Werkveld: Arbeid en sociale zekerheid
Jonggehandicapten duurzaam aan het werk
Voor jonggehandicapten is het vaak lastig om over te stappen van de ene naar een volgende baan. Als zij, om welke reden dan ook, hun baan kwijtraken, komen ze in veel gevallen een periode thuis te zitten voordat zij weer nieuw werk vinden.
Jonggehandicapten komen vaak pas bij toeleiders naar werk in beeld nadat zij werkloos zijn geworden. Dat vertraagt de zoektocht naar een nieuwe baan; de jonggehandicapte zit dan immers al thuis. Dit komt mede omdat de toeleiding vaak in handen is van een andere begeleider dan de werkbegeleiding. Periodes van werkloosheid kunnen makkelijker worden voorkomen worden wanneer het in handen van dezelfde persoon komt te liggen.
Werkbehoud en werkhervatting
Het hierboven beschreven probleem, en de aanbeveling, is één van de constateringen uit het onderzoek naar duurzaam werk voor jonggehandicapten. Tijdens het onderzoek is gekeken naar drie processen voor jonggehandicapten:
1. werkbehoud in de tijdelijke contracten;
2. de overgang van een tijdelijk dienstverband naar een vast dienstverband;
3. werkhervatting nadat een eerdere baan is afgelopen.
Binnen elk proces is gekeken wat de vier hoofdrolspelers (jonggehandicapten, leidinggevenden, werkbegeleiders en toeleiders) kunnen doen om het proces zo goed mogelijk te laten verlopen. Hierbij is aandacht voor de factoren die bijdragen aan duurzame arbeidsparticipatie en de samenhang tussen de verschillende factoren.
Complexiteit
Uit het onderzoek kwam duidelijk naar voren dat de factoren vooral als een proces moeten worden gezien. Factoren staan niet op zichzelf en hebben niet een eigen, individueel effect. Veel meer blijkt dat een aantal factoren samen bijdragen aan werkbehoud of werkverlies en dat deze combinaties van factoren per context kunnen verschillen. Gezien de complexiteit van de processen, moet vervolgonderzoek vooral de diepte in gaan en minder de breedte en zich daarbij richten op (deel)processen.
Regioplan heeft dit onderzoek samen met Hiemstra & De Vries uitgevoerd. UWV heeft het onderzoek gesubsidieerd.
Meer weten?
De hele rapportage vindt u op de projectpagina.
Yannick Bleeker MSc
Onderzoek zonder gebruikswaarde is waardeloos. Dat is mijn overtuiging.
In mijn projecten gaat het dus niet alleen om kennisontwikkeling maar ook om de vraag: wat moet er uiteindelijk met deze kennis gebeuren? Goed, bruikbaar en innovatief onderzoek, dat is het doel!
Leraren krijgen voorrang op een woning in Amsterdam
Amsterdam kampt met een groeiend lerarentekort. De gemeente ontving signalen dat de huidige schaarste op de Amsterdamse woningmarkt een belangrijke oorzaak zou zijn voor dit tekort. Wij onderzochten de invloed van de woningmarkt op het vervullen van vacatures in het onderwijs.
Hoe belemmerend is de krapte op de woningmarkt in de overweging om in Amsterdam te gaan werken? Door middel van een analyse op CBS microdata, een survey onder leraren en studenten van de lerarenopleidingen en een bijeenkomst met leraren en bestuurders hebben wij de woonsituatie van leraren in kaart gebracht en gekeken naar belangrijke overwegingen om in het Amsterdamse onderwijs aan de slag te gaan.
Reisafstand
Uit het onderzoek blijkt dat leraren de woningmarkt weliswaar niet als de doorslaggevende, maar wel als een belemmerende factor zien bij het solliciteren op een baan in het Amsterdamse onderwijs. Ruim tachtig procent van de leraren en studenten van lerarenopleidingen ervaren het vinden van een geschikte en betaalbare woning in Amsterdam als problematisch. De jongste generatie leraren, die vaker in een huurwoning woont, geeft het vaakst aan deze problemen te ervaren.
Om leraren in de stad te laten werken, is het van belang dat de bereikbaarheid van scholen gewaarborgd blijft. Reisafstand is de meest genoemde reden om niet te solliciteren op een functie in het onderwijs. Van de leraren die niet in Amsterdam wonen, reist vrijwel niemand meer dan 45 minuten naar het werk.
Voorrangsregeling
Naar aanleiding van deze resultaten start de gemeente met een pilot om jonge leraren voorrang te geven op sociale huurwoningen. In eerste instantie gaat om honderd woningen. De voorrangsregeling voor leraren is een proef en als die goed uitpakt zal Amsterdam overwegen ook woningen te reserveren voor starters in andere sociale en maatschappelijke beroepen. Naar de beroepsgroepen jeugdzorg, zorg en kinderopvang doen wij momenteel onderzoek.
Meer informatie?
Het volledige onderzoeksrapport vindt u op de projectpagina.
Financiële drempels op weg naar meer participatie
Voor Ieder(in), de belangenorganisatie voor chronisch zieken en gehandicapten, onderzochten wij de inkomenseffecten voor jongvolwassenen die méér willen gaan participeren in de samenleving. Ieder(in) wilde weten met welke financiële drempels zij te maken kregen.
