Inkoop van reïntegratie in de regio Rijnmond

Dit onderzoek is een inventariserend onderzoek uitgevoerd over de manier waarop gemeenten en UWV in de regio Rijnmond reïntegratiediensten inkopen. Er zijn 28 telefonische interviews uitgevoerd met gemeenten en UWV. Het onderzoek geeft een beeld van het inkoopbeleid, de organisatie van de inkoop, de samenwerking tussen inkopers, de inkoopprocedures, de uitkomsten van de inkoopprocedures, de manier waarop de reïntegratiebedrijven worden aangestuurd en de mate waarin de inkopers zicht hebben op de resultaten van reïntegratie. Opdrachtgever was het Platform Arbeidsmarktbeleid Rijnmond.

Evaluatie onderzoeksprogramma’s CAZ-convenant en CAWJ-convenant

De convenanten arbeidsmarktbeleid zorg (CAZ) en arbeidsmarktbeleid welzijn en jeugdhulpverlening (CAWJ) kenden beide een onderzoeksprogramma. Regioplan Beleidsonderzoek heeft in 2003 onderzocht in hoeverre de doelstellingen van deze onderzoeksprogramma’s zijn gehaald, in hoeverre de programma’s voldeden aan de verwachtingen van de verschillende convenantspartijen en welke mogelijke veranderingen in de toekomst wenselijk zouden zijn. Gekeken is naar bruikbaarheid, gebruik en impact van de onderzoeksopbrengsten. De belangrijkste opbrengst van het gestructureerd en het gezamenlijk laten uitvoeren van arbeidsmarktonderzoek was volgens de respondenten het beschikbaar komen van brancheoverstijgende informatie en de efficiëntie die afstemming van sectoraal onderzoek met zich meebrengt. Enkele aanbevelingen uit het onderzoek richten zich op het vergroten van de bruikbaarheid. Er zou onder andere meer duidelijkheid dienen te komen over de beoogde gebruikers van de onderzoeksprogramma’s en een grotere afstemming van het uit te voeren onderzoek op de informatiebehoeften. Dit moet voorkomen dat te veel informatie verzameld wordt die niet of weinig gebruikt wordt (met als onbedoeld effect onderzoeksmoeheid in het veld). Ook is geadviseerd ad hoc onderzoek zo min mogelijk onderdeel te laten zijn van de programma’s en meer over te laten aan de partijen die er behoefte aan hebben.

Evaluatie pilot sociaal bestek rijksoverheid

In 1999 is het Ministerie van SZW samen met organisaties binnen en buiten de overheid gestart met een experiment om langdurig werklozen naar de bouwarbeidsmarkt te leiden door middel van contract compliance. In het bouwbestek van een aantal projecten van de Rijksgebouwendienst (onderdeel van het Ministerie van VROM), het Ministerie van V&W en het Ministerie van Defensie zou een verplichting tot het inschakelen van werklozen worden opgenomen, in de orde van grootte van 2% tot 5% van de loonsom van het project. De aanpak is nooit goed van de grond gekomen. Er zijn slechts vijf werklozen ingestroomd. Als externe oorzaken gelden (1) de omslag van een ruime naar een krappe arbeidsmarkt, waardoor het steeds moeilijker werd om kandidaten te vinden, en (2) de lange periode tussen het vaststellen van het bestek en de start van de bouwwerkzaamheden op het project, waardoor het experiment veel meer tijd vroeg dan voorzien. De evaluatie laat zien dat de methode van sociaal bestek niet zo geschikt is voor grote en langlopende projecten. Deze vorm van contract compliance lijkt een verplichting voor de aannemers, maar is in de praktijk vooral een verplichting voor de overheid, die kandidaten moest aanleveren. De voorbereiding en de uitvoering blijken erg tijdrovend.

Evaluatie poortwachtersfunctie en nieuw partnerbegrip.

Eén van de centrale aspecten van de nieuwe bijstandswet van 1996 is de explicitering van de poortwachtersfunctie van de uitvoerders. In een vrij omvangrijk onderzoek is nagegaan welke veranderingen zich als gevolg van de invoering van de nAbw hebben voorgedaan bij de uitvoering van deze poortwachtersfunctie. Het gaat met name om de veranderingen bij de aantoonlast door de burgers en verificatie door de sociale diensten. Daarnaast is nagegaan of de veranderingen in de wet in het zogenaamde partnerbegrip de gewenste grotere duidelijkheid en misbruikbestrijding c.q. -preventie hebben opgeleverd.

Evaluatie SWI Meetlat

Het streven naar één loket voor werk en Inkomen heeft ertoe geleid dat betrokken instanties (gemeenten, UVI’s en Arbeidsvoorziening) een faseringsinstrument hebben ontwikkeld waarmee in de toekomst alle CWI’s kunnen gaan werken in het kader van de administratieve intake. Dit instrument om de afstand tot de arbeidsmarkt te meten (de Meetlat) is door Regioplan geëvalueerd tijdens een proefneming. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen en verbeteringen die hun beslag hebben gekregen in de inmiddels ingevoerde ‘Kansmeter’.

