Werkveld: Arbeid en sociale zekerheid
Onderzoek kinderarbeid
Regioplan heeft in opdracht van het Ministerie van SZW onderzocht of er sprake is van een discrepantie tussen wet- en regelgeving aangaande kinderarbeid en de opvattingen daarover in de samenleving. De vraag was hoe de regels beleefd worden en of er veranderingen wenselijk zijn. Uit het onderzoek blijkt dat ouders, kinderen en werkgevers over het algemeen tevreden zijn over de huidige regels voor werk door kinderen (tot 16 jaar), maar dat er wel de wens leeft tot duidelijker invulling van het begrip ‘klusjes in en rond huis’. Behoefte aan radicale aanpassing van de regelgeving is er niet. In het onderzoek is ook gekeken naar de regels voor kinderen met werk in de artistieke sector, bijvoorbeeld op het toneel of in de film. Hier geven de betrokkenen aan dat ze regels willen die beter aansluiten op opname- en uitvoeringsschema’s en de regels in omringende landen. Verder wordt er gepleit voor een onafhankelijk begeleider die waakt over het welzijn van de kinderen. Voor die begeleiding zou er een draaiboek moeten komen, zodat ook werkgevers in de artistieke sector die weinig ervaring hebben met werk door kinderen weten waar ze op moeten letten. Mede op basis van de conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek zullen de regels voor werk door kinderen herzien worden. De nieuwe regels zullen naar verwachting begin 2007 ingaan.
De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide vluchtelingen
In opdracht van het Ministerie van SZW heeft Regioplan onderzoek gedaan naar de arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide vluchtelingen in de sectoren onderwijs, techniek en zorg. Voor dit onderzoek hebben we een kwantitatieve analyse uitgevoerd naar de omvang van het aantal hoger opgeleide vluchtelingen in Nederland. Daarnaast hebben we een groot aantal experts geïnterviewd, casestudies gedaan en hebben we een grootschalig enquête gehouden onder hoger opgeleide vluchtelingen. Vluchtelingen ondervinden door zowel algemene als sector specifieke factoren een achterstand op de arbeidsmarkt. De situatie in de sector onderwijs is het meest problematisch.
Evaluatie opheffing bordeelverbod. De sociale positie van prostituees 2006
Begin 2006 heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie Regioplan gevraagd om een deelonderzoek uit te voeren van de evaluatie van het opheffen van het bordeelverbod. Regioplan onderzocht de sociale positie van prostituees: hoe staat het met de arbeidsrelaties in de prostitutiesector, onder welke arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden werken de prostituees en zijn deze verbeterd na de wetswijziging? Daarnaast gingen we in op de ontwikkelingen in de sociale positie en de toekomst van de sector. Voor dit onderzoek zijn 354 prostituees en 49 exploitanten geïnterviewd in vijf sectoren (club, raam, escort, massagesalon, privéhuis) door heel Nederland.
Etnische minderheden op de arbeidsmarkt. Beelden en feiten, belemmeringen en oplossingen.
In opdracht van het Ministerie van SZW verrichtte Regioplan een onderzoek naar belemmeringen voor etnische minderheden op de arbeidsmarkt. Het onderzoek bestond onder andere uit een meta-evaluatie om alle relevante kennis over arbeidsmarktbelemmeringen van etnische minderheden op een rij te zetten. Daarnaast zijn good practices opgespoord en geanalyseerd. Aanvullend is een aantal kleinschalige onderzoeken verricht onder allochtone werkzoekenden, allochtone jongeren en werkgevers rondom het thema discriminatie op de arbeidsmarkt.
Bedrijven over wetswijziging arbodienstverlening eerste meting
Vorig jaar is een nieuw model voor arbodienstverlening in werking getreden. Er zijn alternatieven beschikbaar gekomen voor het contract met een arbodienst, zoals een contract met een verzekeraar of re-integratiebedrijf. Maatwerk is mogelijk gemaakt, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo moet er overeenstemming zijn met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging of dienen er in de CAO afspraken vastgelegd te worden over het arbobeleid. In het kader van deze veranderingen heeft Regioplan, in opdracht van het ministerie van SZW, een eerste meting uitgevoerd onder bedrijven met de vraag: wat zijn de reacties van werkgevers op de geboden nieuwe mogelijkheden?
