Belangrijkste bevindingen onderzoek klanten van Voedselbank Zoetermeer

Landelijk onderzoek leert dat klanten van Voedselbanken in zeer geringe mate gebruikmaken van de bestaande gemeentelijke voorzieningen zoals bijzondere bijstand. Voor de gemeente Zoetermeer hebben wij, met behulp van diepte-interviews met klanten, onderzocht waarom dit zo is en om welke redenen zij gebruikmaken van de Voedselbank. Op basis van het onderzoek hebben wij een aantal oplossingsrichtingen geformuleerd om het gebruik van de gemeentelijke voorzieningen te optimaliseren.

Evaluatie Arboconvenant Koek & Snoep

De sector Koek & Snoep realiseerde in de afgelopen tweeënhalf jaar een daling van 17 procent van het sectoraal ziekteverzuim. Ook zijn in dezelfde periode vele instrumenten ontwikkeld die daadwerkelijk effectief zijn in het tegengaan van verzuim en uitval van werknemers. Dit blijkt uit de evaluatie van het arboconvenant Koek & Snoep dat Regioplan uitvoerde. In eindrapport dat u hieronder kunt downloaden, leest u hier alles over.

‘OP DE HOOGTE’ – een studie naar het werken op hoogte

Bedrijven die bijvoorbeeld met ladders en steigers op hoogte werken, staan positief tegenover de nieuwe regelgeving voor werken op hoogte. Dit blijkt uit een onderzoek dat Regioplan heeft uitgevoerd voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De aanleiding voor het onderzoek was het van kracht worden van de nieuwe Europese richtlijn Werken op Hoogte per 15 juli 2006. De richtlijn stelt beperkingen aan het gebruik van ladders, trappen en lijnen op de werkplek. Het doel van het onderzoek was om – vooruitlopend op invoering van de richtlijn – kennis te vergaren die nodig is om de richtlijn goed te kunnen invoeren, handhaven en evalueren. Uit het onderzoek komt naar voren dat tweederde van de bedrijven aangeeft dat het valgevaar afneemt door het invoeren van regels voor werken op hoogte. Ruim 92 procent van de bedrijven zegt goed op de hoogte te zijn van de regels. Meer dan 80 procent van de bedrijven wist dat het gebruik van ladders vanaf juli 2006 beperkt dient te worden. Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van Hoof liet in een reactie weten dat gezien de grote kennis van de regelgeving, erop te vertrouwen dat de inspanningen van de brancheorganisaties voldoende borging bieden voor de naleving van de regels.

Minder dan 35% arbeidsongeschikt: blijven werken of toch niet?

Regioplan heeft in opdracht van de Stichting van de Arbeid onderzoek gedaan naar de situatie van werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard. Aanleiding voor het onderzoek is de afspraak die gemaakt is in de Stichting van de Arbeid dat voor deze werknemers “op het niveau van de arbeidsorganisatie tot maatwerkoplossingen dient te worden gekomen”. Uit het onderzoek komt naar voren dat een groot deel van de werknemers (43%) na de WIA-beoordeling geen werk meer heeft. Belemmeringen die werkgevers en werknemers ervaren bij re-integratie liggen vooral op het vlak van gezondheid en het gebrek aan passend werk.

Ervaringen van werkgevers met de cao en avv

Regioplan heeft in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek uitgevoerd naar ervaringen van werkgevers met de cao en het algemeen verbindend verklaren (avv). Uit dit onderzoek blijkt dat werkgevers in het algemeen tevreden zijn over het al dan niet hebben van een bedrijfstak- of ondernemingscao. Ook zijn de meesten van mening dat de cao hen vooral steunt bij het uitvoeren van bedrijfsactiviteiten. Het belangrijkste voordeel van de cao en avv is dat concurrentie op arbeidsvoorwaarden wordt uitschakeld. Dit blijkt echter tegelijkertijd ook het belangrijkste nadeel te zijn. Er is namelijk minder flexibiliteit voor het invullen van de arbeidsvoorwaarden. Het percentage werkgevers dat inflexibiliteit van de cao en avv als grootste nadeel ziet is in vergelijking met 2003 wel afgenomen van 35 naar 23 procent.

Arbeidsmarktbarometer BVE-sector 2005-2006. Vacatures in het derde kwartaal van 2005

Om de actuele ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt nauwgezet te kunnen volgen en een gericht arbeidsmarktbeleid te kunnen voeren, laat het ministerie van OCW jaarlijks verschillende metingen voor de Arbeidsmarktbarometer uitvoeren. Deze publicatie gaat in op vacatures in de bve-sector voor management, leraren en ondersteunend personeel in het derde kwartaal van 2005. In vergelijking met het derde kwartaal van 2003 en 2004 is voor alle functiegroepen het aantal vacatures dat in het derde kwartaal is ontstaan weer toegenomen. Hetzelfde geldt voor het aantal vacatures dat onvervuld blijft.

