Sabi Belhaj-Haddou MA

Mijn nieuwsgierigheid naar de manier waarop historische en maatschappelijke processen elkaar beïnvloeden, drijft me om de complexiteit van deze thema’s te onderzoeken. Door kwalitatieve en kwantitatieve methoden te combineren, probeer ik maatschappelijke vraagstukken te doorgronden en beleidsadvies te ontwikkelen dat de positie van kwetsbare groepen versterkt. Het is dan ook mijn doel is om met gedegen onderzoek bij te dragen aan een inclusievere en rechtvaardigere samenleving. Bij Regioplan houd ik me bezig met het onderzoeken van vraagstukken die betrekking hebben op integratie, migratie, gender en diversiteit.

Gendersensitief werken bij de aanpak van geweld: een bundeling van kennis en praktische tools

Op 5 september 2024 publiceerde het College voor de Rechten van de Mens (CRM), in samenwerking met Avans, een bundeling van kennis en praktische tools op het gebied van gendersensitief werken bij de aanpak van geweld in de privésfeer.

Een effectieve aanpak van geweld in de privésfeer vereist aandacht voor gender: aandacht voor de rollen en verwachtingen die we in de maatschappij verbinden aan het biologische, binaire man/vrouw-onderscheid. Avans en het CRM brachten de vele verschillende publicaties hierover samen in een handzaam overzicht dat een must is voor iedereen die zich met deze thematiek bezig houdt! Tot dit overzicht behoren ook diverse van onze eigen onderzoeken en handreikingen!

Zicht op de aard en omvang van seksueel geweld binnen regio Rotterdam-Rijnmond

De gemeente Rotterdam werkt samen met lokale en regionale partners aan de aanpak van seksueel geweld. Om te komen tot een toekomstbestendige, effectieve en integrale aanpak wil de gemeente de inzet van de afgelopen jaren verankeren, versterken en, waar nodig, vernieuwen. Regioplan heeft in dit kader een monitor ontwikkeld voor de gemeente Rotterdam ontwikkeld waarin cijfers zijn opgenomen over de problematiek. Onlangs heeft Regioplan voor de tweede keer deze monitor uitgevoerd.

De monitor geeft een overzicht van de aard en de omvang van seksueel geweld binnen de regio Rotterdam-Rijnmond over de jaren 2021 en 2022. In de monitor komen kenmerken van de meldingen, slachtoffers en plegers aan bod. De monitor geeft hiermee inzicht in:

  • de aard en de omvang van seksueel geweld bij verschillende partners;
  • de trends (na verloop van tijd) inzichtelijk krijgen;
  • of en waar het nodig is de aanpak van seksueel geweld te versterken op basis van de cijfers.

Zicht creëren op de aard en omvang van seksueel geweld is een belangrijk onderdeel van de aanpak van seksueel geweld en onderdeel van het ondersteuningsaanbod dat Regioplan biedt op dit thema. Naast zicht creëren biedt Regioplan ook andere onderzoeks- en ondersteuningstrajecten aan. Kijk voor ons volledige onderzoeks- en ondersteuningstrajecten voor de aanpak van seksueel geweld hier.

Meer weten?
Neem dan contact op met Coco Bastiaansen

Monitor Aard en Omvang Seksueel Geweld Rotterdam-Rijnmond 2023

Regioplan heeft in 2022 in opdracht van gemeente Rotterdam een monitor ontwikkeld voor de regio Rotterdam-Rijnmond om de aard en omvang van seksueel geweld in kaart te brengen. Onlangs heeft Regioplan voor de tweede keer deze monitor uitgevoerd.

De gemeente Rotterdam werkt samen met lokale en regionale partners aan de aanpak van seksueel geweld. Om te komen tot een toekomstbestendige, effectieve en integrale aanpak wil de gemeente de inzet van de afgelopen jaren verankeren, versterken en, waar nodig, vernieuwen. Regioplan heeft in dit kader een monitor ontwikkeld voor de gemeente Rotterdam ontwikkeld waarin cijfers zijn opgenomen over de problematiek. Onlangs heeft Regioplan voor de tweede keer deze monitor uitgevoerd.

De monitor geeft een overzicht van de aard en de omvang van seksueel geweld binnen de regio Rotterdam-Rijnmond over de jaren 2021 en 2022. In de monitor komen kenmerken van de meldingen, slachtoffers en plegers aan bod. De monitor geeft hiermee inzicht in:

  • de aard en de omvang van seksueel geweld bij verschillende partners;
  • de trends (na verloop van tijd) inzichtelijk krijgen;
  • of en waar het nodig is de aanpak van seksueel geweld te versterken op basis van de cijfers.

Meer weten?

