Werkveld: Arbeid en sociale zekerheid
Beleid en praktijk na niet-geslaagde trajecten
Regioplan voerde samen met SEO Economisch Onderzoek in opdracht van de Raad van Werk en Inkomen in 2007 een onderzoek uit naar het beleid en de praktijk van tweedekanstrajecten. Hieruit blijkt dat slechts 15 procent van mensen met een WWB- of WAO-uitkering en 30 procent van diegenen met een WW-uitkering van wie het eerste re-integratietraject mislukt, binnen een jaar een tweede kans krijgt. Wanneer tijdens de begeleiding blijkt dat een traject dreigt te mislukken, dan wordt het traject meestal toch helemaal afgemaakt. Na het mislukken van een traject wordt er over het algemeen geen analyse gemaakt van de oorzaken van het falen. Bij de besluitvorming over een vervolg worden de ervaringen van de uitvoerder van het eerste traject niet gebruikt. Het zijn de begeleiders van gemeenten en UWV die beslissen of er een vervolgtraject wordt ingezet. Hiervoor zijn over het algemeen geen richtlijnen of criteria. Wanneer er een nieuw traject wordt ingezet, wil de uitvoerder vaak ‘blanco’ beginnen, dat wil zeggen dat de schaarse informatie die er uit het eerste traject komt, niet wordt gebruikt. Er wordt dus niets geleerd van wat er de eerste keer mis ging.
Naleving van de Wet arbeid vreemdelingen in 2006
Sinds 1 mei 2007 is er vrij werknemersverkeer voor inwoners uit verschillende MOE-landen. Voordat de grenzen open gingen voor deze werknemers, moesten werkgevers nog een tewerkstellingsvergunning (twv) aanvragen. De centrale vraag in dit onderzoek was waarom werkgevers wel of niet de Wet arbeid en vreemdeling zouden overtreden. Meer dan 7000 werkgevers hebben aan het onderzoek meegedaan. Een grove schatting komt uit op 9 procent van het aantal werkgevers; in 2004 zou dit 11 procent zijn. Onderzoek naar overtreding van de Wet arbeid en vreemdelingen is moeilijk. Donner wil mede naar aanleiding van het onderzoek bekijken hoe de naleving van de Wav beter onderzocht kan worden.
De re-integratiemarkt geijkt. Evaluatie introductie marktwerking bij re-integratie van niet-werkenden
Het Ministerie van SZW heeft Regioplan Beleidsonderzoek voor de vierde keer op rij gevraagd naar de ontwikkelingen op en werking van de re-integratiemarkt. Het vierde onderzoek is onderdeel van de SUWI-evaluatie. In het rapport worden de trends weergegeven vanaf het ontstaan van de geprivatiseerde re-integratiemarkt. De trends hebben betrekking op de aanbod- en vraagzijde, alsmede de dynamiek van de markt. Verder wordt de werking van de re-integratiemarkt getoetst aan de hand van de volgende ijkpunten die in de Wet SUWI zijn geformuleerd: toetreding en concurrentie, transparantie, het gebruik aanbestedingsprocedures, aansturing via contracten, kwaliteit, de toegankelijkheid voor moeilijk doelgroepen, keuzevrijheid voor de cliënt. Daarnaast is onderzocht welke invloed de introductie van marktwerking heeft gehad op de effectiviteit van re-integratie. Het rapport sluit af met een beschouwing over het effect van de re-integratiemarkt op de werking van de arbeidsmarkt.
Methodenstudie meting nalevingsniveaus sociale zekerheid
De mate van naleving van regels in de sociale zekerheid is als prestatie-indicator in de begroting van het ministerie van SZW opgenomen. Het vaststellen van de nalevingsniveaus gebeurt met behulp van de zogenaamde randomized-responsemethode. Bij deze methode ligt de nadruk op het waarborgen van de anonimiteit van de respondent. Dit moet het voor respondenten gemakkelijker maken om regelovertreding toe te geven. De methodiek heeft echter ook nadelen, waaronder het kostenaspect en de ruime betrouwbaarheidsmarges. Regioplan heeft de gebruikswaarde van de methodiek nader bepaald en onderzocht of er aantrekkelijke alternatieven voorhanden zijn. Het onderzoek leerde dat de randomized-responsemethode tot meer valide onderzoeksresultaten leidt dan eventuele alternatieven. Suggesties voor verbetering betreffen onder andere het steekproefkader en de operationalisering van de prestatie-indicatoren.
