Werkveld: Sociaal domein
Professionals en de meldcode: opbrengsten van de Meldcodetour
De verbeterde meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling helpt professionals bij het maken van de juiste afwegingen bij een vermoeden van huiselijk geweld. In opdracht van het ministerie VWS hebben Regioplan en VNG Connect de zogenoemde Meldcodetour georganiseerd.
De verbeterde meldcode is vanaf 1 januari 2019 in werking getreden. Deze meldcode biedt professionals een beroepsgroep-specifiek afwegingskader, aan de hand waarvan ze een besluit kunnen nemen rondom het al dan niet te melden bij Veilig Thuis en rondom het wel of niet zelf hulp verlenen.
Tussen 2019 en 2021 hebben verschillende professionals uit het hele land deelgenomen aan bijeenkomsten rondom de verbeterde meldcode, de zogenoemde Meldcodetour. Deze reeks bijeenkomsten werd georganiseerd door Regioplan en VNG Connect, in opdracht van het ministerie van VWS.
Doel
Het doel van de Meldcodetour was om op regionaal niveau:
• de bekendheid van de verbeterde meldcode bij professionals te vergroten;
• het professioneel handelen van meldcodeplichtige professional te versterken door de handelingsverlegenheid in de praktijk weg te nemen;
• de dilemma’s bij het toepassen van de verschillende stappen van de meldcode zichtbaar te maken en op zoek te gaan naar het verminderen van de dilemma’s door met elkaar in gesprek te gaan;
• ervoor te zorgen dat meer professionals de meldcode toepassen, onder meer door te oefenen met gesprekvoering en het doorlopen van de stappen aan de hand van reële casuïstiek;
• de samenwerking tussen professionals uit verschillende domeinen te versterken.
Met als uiteindelijk doel om de veiligheid van slachtoffers van huiselijk geweld en/of kindermishandeling te vergroten.
Opbrengsten
Gedurende de tour heeft Regioplan opgehaald welke barrières er zijn bij het hanteren van de meldcode en hoe de Meldcodetour heeft bijgedragen aan het verminderen van deze barrières. Dit werd gedaan vanuit het perspectief van professionals, de organisaties en de regio’s.
Eén barrière was dat er bij professionals een grote mate van handelingsverlegenheid heerst; ze voelen zich onvoldoende geëquipeerd om de meldcode te hanteren. Dit komt bijvoorbeeld door een gebrek aan kennis en vertrouwen in het eigen handelen. Ook weten ze zich onvoldoende gesteund door de eigen organisatie. Hiernaast ervaren ze ook onduidelijkheid over het functioneren van de ketensamenwerking.
Het bijwonen van de Meldcodetour heeft onder andere bijgedragen aan een versterking van de deelnemende professionals met betrekking tot hun kennisontwikkeling; het heeft geleid tot meer zelfvertrouwen om de meldcode te hanteren. De deelnemers zijn zich bewuster van hun (on)bekwaamheid om juist te handelen bij signalen van onveiligheid, zeggen eerder contact op te nemen met Veilig Thuis, en bespreken hun zorgen eerder met direct betrokkenen.
Bij deelnemende professionals is er een besef ontstaan dat aandacht voor de meldcode een integraal onderdeel moet worden van de organisatie waarin zij werken. Het werken met de meldcode vraagt – zowel vanuit het perspectief van de professional als de organisatie – continue agendering, sturing, training en verdieping om het echt onderdeel te kunnen maken van het professionele handelen.
Aanknopingspunten
Hieruit heeft Regioplan enkele belangrijke aanknopingspunten geformuleerd voor wat er verder nog nodig is om de handelingsbekwaamheid van meldcodeplichtige beroepsgroepen te versterken:
• continue aandacht voor de meldcode blijft nodig;
• de interne borging binnen organisaties dient versterkt te worden;
• om het gebruik van de meldcode te versterken is het verbeteren van de regionale samenwerking essentieel.
Meer weten?
Meer weten over de Meldcodetour? Of wilt u weten wat de lessen van de Meldcodetour voor uw regio of gemeente kunnen betekenen? Neem dan contact op met Frank.