Neem dan contact op met Coco Bastiaansen

Weet jij echt hoe gender leidt tot geweld in relaties?

Wat hebben intieme terreur, stalking en femicide met elkaar gemeen? Dat één van de oorzaken onder het geweld ligt in gender: in de verwachtingen die we als samenleving aan man- en vrouwzijn koppelen. Die verwachtingen leiden tot rollen en patronen, veelal onbewust, die een rol spelen in de totstandkoming en escalatie van geweld in (ex-)partnerrelaties.

Juist bij heftige vormen van dit geweld, zoals intieme terreur, stalking en femicide, is gender een belangrijke oorzaak voor de patronen die tot het geweld leiden.

Test je kennis!

Weet jij wat gender eigenlijk precies is? Hoe gender leidt tot (ex-)partnergeweld? En hoe je balanceert op het dunne koord tussen stereotypering en gendersensitiviteit? Kom erachter door onze korte training over gender en huiselijk geweld te volgen. De training is gebaseerd op onze handreiking Gendersensitief handelen bij huiselijk geweld, een hulpmiddel voor casuïstiekbespreking dat is getest in verschillende regio’s. In twee dagdelen laat trainer Marleen Derks je ontdekken hoe gender doorwerkt in relaties, hoe het kan leiden tot geweld, en hoe je daar in de praktijk mee om kunt gaan.

Test je organisatie!

De training leidt niet alleen tot begrip van gender en handelingsperspectief voor de uitvoering. Een belangrijke uitkomst is ook het reflecteren op de organisatie: hoe bieden beleid, werkprocessen en keuzes voor instrumentarium meer of minder ruimte voor het effectief meenemen van de rol van gender in de uitvoering? Wij begeleiden die reflectie graag en komen waar relevant samen tot verbetersuggesties.

Meer weten?

Neem dan contact op met Katrien de Vaan.

Nieuw project: implementatie verplichte Beschermingscode HGKM op de BES-eilanden

In opdracht van de Directie Zorg en Jeugd Caribisch Nederland van het Ministerie van VWS gaat Regioplan de openbare lichamen op de drie BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) ondersteunen bij het implementeren van de verplichte Beschermingscode Huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Professionals bij organisaties in de sectoren zorg, welzijn, justitie en onderwijs worden door te werken met deze code beter in staat gesteld om huiselijk geweld en kindermishandeling te voorkomen, tijdig te signaleren en (mogelijke) slachtoffers beter te beschermen.

De Beschermingscode HGKM is de BES-variant van de Meldcode HGKM, zoals die geldt voor professionals in bovengenoemde sectoren in Nederland. In 2019, 2020 en 2021 hebben wij in Nederland bijgedragen aan de implementatie van de verbeterde Meldcode door in het hele land trainingen te organiseren voor professionals in de meldcodeplichtige beroepsgroepen.

Beoogde resultaten

Die ervaring nemen we mee naar de BES-eilanden, waar we tot eind december 2024 gaan toewerken naar de volgende beoogde resultaten:

• alle Beschermingscode-plichtige organisaties op de drie BES-eilanden en professionals zijn bekend met de Beschermingscode;

• alle Beschermingscode-plichtige organisaties op de drie BES-eilanden zijn in staat om deze code structureel toe te voegen aan hun kernactiviteiten en vervolgens hun medewerkers te faciliteren en te ondersteunen om conform de Beschermcode te handelen als de situatie daar om vraagt;

• de medewerkers van de Beschermingscode-plichtige organisaties (zo’n 2.000 professionals) zijn in staat om in de praktijk te handelen conform de Beschermingscode en kunnen leren van hun ervaringen om het handelen conform de Beschermingscode waar nodig te verbeteren;

• de inwoners van de drie BES-eilanden die gebruikmaken van de diensten van de Beschermingscode-plichtige organisaties hebben kennis kunnen nemen van de Beschermingscode, begrijpen deze code, zien de meerwaarde ervan in, en accepteren dat de code in de praktijk wordt toegepast als dat nodig is.

Meer weten?

Voor meer informatie over dit project kun je contact opnemen met Frank Kriek of Romy van den Dungen.

Romy van den Dungen MSc

Waar ik nou écht energie van krijg? Werken aan vraagstukken voor meer rechtvaardigheid en gelijke kansen! Tijdens het uitvoeren van onderzoek neem ik anderen zoveel mogelijk mee in mijn enthousiasme en gebruik ik creatieve en interactieve onderzoeksmethoden. Daarbij betrek ik zoveel mogelijk perspectieven en zet ik de doelgroep centraal. Dit is wat mij betreft van groot belang, omdat we op deze manier bruikbare adviezen kunnen ontwikkelen voor de praktijk.

