Vergrijzing tegen wil en dank. Voorbeelden van oplossingen in de praktijk.

Oudere werknemers binnen bedrijven gemotiveerd en gezond laten functioneren is te bewerkstelligen door een mensgerichte stijl van leidinggeven, taakvariatie, arbeidstijdvermindering en inzicht in de taken in de laatste fase van hun werkzame leven. Dit blijkt uit onderzoek van Regioplan naar praktijkvoorbeelden van leeftijdsbewust personeelsbeleid in de sectoren Grafimedia en Onderwijs. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van SZW.

Naleving van de Wet arbeid vreemdelingen: een eerste onderzoek onder werkgevers

Bijna een op de vijf Nederlandse bedrijven zegt met illegalen te werken. Hierdoor overtreden zij de Wet arbeid vreemdelingen (WAV). Het ging in 2004 om ongeveer 65.000 tot 90.000 buitenlandse werknemers die zonder de noodzakelijke vergunning aan het werk waren. Zo’n veertig procent van deze illegale werknemers kwam uit Polen en de andere Oost-Europese landen die sinds anderhalf jaar lid zijn van de Europese Unie. Meestal ging het om dienstverbanden van kortere duur, zoals seizoensarbeid. In totaal werkten de illegale werknemers 45.000 tot 67.000 arbeidsjaren. Deze schattingen staan in het onderzoek ‘Naleving van de Wet arbeid vreemdelingen: een eerste onderzoek onder werkgevers’ van Regioplan. Het onderzoek is 20 januari door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer Van Hoof, aan de Tweede Kamer aangeboden.

Evaluatie van de pilots met gecombineerde inburgerings- en re-integratievoorzieningen

Van 1 oktober 2004 tot 1 oktober 2005 hebben zes gemeenten (Tilburg, Den Haag, Rotterdam, Groningen, Gouda en Samenwerkingsverband Alblasserwaard-Oost/Vijfheerenlanden) meegedaan aan een pilot om ervaring op te doen met de samenloop van inburgering en re-integratie voor het nieuwe inburgeringsstelsel. Het doel van de pilots was om binnen de huidige wettelijke kaders ervaring op te doen met het aanbieden van gecombineerde trajecten aan nieuw- en oudkomers conform de uitgangspunten van het nieuwe stelsel. Regioplan heeft de pilots geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat re-integratie en inburgering goed te combineren zijn en – mits goed ingevoerd door gemeenten – elkaar zelfs kunnen versterken.

Evaluatie Arboconvenant Architectenbureaus

In vier jaar tijd hebben de BNA, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond, De Unie en het Ministerie van SZW met het Arboconvenant Architectenbureaus een flinke stap voorwaarts gezet in de reductie van RSI-klachten in de architectenbranche. Ook is het thema ‘werkdruk’ op de agenda gezet bij werkgevers. Dit is een resultaat waarop in de komende jaren verder gebouwd kan gaan worden. Lees meer over de resultaten in het bijgevoegde rapport.

Eindevaluatieonderzoek Arboconvenant Bouw

Op verzoek van de werkgevers-en werknemerspartijen in de bouw en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Regioplan het Arboconvenant Bouw geëvalueerd. In het Arbovenant Bouw is ernaar gestreefd om de arbeidsrisico’s voor werknemers op vier thema’s te verminderen: fysieke belasting, kwarts, werkdruk en organo-psychosyndroom (OPS). Eén van de doelen van de evaluatie was inzicht te krijgen in het uitvoeringsproces van dit arboconvenant. Om dit inzicht te bereiken, heeft Regioplan een speciale krachtenveldanalyse ontwikkeld. Met de krachtenveldanalyse is het besluitvormingsproces van de verschillende partijen die betrokken waren bij het convenant geëvalueerd.

Klantenanalyse Voedselbanken

Dit was een onderzoek onder klanten van Voedselbank Nederland, in opdracht van het Ministerie van SZW. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste klanten van de Voedselbanken langdurig leven van een (bijstands-)uitkering, aanzienlijke schulden hebben en weinig gebruikmaken van voorzieningen als bijzondere bijstand of kwijtschelding van lokale belasting. Eenoudergezinnen, laagopgeleiden en mensen met een niet-Nederlandse etniciteit zijn oververtegenwoordigd onder de klanten. In het onderzoek is ook gesproken met vertegenwoordigers van de Voedselbanken, sociale diensten en hulpverleningsinstellingen in een aantal gemeenten over de onderlinge samenwerking.

