Uitstroom en uitbesteding deel 2. Uitkomsten quick scan bij 28 gemeenten naar de uitvoering van reïntegratie bij gemeenten

Tot voor kort waren gemeenten voor de reïntegratie van bijstandsclienten grotendeels aangewezen op publieke partijen. Nu worden zij geacht goed geïnformeerd en rationeel gebruik te maken van private reïntegratiebedrijven. Regioplan onderzocht voor het ministerie van SZW de ontwikkeling op de gemeentelijk reïntegratiemarkt, met daarbij speciale aandacht voor de positie van Kliq en de WSW- en WIW-organisaties. Het onderzoek vond plaats in juni 2001 en bestond uit face-to-face-interviews met 28 gemeenten, die zijn afgenomen door medewerkers van de toenmalige directie Toezicht van het Ministerie van SZW. De analyse en verslaglegging is uitgevoerd door Regioplan. In het rapport worden ook de trends beschreven ten opzichte van de situatie in december 1999, toen een vergelijkbare quick scan is uitgevoerd.

Ouderenbeurs 50+ Utrecht

De FNV onderzocht op de 50+ beurs (24 tot en met 30 september) hoe mensen aankijken tegen hun eigen pensioen. Ook bekeek zij hoe de overgang van werk naar pensioen is geregeld. Het merendeel van de gepensioneerden van nu is ruim voor het 65e levensjaar gestopt met werken. Wie nu nog werkt verwacht pas op het 61e jaar uit dienst te kunnen treden. De gemiddelde leeftijd waarop men nu met pensioen gaat is 58 jaar. Doorwerken tot na de AOW-gerechtigde leeftijd is voor de ondervraagden alleen een optie wanneer de arbeidsduur wordt verkort, deeltijdpensioen aan de orde is of de pensioenuitkering omhoog gaat. Zowel gepensioneerden als werkenden zijn goed op de hoogte van wat er met hun pensioen gebeurt wanneer er wat in hun leefsituatie verandert, aldus het FNV-onderzoek. Alleen zijn werknemers onvoldoende bekend met wat de consequenties zijn van arbeidsongeschiktheid of verlies van baan.

Kwantitatief onderzoek sluitende aanpak 2001

In de EU zijn afspraken gemaakt over de bestrijding van langdurige werkloosheid. Eén van de afspraken bepaalt dat aan eenieder die werkloos wordt en niet op eigen kracht werk vindt, binnen een jaar aanbod (’traject’) wordt gedaan ter ondersteuning van de terugkeer naar de arbeidsmarkt. Dit beleid is in Nederland bekend onder de naam ‘de sluitende aanpak’. Regioplan deed onderzoek naar de omvang van de doelgroep en de productie van de trajecten over het verslagjaar 2001. Ook de resultaten van het beleid (krijgt de doelgroep binnen een jaar een traject?) zijn vastgesteld.

Langdurig WAO-ers: Voorgoed aan de kant?

Als vervolg op het onderzoek Van bijstand naar werk (1998), is een onderzoek uitgevoerd naar de vraag waarom sommige langdurig WAO’ers na een periode zonder betaald werk alsnog in (parttime) betaald werk terugkeren, terwijl anderen daar niet in slagen. Er zijn 600 WAO-dossiers bestudeerd en bijna 100 WAO’ers geïnterviewd. Ook is gesproken met werkgevers, verzekeringsartsen, arbeidsdeskundigen en re-integratieconsulenten. Van de onderzochte langdurig arbeidsongeschikten bleek 20-25% (parttime) betaald werk of andere re-integratieactiviteiten te verrichten. We noemen hen stromers. Opvallend was dat deze stromers hun re-integratie-inspanningen veelal op eigen initiatief ondernemen; uitvoeringsinstellingen en re-integratiebedrijven erkennen dat zij weinig tot geen ervaring hebben met de begeleiding van langdurig arbeidsongeschikten.

Langdurigheidstoeslag 2003: toepassing door gemeenten

In 2003 kunnen de gemeenten extra financiële ondersteuning aan langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief bieden. Tussen het kabinet en de sociale partners is afgesproken dat aan gemeenten hiervoor 20 miljoen beschikbaar gesteld wordt. Deze afspraak is gemaakt tijdens het najaarsoverleg op 28 november 2002. In februari 2003 hebben het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een nadere invulling aan deze afspraak gegeven. In de periode augustus-september 2003 heeft Regioplan een onderzoek verricht naar de uitvoering van de gemaakt afspraken over de financiële ondersteuning van de doelgroep. Uit de grootschalige enquête onder gemeenten blijkt dat bijna driekwart van de gemeenten met een nieuwe of aanvullende regeling invulling geeft aan de langdurigheidstoeslag 2003. Het overige kwart zet de extra gelden op andere wijze in. Een ruime meerderheid van de gemeenten keert (al) de maximale bedragen uit genoemd in de najaarsakkoordafspraak (450 voor gezinnen, 400 voor alleenstaande ouders, 320 voor alleenstaande).

