Dag tegen Ouderenmishandeling: waar staan we in de aanpak?

15-06-2020

Vandaag is het de Internationale Dag tegen Ouderenmishandeling. Een dag waarop we extra aandacht hebben voor het signaleren, stoppen en voorkomen van ouderenmishandeling. Prevalentieonderzoek laat zien dat meer dan 1 op de 20 thuiswonende ouderen ooit slachtoffer wordt van ouderenmishandeling. Het kan daarbij gaan om opzettelijk misbruik, maar ook om geweld voortkomend uit onmacht of relatieproblematiek.

Wat is anno 2020 de stand van zaken in de aanpak van ouderenmishandeling? Wij ondersteunen de ontwikkeling van de aanpak van ouderenmishandeling al lange tijd met onderzoek, ontwikkeling en implementatie. We vroegen een aantal van onze collega’s naar hun actuele visie op deze vraag.

Katrien de Vaan: “Er is al ontzettend veel ontwikkeld”

Sinds in 2011 het eerste landelijke actieplan Ouderen in Veilige Handen werd vastgesteld, is er steeds meer aandacht voor ouderenmishandeling als specifieke vorm van huiselijk geweld.

In de loop der jaren is er ontzettend veel gebeurd en ontwikkeld. Landelijk zijn er campagnes geweest om het probleem op de agenda te zetten; er is gewerkt aan preventie, voorlichting, signalering en handelingsperspectief; er zijn in veel regio’s netwerken opgericht om te werken aan verbetering van de samenwerking rondom ouderenmishandeling; en verschillende gemeenten hebben specifiek beleid op het probleem ontwikkeld. Rond 2015 zagen we de aandacht van gemeenten voor dit thema verslappen; ze waren druk met de decentralisaties in het sociaal domein en met de Veilig Thuisvorming. Inmiddels staat het thema echter, mede door het landelijk programma Geweld hoort nergens Thuis, weer stevig op de agenda. Dat er inmiddels zoveel materiaal beschikbaar is biedt een enorme kans: als je weet waar de doelgroep in jouw gemeente zit, kun je vrijwel meteen aan de slag. Momenteel helpen wij gemeenten om op alle kennis en ervaring die er inmiddels is hun eigen lokaal actieplan ouderenmishandeling te baseren.

Wat we wel zien, is dat er vooral veel is ontwikkeld op de ‘voorkant’ van de aanpak: het bespreekbaar maken, signaleren en melden. Als het gaat om het interveniëren bij ouderenmishandeling en het verlenen van hulp aan slachtoffers en plegers dan is de aanpak nog niet zo kant-en-klaar. Deze thematiek vraagt toch echt wat anders dan andere vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met de sterke loyaliteitsbanden tussen slachtoffer en pleger, met de wilsbekwaamheid van de slachtoffers en met de noodzaak om andere partijen te betrekken. Een paar jaar geleden ontwikkelden we met gemeenten en veldpartijen de ‘Basisaanpak ontspoorde mantelzorg’. Daarbij viel de belangrijke rol van welzijn op, een partner die bij andere vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling veel minder nadrukkelijk betrokken is.

Frank Kriek: Financieel misbruik als specifieke verschijningsvorm

Dat specifieke karakter van ouderenmishandeling zie je juist ook terug bij een vorm van relationeel geweld die alleen bij ouderen in afhankelijkheidsrelaties wordt gezien als huiselijk geweld: financieel misbruik. En juist ook op dit vlak zijn in het afgelopen decennium grote stappen gezet. Waar het probleem voorheen vaak niet gezien of niet erkend werd, staat het inmiddels stevig op de agenda. Bij de aanpak zijn heel andere partners betrokken dan bij de rest van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Banken en notarissen horen bij de pioniers van de aanpak van financieel misbruik. Het levenstestament is een belangrijk preventief instrument. Banken hebben in de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker hun rol gepakt in het signaleren van financieel misbruik van hun cliënten en het handelen daarop. In steeds meer regio’s ontstaan ‘lokale allianties Veilig financieel ouder worden’. Dat zijn samenwerkingsverbanden van publieke (gemeenten, Veilig Thuis, zorgaanbieders, Politie) en private partijen als banken en notarissen, huisartsen die met elkaar werken aan het op de kaart zetten van en effectief ingrijpen bij financieel misbruik. Recent onderzoek naar deze allianties laat zien dat zij een belangrijke toegevoegde waarde hebben bij het vroegtijdig signaleren van (kansen op) financieel misbruik en daarmee een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen ervan.

Eline Verbeek: Wie zijn deze slachtoffers?

Onderzoek laat zien dat meer dan 1 op de 20 thuiswonende ouderen ooit slachtoffer wordt van ouderenmishandeling. Maar wie zijn die slachtoffers? Welke kenmerken hebben deze ouderen en is het mogelijk profielen te schetsen op basis van deze kenmerken? Om deze vragen te beantwoorden, hebben wij risicoprofielen van slachtoffers van ouderenmishandeling ontwikkeld. De diversiteit van de groep slachtoffers is groot en er bestaat een groot aantal risicofactoren van ouderenmishandeling. Het combineren van kenmerken van slachtoffers maakt het mogelijk verschillende profielen van slachtoffers vast te stellen. De risicoprofielen geven inzicht in typerende persoons- en achtergrondkenmerken van de oudere slachtoffers. Ze laten zien dat groepen slachtoffers overeenkomsten hebben, maar ook verschillen kennen. Door kennis te nemen van de profielen stellen we onszelf in staat om met een bredere blik naar (potentiële) slachtoffers van ouderenmishandeling te kijken wat kan bijdragen aan een verbeterde signalering. Daarbij geeft het vaststellen van risicoprofielen (bijvoorbeeld in een gemeente) aanknopingspunten voor beleid; het helpt de juiste accenten te leggen en de juiste partners voor de aanpak te selecteren.