Armoede- en schuldhulpverleningsbeleid in Pijnacker-Nootdorp
Hoe doeltreffend, doelmatig en rechtmatig is het gemeentelijk armoede- en schuldhulpverleningsbeleid in Pijnacker-Nootdorp? Leidt het beleid ertoe dat iedereen kan meedoen? En wat kan de gemeenteraad in zijn kaderstellende en controlerende rol doen om de effectiviteit van de aanpak positief te beïnvloeden?
Om deze en andere vragen omtrent het armoede- en schuldhulpverleningsbeleid in Pijnacker-Nootdorp te beantwoorden kijken wij naar de prestaties, ervaringen en resultaten van het huidige beleid. Ook zal worden gekeken naar de armoedemonitor die in juni 2019 uitkomt. Zo wordt in kaart gebracht wat de beschikbare informatie zegt over de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het beleid. Het onderzoek heeft ook tot doel om handvaten te geven aan de gemeenteraad om zijn kaderstellende en controlerende rol beter in te vullen.
Meer informatie?
Neem contact op met Miranda.
Evaluatie wijkteams Vlaardingen
Vlaardingen zet stevig in op de wijkteams, en dat werpt vruchten af. Onze evaluatie van de teams, die we samen met Cebeon uitvoerden, laat zien dat het steeds beter lukt om de transformatiegedachte via de wijkteams vorm te geven. Ook blijkt het mogelijk om hulpvragen in een eerder stadium af te vangen: onze benchmark laat zien dat met name voor jeugd minder wordt doorverwezen dan in vergelijkbare gemeenten en we zien positieve effecten op zelfredzaamheid. Ook blijken de investeringen die de gemeente in de wijkteams doet, realistisch.
De beweging die de gemeente met de wijkteams beoogt is zeker niet makkelijk en gaat met vallen en opstaan: systeemgericht werken en het op de juiste plek inzetten van de juiste expertise zijn belangrijke ontwikkelpunten voor de toekomst. Ook zijn de wijkteams deels afhankelijk van het goed functioneren van het voorliggend veld en de specialistische zorg, en op beide vlakken zien we knelpunten. Onze belangrijkste aanbevelingen richten zich dan ook op een goede differentiatie naar cliëntgroepen en het scheppen van de juiste randvoorwaarden in de voorzieningen waar de wijkteams voor hun functioneren mede van afhankelijk zijn.
Meer informatie?
Neem contact op met Katrien of lees de rapportage Evaluatie wijkteams Vlaardingen.
Seksuele uitbuiting in Amsterdam, een onderzoek naar aard en patronen
Seksuele uitbuiting, het komt voor in Amsterdam. Maar er is nog te weinig bekend over de aard en patronen ervan. Welke informatie is dan wel beschikbaar? Met welke vormen kunnen slachtoffers te maken krijgen? Voelen zij zich eigenlijk wel slachtoffer? Wat kunnen we met de veelal gefragmenteerde beelden zeggen over de aard, patronen en organisatie van seksuele uitbuiting in de Amsterdam? Wat kunnen beleidsmakers doen? We onderzochten het op verzoek van de gemeente Amsterdam.
MDA++ Flevoland
Huiselijk geweld is een hardnekkig probleem. De relaties waarin het plaatsvindt kennen een bepaalde dynamiek die maakt dat het geweld zich steeds opnieuw herhaalt: binnen de relatie maar ook van generatie op generatie. Het geweld hangt vaak samen met problemen op allerlei leefgebieden, van financiën tot huisvesting en van opvoedingsvraagstukken tot psychiatrische problematiek.
Om ook in de meest ernstige, structurele en complexe casussen de cyclus van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld duurzaam te doorbreken, wordt momenteel in Nederland de Multidisciplinaire Aanpak (MDA++) ontwikkeld. Dit is een aanpak waarin psychosociale, medische, forensische en justitiële specialisten multidisciplinair, integraal en intersectoraal samenwerken.
Gemeente Almere heeft ons gevraagd om de ontwikkeling van MDA++ in Flevoland te monitoren. Op drie momenten brengen we in kaart hoe het proces verloopt, wat goed gaat en waar verbeterpunten liggen. Dit doen we door een evaluatiekader te verwerken in het registratiesysteem van het Veiligheidshuis.