Ledenonderzoek Kappersbond FNV/FNV Schoonheidsverzorging

In 2000 heeft de (toenmalige) Kappersbond FNV een onderzoek laten uitvoeren onder (ex-)leden naar het imago en de dienstverlening van de bond. In 2004 heeft de Kappersbond FNV/FNV schoonheidsverzorging Regioplan gevraagd te bekijken in hoeverre de doelstellingen, die mede naar aanleiding van het onderzoek zijn geformuleerd, waren behaald. Hiernaast werd expliciet aandacht besteed aan de CAO en de door de achterban gewenste inzet bij de komende CAO-onderhandelingen (binnen de afspraken over de nullijn uit het najaarsoverleg). De resultaten van het onderzoek hebben duidelijke handvatten geboden voor een sterkere positionering van de Kappersbond onder leden en potentiële leden. Het rapport mag niet openbaar gemaakt worden.

Midterm-evaluatie ESF3

In 2004 heeft Regioplan, in een midterm-evaluatie onderzocht hoe de invoering is verlopen en wat de eindresultaten zijn van het Nederlands ESF-programma 2000-2006. Gebleken is dat, na een startperiode waarin de subsidie aanvragen voor verschillende onderdelen achterbleven bij de verwachtingen, het ESF-programma medio 2003 op stoom is gekomen. Het beschikbare budget voor bijvoorbeeld de toeleiding van werklozen naar werk was ten tijde van de evaluatie nog onvolledig benut. Subsidiemogelijkheden bij andere maatregelen daarentegen, zoals behoud van een werkzame beroepsbevolking en het investeren in het beroepsonderwijs, werden ten tijde van de evaluatie al intensief gebruikt.

Monitor Dagindeling halverwege

In maart 1999 presenteerde Staatssecretaris Verstand de Subsidieregeling Dagindeling. De regeling is gericht op de financiering van vernieuwende experimenten die een bijdrage leveren aan het makkelijker combineren van werk en privé. De 140 projecten die over een periode van vier jaar in totaal 60 miljoen gulden subsidie ontvangen, leveren twee maal per jaar gegevens over de voortgang en de tussentijdse resultaten. Dit gebeurt aan de hand van de Monitor Dagindeling, die door Regioplan in opdracht van het Projectbureau Dagindeling wordt uitgevoerd. In de rapportage Monitor Dagindeling Halverwege worden de monitorgegevens van de eerste twee jaar van de subsidieregeling worden beschreven en geanalyseerd.

Monitor Dagindeling, overzicht 140 experimenten

In maart 1999 presenteerde Staatssecretaris Verstand de Subsidieregeling Dagindeling. De regeling was gericht op de financiering van vernieuwende experimenten die een bijdrage leveren aan het vergemakkelijken van de combinatie van werk en privé taken. Gedurende vier jaar zijn de activiteiten en resultaten van de experimenten opgetekend door middel van de Monitor Dagindeling. Regioplan Beleidsonderzoek heeft de monitor Dagindeling uitgevoerd in opdracht van het Projectbureau Dagindeling van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In dit afsluitende rapport worden de gegevens van vier meetmomenten gecombineerd en wordt een compleet beschrijvend overzicht van de 140 experimenten gegeven. De evaluatie van de Stimuleringsmaatregel is uitgevoerd door het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Nieuwe banen in de collectieve sector?

Tienduizenden werkzoekenden vonden de afgelopen jaren werk via gesubsidieerde arbeid, zoals voorheen binnen de Banenpool. Voor de overheid was het van belang na te gaan of er in de toekomst nog ruimte zal zijn om nog meer van dergelijke banen, met name in de collectieve sector, te creëren. De mogelijkheden daartoe vormden het onderwerp van een onderzoek van Regioplan. De resultaten van dit onderzoek hebben een rol gespeeld bij het formuleren van beleid ten aanzien van gesubsidieerde arbeid van Paars 2.