Wet evenredige vertegenwoordiging

In 1997 werd de Wet Evenredige Vertegenwoordiging (WEV) van kracht. Onderwijsinstellingen waar het aandeel van vrouwen in leidinggevende functies lager is dan het aandeel van vrouwen in de sector als geheel werden verplicht een plan op te stellen met streefcijfers en maatregelen om het aandeel vrouwen te bevorderen. Met deze meting is nagegaan of de planverplichting daadwerkelijk heeft geleid tot een betere vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies. In het primair onderwijs heeft de WEV een bevorderend effect gehad op het aandeel van vrouwen. In de andere onderwijssectoren (VO, BVE, HBO en WO) heeft de WEV niet geleid tot een (aantoonbare) toename van het aandeel van vrouwen in leidinggevende functies.

De scholing voor werkenden zonder startkwalificatie

Laagopgeleide werknemers vinden moeilijk een baan. Als ze eenmaal een baan gevonden hebben, blijken ze deze gemakkelijk weer te verliezen. Daarom heeft de overheid zich het doel gesteld dat alle werknemers ten minste een minimum opleidingsniveau moeten behalen: de ‘startkwalificatie’. Naar aanleiding van de voorlopige resultaten van de evaluatie van ESF3 is een discussie ontstaan over de manier waarop de doelgroep ‘werkenden zonder startkwalificatie’ het best kan worden bereikt. In dit kader heeft Regioplan Beleidsonderzoek voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoek gedaan naar laagopgeleide werknemers en hun deelname aan scholingsactiviteiten. De rapportage van het onderzoek biedt inzicht in de omvang en samenstelling van de doelgroep, en in de aandacht die de huidige projecten aan de doelgroep besteden.

Onderzoek kinderarbeid

Regioplan heeft in opdracht van het Ministerie van SZW onderzocht of er sprake is van een discrepantie tussen wet- en regelgeving aangaande kinderarbeid en de opvattingen daarover in de samenleving. De vraag was hoe de regels beleefd worden en of er veranderingen wenselijk zijn. Uit het onderzoek blijkt dat ouders, kinderen en werkgevers over het algemeen tevreden zijn over de huidige regels voor werk door kinderen (tot 16 jaar), maar dat er wel de wens leeft tot duidelijker invulling van het begrip ‘klusjes in en rond huis’. Behoefte aan radicale aanpassing van de regelgeving is er niet. In het onderzoek is ook gekeken naar de regels voor kinderen met werk in de artistieke sector, bijvoorbeeld op het toneel of in de film. Hier geven de betrokkenen aan dat ze regels willen die beter aansluiten op opname- en uitvoeringsschema’s en de regels in omringende landen. Verder wordt er gepleit voor een onafhankelijk begeleider die waakt over het welzijn van de kinderen. Voor die begeleiding zou er een draaiboek moeten komen, zodat ook werkgevers in de artistieke sector die weinig ervaring hebben met werk door kinderen weten waar ze op moeten letten. Mede op basis van de conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek zullen de regels voor werk door kinderen herzien worden. De nieuwe regels zullen naar verwachting begin 2007 ingaan.

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide vluchtelingen

In opdracht van het Ministerie van SZW heeft Regioplan onderzoek gedaan naar de arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide vluchtelingen in de sectoren onderwijs, techniek en zorg. Voor dit onderzoek hebben we een kwantitatieve analyse uitgevoerd naar de omvang van het aantal hoger opgeleide vluchtelingen in Nederland. Daarnaast hebben we een groot aantal experts geïnterviewd, casestudies gedaan en hebben we een grootschalig enquête gehouden onder hoger opgeleide vluchtelingen. Vluchtelingen ondervinden door zowel algemene als sector specifieke factoren een achterstand op de arbeidsmarkt. De situatie in de sector onderwijs is het meest problematisch.