Modernisering WSW

Gemeentes zullen vanaf 1 januari 2007 een grotere rol spelen in de Sociale werkvoorziening n (Wsw), maar kleine gemeenten zijn nog niet goed voorbereid op de modernisering Wsw. Dit blijkt uit onderzoek dat Regioplan in samenwerking met Ernst & Young op eigen initiatief heeft uitgevoerd onder 139 gemeenten en 94 SW-bedrijven. Sinds 1998 is de doelgroep van de Wsw: mensen die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen alleen in staat zijn tot regelmatige arbeid onder aangepaste omstandigheden. De geplande modernisering van 2007 heeft tot doel om meer Wsw-geïndiceerden werk te bieden buiten de beschutte SW-omgeving, en bij reguliere werkgevers. Dat gebeurt o.a. door subsidie direct te gaan verstrekken aan gemeenten (i.p.v. het WS-bedrijf), het persoonsgebonden budget (PGB) in te voeren, een striktere handhaving van de doelgroep door het CWI en een no-risk polis voor bedrijven. De helft van de gemeenten gaat veranderingen aanbrengen in de aansturing van het SW-bedrijf. Maar een groot deel van de gemeenten en SW-bedrijven denkt dat gemeenten niet voldoende kennis hebben om het SW-bedrijf goed aan te sturen. Opvallend is dat grote gemeenten meer ambtelijke ondersteuning hebben dan kleinere, beter op de hoogte zijn van de modernisering Wsw en in tegenstelling tot kleine gemeenten al volop bezig zijn met de voorbereiding daartoe.

Evaluatie-onderzoek naar de stimulerings projecten voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren peildatum 1 juli 2000

In verschillende Nederlandse gemeenten zijn projecten opgezet om de integratie van werkloze Antilliaanse en Arubaanse jongeren in de Nederlandse samenleving te bevorderen, in het bijzonder door een verbeterde aansluiting van de jongeren op het reguliere arbeidsmarkt- en scholingsinstrumentarium. De experimenten worden gedurende de gehele looptijd (1994-2001) gevolgd. Rapportage geeft stand van zaken op 1 juli 2000.

Duobanen

Het primair onderwijs kampt met een toenemend aantal moeilijk vervulbare directievacatures en een gering aandeel van vrouwen in managementfuncties. Het project Duobanen voor directiefuncties in het primair onderwijs heeft tot doel een oplossing te bieden voor het toenemend aantal directievacatures en bij te dragen aan de doorstroom van vrouwelijke leerkrachten naar directiefuncties. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft geconstateerd dat de aanmeldingen en belangstelling voor de regeling achterblijven bij de verwachting en heeft Regioplan opdracht gegeven onderzoek te doen naar de achtergronden daarvan. Gebleken is dat een duoformatie voor de meeste schoolbesturen geen serieuze optie is, maar voor een kleine groep (veelal grotere) besturen wel degelijk uitkomst kan bieden.

Eindevaluatie ouderenmonitor FNV 2005

Regioplan heeft in 2005 de eindmeting vericht voor de ouderenmonitor van de FNV. In deze eindmeting is onderzocht in hoeverre een aantal doelstellingen uit het businessplan ‘Voor het vakbondswerk voor ouderen in de FNV en bonden’ gehaald zijn. Uit de evaluatie blijkt dat de meeste doelstellingen nog niet geheel zijn bereikt. Wel is het zo dat in vergelijking met eerdere metingen uit 2004 en 2000, de oudere leden in 2005 de dienstverlening positiever beoordelen. De beoordeling van de individuele dienstverlening in 2005 is met een gemiddeld rapportcijfer van 7,3 hoger dan de beoordeling in 2004 (gemiddeld rapportcijfer 6,8) en 2000 (gemiddeld 6,9).

Een markt in ontwikkeling? Eerste inventarisatie van de stand van zaken op de markt voor reïntegratiediensten

De toekomstige organisatie van de uitvoering van de sociale zekerheid voorziet in een vrije markt voor reïntegratiedienstverlening. In 2000 was er nog sprake van een overgangssituatie, waarin de ‘oude’ publieke aanbieders naast semi-publieke en private aanbieders opereerden. Omdat deze markt zich vrij snel ontwikkelt bestond er te weinig zicht op. In onderhavig onderzoek zijn (typen) vragers, (typen) aanbieders en organizers op deze markt geïnventariseerd en zijn hun ‘marktgedrag’ en de relaties tussen partijen en de knelpunten die daarbij ervaren worden in kaart gebracht. Daarnaast is een beeld geschetst van mogelijke ontwikkelingen die een vrije marktwerking kunnen gaan belemmeren. Het onderzoek vormt een eerste beschrijving van de stand van zaken op een reïntegratiemarkt in ontwikkeling en moest als zodanig ondersteuning leveren bij de beleidsontwikkeling op dit terrein.