Conform afspraak. De evaluatie van het instrument verbetertraject
Voor het Ministerie van SZW heeft Regioplan het toezichtsinstrument verbetertraject op haar werking en effecten onderzocht. Gemeenten die een verbetertraject aangaan, moeten op een van te voren afgesproken tijd hun problemen in de rechtmatigheid van de uitvoering van de Abw oplossen. Zij moeten dit doen aan de hand van een van te voren door het Rijk goedgekeurd plan.
De activerende organisatie. Negen totaalconcepten voor activering en uitstroom
In het najaar van 2001 is de circulaire ‘Activering en Uitstroom bijstandsgerechtigden’ aan gemeenten verstuurd. In deze circulaire heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het centrale uitgangspunt van de Wet SUWI, ‘werk boven inkomen’, nader belicht. Regioplan heeft in opdracht van StimulanSZ geïnventariseerd welke methoden en instrumenten van directe bemiddeling hun meerwaarde in de praktijk hebben bewezen. Deze inventarisatie heeft geresulteerd in de publicatie ‘Instrumenten voor de directe bemiddeling van werkzoekenden’. Vervolgens is een tweede publicatie uitgegeven, met de titel De Activerende Organisatie. Negen totaalconcepten voor activering en uitstroom” . Hierin beschrijven we negen gemeenten die in de geest van de circulaire hun organisatie hebben veranderd en de uitgangspunten van de Wet SUWI in hun dagelijkse werkzaamheden hebben ingebed. Hun werkwijze gaat verder dan alleen directe bemiddeling en heeft dan ook betrekking op meer onderdelen van de uitvoering van de Abw.
De arbeidsmarktpositie van de ex-deelnemers aan de EAU
Tussen 1995 en 1997 vonden 20.000 langdurig werklozen een gesubsidieerde baan via de zogenaamde Melkert 2 regeling (Experimenten Activering van Uitkeringsgelden (EAU)). Regioplan evalueerde destijds die regeling. Uiterlijk 31 december 1998 liep voor vrijwel alle deelnemers hun arbeidscontract, dat maximaal 2 jaar had geduurd, af. Begin 2000 is bezien wat er met de 20.000 is gebeurd op de arbeidsmarkt; heeft men nog een baan of is men teruggevallen in werkloosheid? Naar voren kwam dat 70% van de “melkertiers” eind 1999 een baan had.
De bijstand beleefd. Onderzoek naar de beleving door (ex-) cliënten van het landelijk beleid Bijstand en Werk tijdens de Abw
Bij de evaluatie van de Abw in 1999 is de beleving van bijstandscliënten onderbelicht gebleven. Om die reden heeft Regioplan een representatief onderzoek gedaan naar de beleving door zowel cliënten als ex-cliënten van het landelijke Abw-beleid in de periode 2002-2003 en het daaraan flankerende beleid. In het onderzoek is ook aandacht besteed aan dak- en thuislozen met een bijstandsuitkering. Het onderzoek is een nulmeting en maakt het mogelijk om te zijner tijd vergelijkingen te maken tussen de cliëntbeleving van WWB en Abw. Hoofdconclusie is dat cliënten over het algemeen redelijk positief oordelen over het gevoerde beleid. Ook blijken zij redelijk goed op de hoogte van het landelijk beleid. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De economische betekenis van Schiphol
Ten behoeve van het overleg gemeente-bedrijfsleven, op 11 juni 2004 op Schiphol, hebben de Kamer van Koophandel Amsterdam en Economische Zaken van de Gemeente Amsterdam aan Regioplan Beleidsonderzoek gevraagd dit rapport op te stellen over de economische betekenis van Schiphol. Daarin wordt vooral aandacht geschonken aan de ontwikkeling van de werkgelegenheid op de luchthaven. Dit rapport is gebaseerd op een aantal recente publicaties over de luchtvaart in het algemeen en over Schiphol in het bijzonder en op de werkgelegenheidsmetingen die Regioplan vanaf 1991 op Schiphol verricht.