Monitor Dagindeling, overzicht 140 experimenten

In maart 1999 presenteerde Staatssecretaris Verstand de Subsidieregeling Dagindeling. De regeling was gericht op de financiering van vernieuwende experimenten die een bijdrage leveren aan het vergemakkelijken van de combinatie van werk en privé taken. Gedurende vier jaar zijn de activiteiten en resultaten van de experimenten opgetekend door middel van de Monitor Dagindeling. Regioplan Beleidsonderzoek heeft de monitor Dagindeling uitgevoerd in opdracht van het Projectbureau Dagindeling van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In dit afsluitende rapport worden de gegevens van vier meetmomenten gecombineerd en wordt een compleet beschrijvend overzicht van de 140 experimenten gegeven. De evaluatie van de Stimuleringsmaatregel is uitgevoerd door het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Nieuwe banen in de collectieve sector?

Tienduizenden werkzoekenden vonden de afgelopen jaren werk via gesubsidieerde arbeid, zoals voorheen binnen de Banenpool. Voor de overheid was het van belang na te gaan of er in de toekomst nog ruimte zal zijn om nog meer van dergelijke banen, met name in de collectieve sector, te creëren. De mogelijkheden daartoe vormden het onderwerp van een onderzoek van Regioplan. De resultaten van dit onderzoek hebben een rol gespeeld bij het formuleren van beleid ten aanzien van gesubsidieerde arbeid van Paars 2.

Nieuwe bruggen naar werk (Melkert 2).

In het kader van het activerende beleid dat minister Melkert uit het eerste kabinet Kok had ingezet, dienden via de zogenaamde Melkert 2 regeling zo’n 20.000 banen te worden gecreëerd (Experimenten Activering van Uitkeringsgelden (EAU)). Deze regeling is overgegaan in de Wet Inschakeling Werkzoekenden. Regioplan rondde in het voorjaar van 1999 de evaluatie van de Melkert 2 regeling af. Daarin is onder meer opgenomen een beschrijving van de projecten, een toetsing van de resultaten en een beoordeling van succes- en faalfactoren.

Instrumenten voor de directe bemiddeling van werkzoekenden

In het najaar van 2001 is de circulaire ‘Activering en Uitstroom bijstandsgerechtigden’ aan gemeenten verstuurd. In deze circulaire heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het centrale uitgangspunt van de Wet SUWI, ‘werk boven inkomen’, nader belicht. Voor de gemeenten en CWI’s betekent ‘werk boven inkomen’ een werkwijze waarin de dienstverlening in eerste instantie is gericht op ‘directe bemiddeling’ naar arbeid en pas in tweede instantie op het toekennen van de uitkering. Regioplan heeft in opdracht van StimulanSZ geïnventariseerd welke methoden en instrumenten van directe bemiddeling hun meerwaarde in de praktijk hebben bewezen. Medio april 2003 wordt een tweede publicatie uitgegeven, met de titel ‘De Activerende Organisatie. Negen totaalconcepten voor activering en uitstroom’. Daarin beschrijven we gemeenten die de uitgangspunten van de Wet SUWI in diverse onderdelen van de uitvoeringspraktijk hebben ingebed.

Offshoring in de Nederlandse ICT: Grenzeloze kansen?

Het uitbesteden of verplaatsen van arbeid naar lagelonenlanden (offshoring) heeft zich in het verleden vooral voorgedaan in de industrie. In de laatste jaren doet dit fenomeen zich echter ook in toenemende mate voor in de zakelijke dienstverlening, zoals de ICT-sector. Offshoring van ICT-diensten heeft tot nu toe vooral een vlucht genomen in de Verenigde Staten, waardoor bijvoorbeeld de ICT-sector in India een sterke stimulans heeft gekregen. De laatste tijd krijgt ook de offshoring van ICT-diensten vanuit Nederland steeds meer aandacht. De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) en de Stichting Instituut GAK hebben Regioplan Beleidsonderzoek opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de omvang en de effecten van offshoring van ICT-diensten voor de Nederlandse arbeidsmarkt en economie. Dit onderzoek moet bijdragen aan het vergroten van het inzicht in het fenomeen offshoring en moet duidelijk maken of er werkelijk sprake is van een bedreiging voor de Nederlandse arbeidsmarkt als geheel en de ICT-sector in het bijzonder.