Vrouwen veel vaker slachtoffer van ernstig en seksueel geweld

Vrouwen worden iets vaker dan mannen slachtoffer van huiselijk geweld en van (ex-)partnergeweld, terwijl mannen iets vaker worden genoemd als pleger. Zoomen we echter in op ernstig en structureel geweld en op seksueel geweld, dan blijkt dat vrouwen veel vaker slachtoffer zijn en mannen veel vaker genoemd worden als pleger. Ook lopen vrouwen een veel groter risico vermoord te worden door hun (ex-)partner.

Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een onderzoek dat Regioplan onlangs (in opdracht van het ministerie van VWS) uitvoerde naar de rol van gender bij geweld.

Macht en controle

De gevonden patronen komen overeen met wat je zou mogen verwachten op basis van internationale onderzoeksliteratuur, vertelt onderzoeker Heleen Schols. “De oververtegenwoordiging van vrouwen als slachtoffer en mannen als pleger neemt toe naarmate macht en controle een grotere rol spelen. Dit omdat de verschillende maatschappelijke verwachtingen en normen over rollen en gedrag van mannen en vrouwen doorwerken in de verdeling van macht, gelijkheid en afhankelijkheid. Zodoende kan gender een belangrijke rol spelen bij huiselijk en seksueel geweld. Dit kan juist ook spelen in partnerrelaties, omdat mensen in deze intieme relaties veel invloed op elkaar kunnen hebben.”

Meer inzicht

Primair doel van dit onderzoek was om in beeld te brengen of en hoe al beschikbare data over huiselijk en seksueel geweld en moord inzicht zouden kunnen geven in de rol van gender bij dit geweld, vertelt Heleen. “De in dit onderzoek gebruikte data hebben hun beperkingen; niet alle analyses die idealiter gemaakt zouden worden, zijn met deze data mogelijk. Deels komt dit doordat data oorspronkelijk zijn verzameld met een ander doel dan om de rol van gender bij geweld zichtbaar te maken. Ook lenen andere (kwalitatieve) onderzoeksmethoden zich waarschijnlijk beter voor het in beeld krijgen van patronen en percepties van geweld, dreiging en controle.”

“In ons eindrapport doen we daarom suggesties voor data en andere informatie die je zou kunnen toevoegen aan de Impactmonitor aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling. Op die manier kan dit instrument nog meer inzicht te bieden in de rol van gender bij geweld. Dit jaar wordt verkend of en hoe deze suggesties meegenomen kunnen worden in de Impactmonitor.”

Meer weten?

Lees ons eindrapport. Of neem contact op met Heleen.

Programma Veilige Steden krijgt vervolg na positieve evaluatie

Goed nieuws: minister Dijkgraaf heeft vorige week aan de Tweede Kamer laten weten dat hij de samenwerking met gemeenten op het gebied van Veilige Steden wil voortzetten. Uit een recente evaluatie door Panteia blijkt dat het programma de afgelopen vier jaar heeft geleid tot meer veiligheid voor vrouwen en meisjes én dat de deelnemende gemeenten de ondersteuning door Regioplan als positief hebben ervaren.

Binnen het programma Veilige Steden (een initiatief van het ministerie van OCW) zetten momenteel zestien gemeenten zich extra in voor de veiligheid van vrouwen en meisjes in de openbare ruimte en bij het uitgaan. Regioplan ondersteunt de deelnemende gemeenten en hun partners hierbij met kennis, advies en het faciliteren van uitwisseling.

Toegevoegde waarde

Onderzoeksbureau Panteia evalueerde het programma onlangs. Op basis van deskresearch en interviews met gemeenten en hun samenwerkingspartners concludeert Panteia dat het programma de afgelopen vier jaar van toegevoegde waarde is geweest voor de (sociale) veiligheid van vrouwen en meisjes.

Alhoewel de gemeenten nog geen volledig inzicht hebben in de effecten van hun activiteiten op de veiligheid en de veiligheidsbeleving, zijn ze over het algemeen tevreden over wat er de afgelopen jaren bereikt is. Zo hebben ze meer kennis en inzicht gekregen in de lokale situatie en is er sprake van meer bewustwording onder zowel inwoners als professionals over wat straatintimidatie is, hoe het voelt en hoe vaak het voorkomt. Ook is de meldingsbereidheid van slachtoffers en gedupeerden toegenomen, is de aanpak van straatintimidatie op de lokale politieke agenda gezet, en is er sprake van betere samenwerking met maatschappelijke organisaties.

Gemeenten positief over ondersteuning door Regioplan

In het kader van deze evaluatie keek Panteia ook naar de ondersteuning door Regioplan. De afgelopen vier jaar hebben we gemeenten inhoudelijk begeleid en meegedacht over onder meer beleidsplannen. Ook beheren we de programmawebsite (www.programmaveiligesteden.nl) en ondersteunden van we de kennisuitwisseling tussen gemeenten.