Wij rekenden meerdere scenario’s door waarbij een jongvolwassene een beweging maakt naar méér zelfstandigheid in wonen of werken. Wat gebeurt er precies met het inkomen wanneer iemand vanuit de Wajong een nieuwe baan krijgt, of wat gebeurt er wanneer iemand vanuit Beschermd Wonen naar zelfstandig wonen met een kleine Wmo-voorziening gaat? In het onderzoeksrapport worden deze verandering uitgebreid beschreven.
Meer informatie?
Het volledige rapport vindt u op de projectpagina.
Statushouders aan het werk via direct contact met werkgevers?
Het vinden van een betaalde baan is voor statushouders geen gemakkelijke opgave. Met als gevolg dat een overgrote meerderheid van deze nieuwkomers afhankelijk is van een bijstandsuitkering. De gemeente Den Haag probeert hier iets aan te doen door een vroegtijdig en activerend beleid gericht op het vergroten van participatie van statushouders. Belangrijke instrumenten die de gemeente inzet zijn Matchmaking, Werkervaringsplaatsen en Vrijwilligerswerk.
Regioplan gaat de komende twee jaar onderzoeken in hoeverre deze instrumenten leiden tot veranderingen in houding, kennis en vaardigheden bij zowel statushouders als werkgevers. We kijken naar opbrengsten van de instrumenten in termen van vrijwilligerswerk en betaald werk. In het onderzoek wordt de aanpak beschreven, een beleidstheorie opgesteld over de werking van de instrumenten, verschillende betrokkenen bevraagd en data van de gemeente Den Haag en het CBS geanalyseerd. Het onderzoek start half november 2017 en heeft een looptijd van twee jaar.
Meer informatie?
Neem contact op met Miranda Witvliet.
Vergezichten en uitdagingen van de hbo-arbeidsmarkt
Welke uitdagingen kent de arbeidsmarkt van hbo-instellingen? In opdracht van Zestor, het arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo, hebben we de arbeidsmarktmonitor voor hbo-personeel uitgevoerd.
Hierin hebben we vastgesteld dat er een sprake is van een dreigende kwalitatieve mismatch, op korte termijn zijn meer docenten nodig voor sectoren als Groen en Techniek, terwijl bij de Lerarenopleidingen mogelijk een overschot aan personeel ontstaat. Daarnaast is er sprake van een toenemende vergrijzing van het personeelsbestand. Zo is het aantal 55-plussers tussen 2010 en 2015 met maar liefst 25 procent gestegen. Naast het zo lang mogelijk inzetbaar houden van deze doelgroep (duurzame inzetbaarheid), moet de sector ook nagaan welke functies vrij gaan komen en hoe die te vervullen. Daarbij is het goed te beseffen dat deze groep doorgaans een grotere aanstellingsomvang heeft.
De vervangers van de vertrokken medewerkers werken vaker in deeltijd, waardoor er sprake is van een toename van het aantal deeltijdaanstellingen. Dit leidt tot een vraagstuk met meerdere kanten. Aan de ene kant is het kunnen werken in deeltijd een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde. Aan de andere kant vraagt de toename van deeltijdwerkers om extra inspanningen om de vacatures in te vullen: voor ieder vertrekkend personeelslid ontstaat meer dan één vacature. Wat bij deze vervangingsvraag ook een rol speelt, is het imago van de sector. Er is sprake van een verlaagde wervingskracht door een onjuist beeld van de sector. Potentiële werknemers twijfelen aan de werksfeer, de mate waarin het werk inhoudelijk interessant is en het salaris. Ook verwacht men dat een onderwijsbevoegdheid nodig is (wat niet het geval is). Wetende dat het personeel in het hbo doorgaans zeer tevreden is en in hoge mate de eigen werkgever aan anderen aan zou raden, klopt het imago van de sector niet met de praktijk. Dit belemmert de wervingskracht.
Uitdagingen die de sector zelf uit de arbeidsmarktmonitor haalt zijn de hoge werkdruk, de hoge uitstroom van startende docenten en het zoeken naar een balans tussen de reguliere formatie en flexibele inzet van personeel. Positief vinden zij de sterke groei van ondersteunend personeel, de hoge medewerkerstevredenheid, de mogelijkheid tot professionalisering en de uitwisseling van personeel met het bedrijfsleven.
Meer informatie?
Bekijk de projectpagina.
Bijna 30 procent van de politieagenten verzaakt verplichte fysieke vaardigheidstoets
Sinds 2015 dienen alle politieagenten die met geweldsmiddelen zijn uitgerust (ongeveer veertigduizend) minimaal één keer per jaar een fysieke vaardigheidstoets (FVT) af te leggen. Het doel van de FVT is om de medewerkers inzicht te geven in hun eigen fysieke vaardigheden die nodig zijn om het vak professioneel uit te voeren. De politiemedewerker is zelf verantwoordelijk om goed te functioneren in het dagelijkse werk en om het daarvoor benodigde vakmanschap, inclusief een goede fysieke conditie, te onderhouden.
