Re-integratie hoogopgeleide jonggehandicapten

Regioplan onderzocht voor UWV welke belemmeringen hoogopgeleide jonggehandicapten, met name mensen met een Wajong-uitkering, tegenkomen bij het vinden van werk. De belangrijkste belemmeringen bij het vinden van werk zijn de feitelijke beperkingen van de jonggehandicapte en de daar tegenover staande geringe flexibiliteit en geringe oplossingsgerichtheid van de werkgever. De spanningsverhouding die hierdoor bestaat tussen jonggehandicapte en werkgever wordt beïnvloed door de manier waarop de jonggehandicapte en de werkgever tijdens de sollicitatieprocedure communiceren. Succesfactoren voor jonggehandicapten bij het vinden van werk zijn onder meer ervaring met stage, vrijwilligerswerk of netwerken, een duidelijke houding ten aanzien van de eigen handicap en inzicht in de eigen arbeidsmogelijkheden.

Hoogopgeleide jonggehandicapten aan het werk. Succes- en faalfactoren bij het behouden van werk.

Regioplan heeft onderzoek verricht naar de succes- en faalfactoren voor werkzame jonggehandicapten met minimaal mbo-niveau bij het behouden van werk. Het onderzoek is gefinancierd door het UWV Wajongsubsidiefonds. Daartoe hebben wij diepte-interviews gehouden met dertien werkende jonggehandicapten en tien werkgevers die jonggehandicapten in dienst hebben. De belangrijkste succesfactor voor een duurzame arbeidsrelatie tussen jonggehandicapte en werkgever is dat de functie is afgestemd op de mogelijkheden van de jonggehandicapte. Niet alleen moeten de functie-inhoud, de arbeidsomstandigheden en het gebouw zo nodig zijn aangepast, ook moeten jongere, werkgever en collega’s goed van elkaar weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. Open communicatie over de arbeidsbeperkingen van de jongere is voor een duurzame arbeidsrelatie een noodzakelijke voorwaarde. Bij jongeren met psychiatrisch of autistisch ziektebeeld is daarnaast intensieve externe begeleiding nodig.

De ketenbenadering en het ROA

In opdracht van het Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) heeft Regioplan onderzocht wat de mogelijke bijdrage is van het ROA op het gebied van de ketenbenadering rond onderwijs-VSV-arbeidsmarkt. In het onderzoek zijn de achtergrond van de problematiek en de actoren in kaart gebracht. Op basis daarvan, en van een vergelijking met enige andere regio’s, zijn de positie en rolscenario’s voor het ROA geschetst. Het rapport is niet openbaar.

Evaluatie Very Able

Regioplan heeft de door CNV Jongeren georganiseerde banenmarkt Very Able geëvalueerd. De banenmarkt was gericht op Wajong’ers en werkgevers, en heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2005 in Utrecht. De evaluatie is gefinancierd door het UWV Wajongsubsidiefonds. De doelstelling was te bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden een banenmarkt een effectief instrument is om jonggehandicapten aan het werk te helpen. De belangrijkste conclusie is dat het project als kleinschalig evenement voor het verschaffen van informatie over Wajong en werk aan Wajong’ers en het uitwisselen van ervaringen tussen Wajong’ers, geslaagd is. Voor het organiseren van een echte banenmarkt is een vooronderzoek noodzakelijk. Daarin moet worden vastgesteld hoe groot de groep Wajong’ers is met hbo+ voor wie een banenmarkt nuttig kan zijn. Verder moet onderzocht worden welke werkgevers bereid zijn via een banenmarkt jonggehandicapten te werven voor hun vacatures.

Eindevaluatie Arboconvenant Sociale Werkvoorziening

Uit de eindevaluatie van het Arboconvenant Sociale Werkvoorziening blijkt dat in de afgelopen jaren meer aandacht is gekomen voor de arbeidsomstandigheden van de medewekers in bedrijven. Grosso mode is het aantal klachten van SW-medewerkers over fysieke belasting gelijk gebleven. De klachten over psychosociale belasting zijn de afgelopen vier jaar gestegen. Het ziekteverzuim is licht gedaald in de sector, maar de WAO-instroom is niet afgenomen. Aandacht voor de arbeidsomstandigheden blijft dus onverminderd belangrijk. Lees meer over de onderzoeksbevindingen in het eindrapport dat hier is te downloaden.