Kosteneffectiviteit re-integratietrajecten CMS

Regioplan heeft in opdracht van UWV de kosteneffectiviteit onderzocht van bepaalde re-integratietrajecten voor WAO-ers. Het onderzoek had een kwantitatief karakter en er is o.a. gebruik gemaakt van verscheidene regressietechnieken. Ongeveer de helft van de onderzochte trajecten was van het re-integratiebedrijf Casemanagement Center/Services (CMC/CMS). Alle onderzochte trajecten van dit bedrijf waren onderdeel van het project ‘Zorg maakt werk PGGM’, een initiatief van UWV en PGGM om de re-integratie van langdurig arbeidsongeschikten in de sector zorg en welzijn te bevorderen. De belangrijkste conclusie is dat de relatief dure re-integratietrajecten met veel inhoudelijke componenten, in het geval van de onderzochte WAO-ers, leiden tot hogere plaatsingspercentages. Het onderzoek laat zien dat het wel degelijk goed mogelijk is om moeilijk plaatsbare groepen met een relatief hoge leeftijd, lange WAO-duur en hoog arbeidsongeschiktheidspercentage, (weer) aan het werk te helpen.

Arbeidsmarktbarometer 2004/2005 beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (BVE)

De arbeidsmarktbarometer wordt gebruikt om de stand van zaken op de onderwijsarbeidsmarkt te bepalen. De barometer bestaat nu ruim tien jaar en wordt verzorgd voor de sectoren po, vo en bve. In deze jaarrapportage BVE presenteren we de jaarcijfers voor management, leraren en ondersteunend personeel in de bve-sector. Voor alle functiegroepen gold dat de verschillen in het aantal ontstane, vervulde en onvervulde vacatures ten opzichte van het voorgaande schooljaar (2003-2004) gering waren. Van grote spanningen op de arbeidsmarkt was geen sprake.

Eindevaluatie Arboplusconvenant Academische Ziekenhuizen

De Nederlandse Universitair Medische Centra (UMC’s) hebben begin 2001 een Arboconvenant afgesloten met de werknemersorganisaties en de ministeries van SZW en VWS. Dit Arboconvenant heeft de basis gelegd voor een integraal (arbo)zorgsysteem: een ‘blauwdruk’ die de UMC’s de mogelijkheid biedt om hun arbeidsomstandighedenbeleid in samenhang met andere beleidsterreinen onder te brengen in één geïntegreerd zorgsysteem. Na afloop van het Arboconvenant (31 december 2003) is in januari 2004 het Arboplusconvenant afgesloten. Het Arboplusconvenant was gericht op het vasthouden van de positieve ontwikkelingen en het ontwikkelen van oplossingen voor (een beperkt aantal) nieuwe vraagstukken, op het gebied van verzuim en re-integratie. De uitvoering van het Arboplusconvenant is op 31 december 2006 geëindigd en in twee metingen door Regioplan geëvalueerd. Vragen die in de evaluatie aan de orde kwamen: Welke maatregelen en instrumenten zijn ingezet en hebben zij bijgedragen (of zullen zij in de nabije toekomst bijdragen) aan veilig en gezond werken in deze sector?

Aan de slag met het werkdeel. Achtergronden van de besteding van het werkdeel

Dit rapport doet verslag van de resultaten van een webenquête die Regioplan samen met Divosa heeft uitgezet onder sociale diensten over de oorzaken van de onderbenutting van het W-deel van het WWB-budget. Gemeenten hielden in 2004 8% van dat budget over en in 2005 14%. De belangrijkste oorzaken van de onderbenutting zijn het feit dat de behoefte aan re-integratie leidend is en niet de omvang van het budget, de afbouw van de gesubsidieerde arbeid en de tegenvallende prestaties van re-integratiebedrijven. Verder blijkt dat gemeenten met een overschot voorzichtiger zijn met het uitgeven van geld uit het W-budget dan tekortgemeenten. Verder ervaren zij vaker wettelijke belemmeringen bij de besteding van dat geld en zetten zij minder vaak nieuwe vormen van loonkostensubsidies en/of work first in. Driekwart van de gemeenten verwacht dat de re-integratie-uitgaven gaan toenemen en 90% van de gemeenten verwacht daarom ook het W-budget vanaf 2007 geheel op te maken. Dit rapport is een gezamenlijk product van Divosa en Regioplan en is tot stand gekomen in samenwerking met het Ministerie van SZW en de VNG.