Niet-deelname
Uit het onderzoek dat wij samen met het Mulier Instituut uitvoerden voor het WODC, blijkt dat 29 procent van het politiepersoneel dat de FVT moet afleggen dit in de praktijk niet doet. Voor niet-deelname aan de FVT worden drie redenen genoemd: medewerkers worden niet ingepland (13 procent), zijn belemmerd door blessures of ziekte (11 procent) of ze komen niet opdagen en melden zich ook niet af (5 procent). Het onderzoek stelt verder dat er weinig toezicht is op het inhalen van de toets; uitstel leidt meestal tot afstel. Daarnaast geven politiemedewerkers zelf vaak aan dat ze onvoldoende relatie zien tussen de toets en de praktijk.
Maatregelen
Om de deelname aan de FVT te verhogen, kwam de politie eerder al met enkele maatregelen, zoals de FVT vaker aanbieden en op maat gemaakte sportprogramma’s, waaronder Fit@NP. De resultaten en aanbevelingen uit ons onderzoek worden door de korpschef vertaald naar concrete acties in het kader van de bredere verbetering vakbekwaamheid en het bijhorende kwaliteitssysteem.
Meer informatie?
Het volledige rapport vindt u op de projectpagina. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hetty Visee.
Hoe vinden werkzoekenden met een arbeidsbeperking en werkgevers elkaar?
Het Vlaamse tijdschrift OverWerk publiceerde deze zomer een artikel over een onderzoek dat wij uitvoerden voor het Arbeidsdeskundig Kenniscentrum (AKC). Dit onderzoek ging over de matching van werkzoekenden met een arbeidsbeperking en werkgevers.
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat geautomatiseerde systemen vooralsnog niet geschikt zijn om kandidaten te selecteren voor werkgevers die op zoek zijn naar werknemers met een arbeidsbeperking. Daarom is op dit moment de selectie voor een groot deel mensenwerk, wat maakt dat tot op zeker hoogte het toeval bepaalt wie waar terecht komt. Het hangt er bij wijze van spreken maar van af welke namen er in de hoofden van de klantmanagers of begeleiders zitten. Je krijgt daardoor niet snel een optimale match, wat weer kan leiden tot uitval.
Het onderzoek heeft geresulteerd in een ontwikkelprogramma waarin acht routes worden beschreven, die bijdragen aan een verbetering van de informatievoorziening ten behoeve van effectiever en duurzamer matchen van werkzoekenden met een arbeidsbeperking en werk(gevers). Deze routes worden in het artikel beschreven.
Meer informatie?
Klik hier voor het artikel. Het volledige rapport vindt u op de projectpagina.
Monitoring My Red Light van start!
Deze week was het niet te missen in de media: de opening van My Red Light. Dit Amsterdamse initiatief stelt sekswerkers in de gelegenheid om in zelfbeheer hun beroep uit te oefenen.
Op vier adressen aan de Wallen zijn 14 nieuwe ramen geopend. Wij zijn als onderzoekspartner bij dit project betrokken en zullen My Red Light twee jaar lang monitoren.
In de monitor gaan we op zoek naar de impact op het gebied van economische en persoonlijke empowerment en maatschappelijke acceptatie van de branche. Want sekswerk in zelfbeheer klinkt natuurlijk mooi, maar in hoeverre draagt een dergelijk initiatief nu daadwerkelijk bij aan een schone, veilige en gezonde werkomgeving? En wat is de impact op de vaardigheden van sekswerkers? En op het imago van de branche? Op onder andere deze vragen zoeken we de komende twee jaar een antwoord.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Yannick Bleeker.
Regioplan correspondent in European Social Policy Network
Sinds 2014 maakt Regioplan als Nederlandse expert onderdeel uit van het European Social Policy Network (ESPN). In het kader hiervan publiceren we regelmatig over ontwikkelingen in het sociaal beleid in Nederland. Onlangs verscheen van onze hand een nieuwe publicatie over experimenten met het basisinkomen in Nederland.
Het ESPN, bestaande uit een netwerk van experts in alle EU landen, ondersteunt de Europese Commissie sinds 2014 met hoogwaardig en onafhankelijk onderzoek en advies op het terrein van sociaal beleid. De Commissie gebruikt dit onder andere om de voortgang van de EU doelstellingen uit de Europe 2020 strategie op het gebied van sociale zekerheid en sociale inclusie te monitoren.
Als expert voor Nederland leveren wij regelmatig rapporten en artikelen aan over het sociaal beleid in Nederland. Recent publiceerden we een artikel over de experimenten met het ‘basisinkomen’ (regelluwe Participatiewet) in Nederland. Voor dit artikel en andere voorbeelden van onze publicaties in het ESPN, zie onderstaande links:
- experimenten met het ‘basisinkomen’ (regelluwe Participatiewet)
- huisvesting van vluchtelingen
- pensioenregelingen voor zware beroepen
- balans tussen werk en privéleven voor mantelzorgers
- bijstandsbeleid
Meer informatie?
Klik hier voor meer informatie over het ESPN. U kunt ook contact opnemen met contactpersoon Bob van Waveren.