Alhoewel de mate en intensiteit van het contact tussen gemeente en Regioplan per geval verschilde (afhankelijk van de fase waarin de betreffende gemeente zich bevond), verliepen de communicatie en afstemming volgens de gemeenten prettig. Ze zijn verder zeer te spreken over de kwaliteit van de ondersteuning en de expertise van de mensen bij Regioplan. Met name bij het opzetten of het verder uitwerken van het plan van aanpak, het helder krijgen van definities, de kadering van de aanpak en het leveren van informatie over het thema vonden gemeenten het prettig dat ze contact konden zoeken met Regioplan. Als verbeterpunt benoemden enkele gemeenten dat extra nadruk op concrete handvatten waardevol zou zijn.

Samenwerking wordt voortgezet

Naar aanleiding van deze in grote lijnen positieve evaluatie liet minister Dijkgraaf op 14 oktober aan de Tweede Kamer weten dat hij de samenwerking met gemeenten op het gebied van Veilige Steden wil voortzetten. Wordt vervolgd!

Meer weten over Veilige Steden?

Neem dan contact op met Heleen.

Kabinet voelt voor alomvattende aanpak van ‘homogenezing’

In lijn met het onderzoek dat we recent samen met de VU (Faculteit Religie en Theologie) uitvoerden, streeft het kabinet naar een meer alomvattende aanpak van zogenaamde therapieën voor ‘homogenezing’. Om de menselijke waardigheid van eenieder te kunnen waarborgen, zo schrijven de betrokken ministers, wil het kabinet deze praktijken nu en in de toekomst voorkomen en tegengaan. Een wettelijk verbod zou hieraan kunnen bijdragen: zo’n verbod is normstellend en biedt steun voor mensen die conversiepraktijken hebben ondergaan, stellen de betrokken ministers. Maar: het initiatief hiervoor laat het kabinet aan de Tweede Kamer.

In sommige gesloten culturele en religieuze gemeenschappen wordt geprobeerd om iemands seksuele oriëntatie of genderidentiteit te onderdrukken of te veranderen via zogenoemde ‘conversietherapie’. Een wettelijk verbod op deze omstreden ‘therapie’ zou grote symbolische waarde hebben voor de LHBTI+-gemeenschap, zo blijkt uit onderzoek dat we onlangs samen met de VU uitvoerden naar ‘homogenezing’.

‘Onverteerbaar’

We voerden het onderzoek uit in opdracht van de ministeries van OCW en J&V. De betrokken ministers Dijkgraaf (OCW) en Yeşilgöz (J&V) scharen zich in hun op 5 juli verstuurde beleidsreactie achter onze conclusie dat een wettelijk verbod op conversietherapieën een steun in de rug kan zijn voor de slachtoffers.

Minister Dijkgraaf benadrukt dat zulke praktijken niet passen binnen onze samenleving: “Iedereen moet de ruimte hebben om zich te ontwikkelen, zonder beperkingen.”

Minister Yeşilgöz noemt het ‘onverteerbaar’ als mensen onder zware druk gedwongen worden te ontkennen wie ze zijn: “Door duidelijk de norm te stellen en door veilige plekken om hierover te spreken, weten slachtoffers dat ze hulp kunnen krijgen en aangifte kunnen doen.”

De ministers onderschrijven echter ook onze bevinding dat de handhaving van een verbod lastig uitvoerbaar is en dat er bij een verbod rekening gehouden moet worden met verschillende rechten van betrokkenen. Het kabinet wacht nu op een wetsvoorstel dat D66, VVD, PvdA en GroenLinks vorig jaar hebben aangekondigd, schrijven de ministers aan de Tweede Kamer. Na indiening maakt het kabinet zijn standpunt kenbaar.

Samenhangend pakket

Regioplan-onderzoeker Heleen Schols vindt het goed om te zien dat het kabinet de belangrijkste conclusies uit het eindrapport onderschrijft en actie wil ondernemen. “Het is goed om te lezen dat het kabinet wil sturen op een samenhangend pakket aan maatregelen, waarbij de boodschap duidelijk is: de overheid keurt ‘conversietherapie’ af.”

“Alleen zo’n aanpak kan de voedingsbodem voor deze praktijken verkleinen en het begrip voor LHBTI+-personen vergroten. Want uiteindelijk is het niet voldoende om deze praktijken te verbieden, maar is er een cultuurverandering nodig om ’homogenezing’ te voorkomen en tegen te gaan.”

Meer weten?

Neem dan contact op met Heleen.