Arbeidsmarktbarometer Primair Onderwijs 2005-2006. Vacatures in het derde kwartaal van 2005
In opdracht van het ministerie van OCW voert Regioplan ieder kwartaal een meting uit naar vacatures in het primair onderwijs. De jarenlange daling van het aantal directievacatures lijkt te zijn gekenterd in het derde kwartaal van 2005. Voor leraren en ondersteunend personeel zet de dalende trend van de jaren daarvoor nog iets door. Vacatures voor directiepersoneel en leraren worden vooral vervuld door personeelsleden die eerder een baan in het primair onderwijs hadden. Daarnaast wordt een aanzienlijk deel van de lerarenvacatures vervuld door iemand die net van de opleiding komt. Drie van de tien vacatures voor ondersteunend personeel werden vervuld door iemand van buiten het onderwijs.
Automatische prijscompensatie in de CAO Woondiensten
Voor de CAO-partijen in de woningcorporatiesector onderzocht Regioplan de voor- en nadelen van de automatische prijscompensatie. Aan de hand van een gestructureerde aanpak zijn de voor- en nadelen van de CAO-artikel op macro-, meso- en microniveau in kaart gebracht. Het rapport is niet openbaar.
Hogeropgeleide allochtonen op weg naar werk: successen en belemmeringen
De Raad voor Werk en Inkomen wenst meer zicht te krijgen op de positie van hogeropgeleide allochtonen op de Nederlandse arbeidsmarkt. De Raad heeft hiertoe een onderzoek laten uitvoeren door Regioplan Beleidsonderzoek. Hogeropgeleide allochtonen nemen een veel gunstiger arbeidsmarktpositie in dan lageropgeleide allochtonen. Desondanks blijft de positie van allochtonen met een hbo- of wo-opleiding achter bij die van hogeropgeleide autochtonen. Hiermee is de etnische achtergrond nog altijd van nadelige invloed op de arbeidsmarktprestaties in Nederland. Het onderzoek geeft uitsluitsel over de belangrijkste factoren en mechanismen die hogeropgeleide allochtonen in Nederland belemmeren op weg naar een duurzame positie op de arbeidsmarkt.
Arbeidsmarktbarometer Voortgezet Onderwijs 2005-2006. Vacatures in het derde kwartaal van 2005
De problemen met de vacaturevervulling die zich enkele jaren geleden in het voortgezet onderwijs voordeden, zijn de afgelopen jaren voor een groot deel verdwenen. Het aantal vacatures dat onvervuld blijft, is slechts gering. Dit wil echter niet zeggen dat er zich in de toekomst geen problemen meer zullen voordoen. Om de actuele ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt nauwgezet te kunnen volgen en een gericht arbeidsmarktbeleid te kunnen voeren, laat het ministerie van OCW jaarlijks verschillende metingen voor de Arbeidsmarktbarometer uitvoeren. Deze publicatie gaat in op vacatures in het voortgezet onderwijs voor directie, leraren en ondersteunend personeel in het derde kwartaal van 2005.
Arbeidsmarktbarometer Primair Onderwijs 2006-2007. Vacatures in het derde kwartaal van 2006
De afgelopen jaren was de onderwijsarbeidsmarkt in het primair onderwijs relatief ontspannen. De verwachting is echter dat de uitstroom van vergrijsd personeel en de aantrekkende conjunctuur de komende jaren leiden tot tekorten aan onderwijspersoneel. Om in te spelen op de ontwikkelingen zijn actuele en betrouwbare gegevens nodig. De Arbeidsmarktbarometer PO, die Regioplan in opdracht van het ministerie van OCW uitvoert, levert belangrijke informatie over het ontstaan en de vervulling van vacatures in de sector. Het rapport over de de vacatureontwikkelingen in het derde kwartaal van 2006 laat zien dat de vacaturecijfers voor leraren nog niet veel verschillen met die van voorgaande jaren. Wel zijn er duidelijke regionale verschillen en is de spanning op de arbeidsmarkt in de sterk stedelijke gebieden groter dan in de rest van het land.
Arbeidsmarktbarometer 2003-2004 BVE
Het ministerie van OCW laat de ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt onder andere volgen door de Arbeidsmarktbarometers. De Arbeidsmarktbarometer is een jaarlijks terugkerende rapportage over de onderwijsarbeidsmarkt en strekt zich uit over drie onderwijssectoren: het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en de bve-sector. Deze publicatie betreft de Arbeidsmarktbarometer BVE-sector in het derde kwartaal van 2003. Na enkele jaren van oplopende krapte konden we in het derde kwartaal van 2003 spreken van een positieve ontwikkeling op de onderwijsarbeidsmarkt: door het ingezette beleid om de arbeidsmarktpositie van het onderwijs te versterken enerzijds en de teruglopende conjunctuur anderzijds zijn de tekorten tijdelijk verminderd.