Evaluatie Arboconvenant Architectenbureaus

In vier jaar tijd hebben de BNA, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond, De Unie en het Ministerie van SZW met het Arboconvenant Architectenbureaus een flinke stap voorwaarts gezet in de reductie van RSI-klachten in de architectenbranche. Ook is het thema ‘werkdruk’ op de agenda gezet bij werkgevers. Dit is een resultaat waarop in de komende jaren verder gebouwd kan gaan worden. Lees meer over de resultaten in het bijgevoegde rapport.

Eindevaluatieonderzoek Arboconvenant Bouw

Op verzoek van de werkgevers-en werknemerspartijen in de bouw en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Regioplan het Arboconvenant Bouw geëvalueerd. In het Arbovenant Bouw is ernaar gestreefd om de arbeidsrisico’s voor werknemers op vier thema’s te verminderen: fysieke belasting, kwarts, werkdruk en organo-psychosyndroom (OPS). Eén van de doelen van de evaluatie was inzicht te krijgen in het uitvoeringsproces van dit arboconvenant. Om dit inzicht te bereiken, heeft Regioplan een speciale krachtenveldanalyse ontwikkeld. Met de krachtenveldanalyse is het besluitvormingsproces van de verschillende partijen die betrokken waren bij het convenant geëvalueerd.

Klantenanalyse Voedselbanken

Dit was een onderzoek onder klanten van Voedselbank Nederland, in opdracht van het Ministerie van SZW. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste klanten van de Voedselbanken langdurig leven van een (bijstands-)uitkering, aanzienlijke schulden hebben en weinig gebruikmaken van voorzieningen als bijzondere bijstand of kwijtschelding van lokale belasting. Eenoudergezinnen, laagopgeleiden en mensen met een niet-Nederlandse etniciteit zijn oververtegenwoordigd onder de klanten. In het onderzoek is ook gesproken met vertegenwoordigers van de Voedselbanken, sociale diensten en hulpverleningsinstellingen in een aantal gemeenten over de onderlinge samenwerking.

Wet evenredige vertegenwoordiging

In 1997 werd de Wet Evenredige Vertegenwoordiging (WEV) van kracht. Onderwijsinstellingen waar het aandeel van vrouwen in leidinggevende functies lager is dan het aandeel van vrouwen in de sector als geheel werden verplicht een plan op te stellen met streefcijfers en maatregelen om het aandeel vrouwen te bevorderen. Met deze meting is nagegaan of de planverplichting daadwerkelijk heeft geleid tot een betere vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies. In het primair onderwijs heeft de WEV een bevorderend effect gehad op het aandeel van vrouwen. In de andere onderwijssectoren (VO, BVE, HBO en WO) heeft de WEV niet geleid tot een (aantoonbare) toename van het aandeel van vrouwen in leidinggevende functies.

De scholing voor werkenden zonder startkwalificatie

Laagopgeleide werknemers vinden moeilijk een baan. Als ze eenmaal een baan gevonden hebben, blijken ze deze gemakkelijk weer te verliezen. Daarom heeft de overheid zich het doel gesteld dat alle werknemers ten minste een minimum opleidingsniveau moeten behalen: de ‘startkwalificatie’. Naar aanleiding van de voorlopige resultaten van de evaluatie van ESF3 is een discussie ontstaan over de manier waarop de doelgroep ‘werkenden zonder startkwalificatie’ het best kan worden bereikt. In dit kader heeft Regioplan Beleidsonderzoek voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoek gedaan naar laagopgeleide werknemers en hun deelname aan scholingsactiviteiten. De rapportage van het onderzoek biedt inzicht in de omvang en samenstelling van de doelgroep, en in de aandacht die de huidige projecten aan de doelgroep besteden.