Belangrijkste bevindingen onderzoek klanten van Voedselbank Zoetermeer

Landelijk onderzoek leert dat klanten van Voedselbanken in zeer geringe mate gebruikmaken van de bestaande gemeentelijke voorzieningen zoals bijzondere bijstand. Voor de gemeente Zoetermeer hebben wij, met behulp van diepte-interviews met klanten, onderzocht waarom dit zo is en om welke redenen zij gebruikmaken van de Voedselbank. Op basis van het onderzoek hebben wij een aantal oplossingsrichtingen geformuleerd om het gebruik van de gemeentelijke voorzieningen te optimaliseren.

Evaluatie Arboconvenant Koek & Snoep

De sector Koek & Snoep realiseerde in de afgelopen tweeënhalf jaar een daling van 17 procent van het sectoraal ziekteverzuim. Ook zijn in dezelfde periode vele instrumenten ontwikkeld die daadwerkelijk effectief zijn in het tegengaan van verzuim en uitval van werknemers. Dit blijkt uit de evaluatie van het arboconvenant Koek & Snoep dat Regioplan uitvoerde. In eindrapport dat u hieronder kunt downloaden, leest u hier alles over.

‘OP DE HOOGTE’ – een studie naar het werken op hoogte

Bedrijven die bijvoorbeeld met ladders en steigers op hoogte werken, staan positief tegenover de nieuwe regelgeving voor werken op hoogte. Dit blijkt uit een onderzoek dat Regioplan heeft uitgevoerd voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De aanleiding voor het onderzoek was het van kracht worden van de nieuwe Europese richtlijn Werken op Hoogte per 15 juli 2006. De richtlijn stelt beperkingen aan het gebruik van ladders, trappen en lijnen op de werkplek. Het doel van het onderzoek was om – vooruitlopend op invoering van de richtlijn – kennis te vergaren die nodig is om de richtlijn goed te kunnen invoeren, handhaven en evalueren. Uit het onderzoek komt naar voren dat tweederde van de bedrijven aangeeft dat het valgevaar afneemt door het invoeren van regels voor werken op hoogte. Ruim 92 procent van de bedrijven zegt goed op de hoogte te zijn van de regels. Meer dan 80 procent van de bedrijven wist dat het gebruik van ladders vanaf juli 2006 beperkt dient te worden. Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van Hoof liet in een reactie weten dat gezien de grote kennis van de regelgeving, erop te vertrouwen dat de inspanningen van de brancheorganisaties voldoende borging bieden voor de naleving van de regels.

Minder dan 35% arbeidsongeschikt: blijven werken of toch niet?

Regioplan heeft in opdracht van de Stichting van de Arbeid onderzoek gedaan naar de situatie van werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard. Aanleiding voor het onderzoek is de afspraak die gemaakt is in de Stichting van de Arbeid dat voor deze werknemers “op het niveau van de arbeidsorganisatie tot maatwerkoplossingen dient te worden gekomen”. Uit het onderzoek komt naar voren dat een groot deel van de werknemers (43%) na de WIA-beoordeling geen werk meer heeft. Belemmeringen die werkgevers en werknemers ervaren bij re-integratie liggen vooral op het vlak van gezondheid en het gebrek aan passend werk.

Ervaringen van werkgevers met de cao en avv

Regioplan heeft in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek uitgevoerd naar ervaringen van werkgevers met de cao en het algemeen verbindend verklaren (avv). Uit dit onderzoek blijkt dat werkgevers in het algemeen tevreden zijn over het al dan niet hebben van een bedrijfstak- of ondernemingscao. Ook zijn de meesten van mening dat de cao hen vooral steunt bij het uitvoeren van bedrijfsactiviteiten. Het belangrijkste voordeel van de cao en avv is dat concurrentie op arbeidsvoorwaarden wordt uitschakeld. Dit blijkt echter tegelijkertijd ook het belangrijkste nadeel te zijn. Er is namelijk minder flexibiliteit voor het invullen van de arbeidsvoorwaarden. Het percentage werkgevers dat inflexibiliteit van de cao en avv als grootste nadeel ziet is in vergelijking met 2003 wel afgenomen van 35 naar 23 procent.