Inventarisatie maatregelen en projecten kennisoverdracht MKB

Dit rapport bevat een globale inventarisatie naar de initiatieven/projecten op het gebied van kennisoverdracht naar het MKB die niet via het ministerie van Economische Zaken zijn gesubsidieerd. De inventarisatie is erop gericht om in de breedte een zo volledig mogelijk beeld van de diversiteit aan projecten en initiatieven te schetsen. Nagegaan is om wat voor soort initiatieven het gaat, welke partijen daarbij betrokken zijn, wat de doelstellingen en aanleidingen zijn (geweest) en op welke wijze de projecten/initiatieven zijn gefinancierd. Het onderzoek is begin 2001 uitgevoerd en beperkt zich tot projecten in de industrie, bouw, zakelijke dienstverlening en nieuwe media.

Onderzoek beheerskostenontwikkeling afdeling SoZaWe

Het aantal cliënten van de Sociale Dienst Nijmegen is in de periode 1996-2001 sterk verminderd; toch blijven de uitvoeringskosten hetzelfde. Hoe kan dit worden verklaard? Op verzoek van de Gemeenteraad van Nijmegen heeft de Nijmeegse Rekenkamer in 2002 de ontwikkeling van de uitvoeringskosten bij de Sociale Dienst onderzocht. Regioplan Beleidsonderzoek heeft de Rekenkamer ondersteund bij het opzetten en het uitvoeren van dit onderzoek. Het eerste deel van het onderzoek richtte zich op het in kaart brengen van de uitvoeringskosten van de diverse producten van de Sociale dienst. Het tweede deel van het onderzoek heeft zich gericht op de wijze waarop de dienst wordt aangestuurd en de kwaliteit van de managementinformatie.

KCC UWV

UWV heeft een Klanten Contact Centrum (KCC) ingericht in Noord-Nederland. Indien klanten van UWV problemen of vragen hebben over de uitkering dan kunnen zij contact opnemen met het KCC. Regioplan heeft het afgelopen jaar zes klantmetingen uitgevoerd onder klanten die met KCC gebeld hadden. Op basis van de bevindingen uit deze metingen kon KCC haar dienstverlening na elke meting aanpassen en verbeteren.

Deze publicatie is niet openbaar.

Onderzoek Sluitende Aanpak 2000

Sinds 1999 stelt het Rijk extra middelen beschikbaar om langdurige werkloosheid te voorkomen. Dit beleid, de zogenaamde ‘sluitende aanpak’, komt voort uit afspraken die in EU-verband zijn gemaakt. Het is erop gericht om alle werkzoekenden een nieuwe start te bieden voordat zij twaalf maanden werkloos zijn. Regioplan heeft in kaart gebracht hoe groot de doelgroep was, wat het bereik en wat de resultaten van de sluitende aanpak waren in het jaar 2000.

Kennis van fraude in bedrijven

Regioplan heeft in opdracht van Ernst & Young ruim 500 respondenten gevraagd naar hun kennis van fraude in bedrijven. Eénderde van de respondenten heeft kennis van fraude in de eigen werkomgeving. De meest geconstateerde vormen zijn: het gebruikmaken van of het zich toe-eigenen van eigendommen van de werkgever; privé-uitgaven declareren of meer declareren dan eigenlijk is uitgegeven; en het declareren van niet gewerkte uren of vrije tijd (dagen of uren) niet als verlof opgeven. Door ruim zestig procent van deze werknemers wordt de geconstateerde fraude niet gemeld. De belangrijkste redenen hiervoor zijn: bezorgdheid over de reacties van collega’s; bezorgdheid over de positie in het bedrijf; en iemand anders heeft de fraude al gemeld.