Onderzoek kinderarbeid

Regioplan heeft in opdracht van het Ministerie van SZW onderzocht of er sprake is van een discrepantie tussen wet- en regelgeving aangaande kinderarbeid en de opvattingen daarover in de samenleving. De vraag was hoe de regels beleefd worden en of er veranderingen wenselijk zijn. Uit het onderzoek blijkt dat ouders, kinderen en werkgevers over het algemeen tevreden zijn over de huidige regels voor werk door kinderen (tot 16 jaar), maar dat er wel de wens leeft tot duidelijker invulling van het begrip ‘klusjes in en rond huis’. Behoefte aan radicale aanpassing van de regelgeving is er niet. In het onderzoek is ook gekeken naar de regels voor kinderen met werk in de artistieke sector, bijvoorbeeld op het toneel of in de film. Hier geven de betrokkenen aan dat ze regels willen die beter aansluiten op opname- en uitvoeringsschema’s en de regels in omringende landen. Verder wordt er gepleit voor een onafhankelijk begeleider die waakt over het welzijn van de kinderen. Voor die begeleiding zou er een draaiboek moeten komen, zodat ook werkgevers in de artistieke sector die weinig ervaring hebben met werk door kinderen weten waar ze op moeten letten. Mede op basis van de conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek zullen de regels voor werk door kinderen herzien worden. De nieuwe regels zullen naar verwachting begin 2007 ingaan.

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide vluchtelingen

In opdracht van het Ministerie van SZW heeft Regioplan onderzoek gedaan naar de arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide vluchtelingen in de sectoren onderwijs, techniek en zorg. Voor dit onderzoek hebben we een kwantitatieve analyse uitgevoerd naar de omvang van het aantal hoger opgeleide vluchtelingen in Nederland. Daarnaast hebben we een groot aantal experts geïnterviewd, casestudies gedaan en hebben we een grootschalig enquête gehouden onder hoger opgeleide vluchtelingen. Vluchtelingen ondervinden door zowel algemene als sector specifieke factoren een achterstand op de arbeidsmarkt. De situatie in de sector onderwijs is het meest problematisch.

Evaluatie opheffing bordeelverbod. De sociale positie van prostituees 2006

Begin 2006 heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie Regioplan gevraagd om een deelonderzoek uit te voeren van de evaluatie van het opheffen van het bordeelverbod. Regioplan onderzocht de sociale positie van prostituees: hoe staat het met de arbeidsrelaties in de prostitutiesector, onder welke arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden werken de prostituees en zijn deze verbeterd na de wetswijziging? Daarnaast gingen we in op de ontwikkelingen in de sociale positie en de toekomst van de sector. Voor dit onderzoek zijn 354 prostituees en 49 exploitanten geïnterviewd in vijf sectoren (club, raam, escort, massagesalon, privéhuis) door heel Nederland.

Etnische minderheden op de arbeidsmarkt. Beelden en feiten, belemmeringen en oplossingen.

In opdracht van het Ministerie van SZW verrichtte Regioplan een onderzoek naar belemmeringen voor etnische minderheden op de arbeidsmarkt. Het onderzoek bestond onder andere uit een meta-evaluatie om alle relevante kennis over arbeidsmarktbelemmeringen van etnische minderheden op een rij te zetten. Daarnaast zijn good practices opgespoord en geanalyseerd. Aanvullend is een aantal kleinschalige onderzoeken verricht onder allochtone werkzoekenden, allochtone jongeren en werkgevers rondom het thema discriminatie op de arbeidsmarkt.

Bedrijven over wetswijziging arbodienstverlening eerste meting

Vorig jaar is een nieuw model voor arbodienstverlening in werking getreden. Er zijn alternatieven beschikbaar gekomen voor het contract met een arbodienst, zoals een contract met een verzekeraar of re-integratiebedrijf. Maatwerk is mogelijk gemaakt, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo moet er overeenstemming zijn met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging of dienen er in de CAO afspraken vastgelegd te worden over het arbobeleid. In het kader van deze veranderingen heeft Regioplan, in opdracht van het ministerie van SZW, een eerste meting uitgevoerd onder bedrijven met de vraag: wat zijn de reacties van werkgevers op de geboden nieuwe mogelijkheden?