL streeft naar een Nederlandse zeescheepvaartsector die nationaal en internationaal toonaangevend is in kwaliteit van dienstverlening, arbeid en duurzaamheid.

Beleid en praktijk na niet-geslaagde trajecten

Regioplan voerde samen met SEO Economisch Onderzoek in opdracht van de Raad van Werk en Inkomen in 2007 een onderzoek uit naar het beleid en de praktijk van tweedekanstrajecten. Hieruit blijkt dat slechts 15 procent van mensen met een WWB- of WAO-uitkering en 30 procent van diegenen met een WW-uitkering van wie het eerste re-integratietraject mislukt, binnen een jaar een tweede kans krijgt. Wanneer tijdens de begeleiding blijkt dat een traject dreigt te mislukken, dan wordt het traject meestal toch helemaal afgemaakt. Na het mislukken van een traject wordt er over het algemeen geen analyse gemaakt van de oorzaken van het falen. Bij de besluitvorming over een vervolg worden de ervaringen van de uitvoerder van het eerste traject niet gebruikt. Het zijn de begeleiders van gemeenten en UWV die beslissen of er een vervolgtraject wordt ingezet. Hiervoor zijn over het algemeen geen richtlijnen of criteria. Wanneer er een nieuw traject wordt ingezet, wil de uitvoerder vaak ‘blanco’ beginnen, dat wil zeggen dat de schaarse informatie die er uit het eerste traject komt, niet wordt gebruikt. Er wordt dus niets geleerd van wat er de eerste keer mis ging.

Naleving van de Wet arbeid vreemdelingen in 2006

Sinds 1 mei 2007 is er vrij werknemersverkeer voor inwoners uit verschillende MOE-landen. Voordat de grenzen open gingen voor deze werknemers, moesten werkgevers nog een tewerkstellingsvergunning (twv) aanvragen. De centrale vraag in dit onderzoek was waarom werkgevers wel of niet de Wet arbeid en vreemdeling zouden overtreden. Meer dan 7000 werkgevers hebben aan het onderzoek meegedaan. Een grove schatting komt uit op 9 procent van het aantal werkgevers; in 2004 zou dit 11 procent zijn. Onderzoek naar overtreding van de Wet arbeid en vreemdelingen is moeilijk. Donner wil mede naar aanleiding van het onderzoek bekijken hoe de naleving van de Wav beter onderzocht kan worden.

De re-integratiemarkt geijkt. Evaluatie introductie marktwerking bij re-integratie van niet-werkenden

Het Ministerie van SZW heeft Regioplan Beleidsonderzoek voor de vierde keer op rij gevraagd naar de ontwikkelingen op en werking van de re-integratiemarkt. Het vierde onderzoek is onderdeel van de SUWI-evaluatie. In het rapport worden de trends weergegeven vanaf het ontstaan van de geprivatiseerde re-integratiemarkt. De trends hebben betrekking op de aanbod- en vraagzijde, alsmede de dynamiek van de markt. Verder wordt de werking van de re-integratiemarkt getoetst aan de hand van de volgende ijkpunten die in de Wet SUWI zijn geformuleerd: toetreding en concurrentie, transparantie, het gebruik aanbestedingsprocedures, aansturing via contracten, kwaliteit, de toegankelijkheid voor moeilijk doelgroepen, keuzevrijheid voor de cliënt. Daarnaast is onderzocht welke invloed de introductie van marktwerking heeft gehad op de effectiviteit van re-integratie. Het rapport sluit af met een beschouwing over het effect van de re-integratiemarkt op de werking van de arbeidsmarkt.