Meer informatie?
Neem contact op met Katrien.
Prevalentieonderzoek huiselijk geweld en kindermishandeling
Wat is de aard en omvang van huiselijk geweld en kindermishandeling in Nederland? Welke ontwikkeling heeft hierin plaatsgevonden? Is er samenloop van beide vormen van geweld binnen gezinnen? Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) heeft, op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Justitie en Veiligheid, een rapport uitgebracht over de prevalentie van huiselijk geweld en kindermishandeling in Nederland.
Voor het eerst is de samenloop tussen huiselijk geweld en kindermishandeling in gezinnen onderzocht. Het onderzoek besteedt aandacht aan de context waarbinnen huiselijk geweld en kindermishandeling plaatsvinden, evenals wat slachtofferschap voor mannen en vrouwen betekent.
Gendersensitief onderzoek
Het vorige prevalentieonderzoek kreeg flinke kritiek uit wetenschappelijke hoek, in verband met de genderneutrale insteek ervan. Verschillen tussen mannen en vrouwen in slachtoffer- en daderschap waren deels onbekend en deels niet goed te duiden, omdat ze niet in hun context bezien waren. In het huidige onderzoek is daarom expliciet aandacht besteed aan de rol van gender. Wij hebben hieraan bijgedragen door een advies te schrijven over verbetering van gendersensitiviteit in het prevalentieonderzoek huiselijk geweld. Wat zijn de verschillen in slachtoffer- en plegerschap tussen mannen en vrouwen in de context van huiselijk geweld?
Uit het prevalentieonderzoek blijkt dat vrouwen vaker slachtoffer worden van huiselijk geweld dan mannen, naarmate de ernst van het geweld toeneemt. Ook blijkt dat vrouwen vooral slachtoffer worden van geweld door hun (ex-)partner. Mannen worden relatief vaak slachtoffer van geweld door ‘huisvrienden’. Vrouwen lopen door het geweld vaker letsel op en melden zich significant vaker bij de politie dan mannelijke slachtoffers.
Resultaten samengevat
- 5,5% van de respondenten is de afgelopen 5 jaar slachtoffer geweest van huiselijk geweld;
- 3,5% van de respondenten is pleger van huiselijk geweld;
- Huiselijk geweld is genderspecifiek;
- Er wordt vaker melding bij de politie gedaan bij letsel;
- Er wordt vaker over huiselijk geweld gepraat met het informele netwerk;
- Gecombineerd slachtoffer- en plegerschap vindt vooral plaats binnen dezelfde relatie.
Meer informatie?
Neem contact op met Katrien de Vaan.
Oorzaken caseload Veilig Thuis Flevoland: reconstructie van 100 casussen
Huiselijk geweld is moeilijk te doorbreken. In Flevoland onderzochten we oorzaken voor de hoge caseload van Veilig Thuis. Daarbij constateerden we hoge recidive en veel uitval uit trajecten. Belangrijke oorzaken liggen in de kwaliteit van hulp en in de toerusting van het lokaal veld.
Recidive en uitval uit hulpverleningstrajecten
In het onderzoek is een representatieve steekproef van 100 meldingen bij Veilig Thuis Flevoland (VTF) onderzocht. In bijna twee derde van die casussen was minstens één keer eerder al sprake van melding bij VTF; bij een kwart betrof het 3 tot 7 eerdere meldingen. Melding bij Veilig Thuis en het daarop volgende (hulpverlenings-)traject leiden in een groot deel van de gevallen dus niet tot duurzame veiligheid. In het onderzoek zelf is voor een periode van 12-15 maanden onderzocht of er sprake was van nieuw geweld; dat bleek in bijna een derde van de casussen het geval en in nog eens 11 procent van de casussen was sprake van nieuwe zorgen over de veiligheid. Daarmee vormt het gebrek aan effectiviteit van de aanpak die volgt op een melding een belangrijke oorzaak voor de hoge caseload bij Veilig Thuis, naast het bestaan van risicofactoren in de populatie. Dat gebrek aan effectiviteit is echter niet zozeer Veilig Thuis aan te rekenen, maar betreft het resultaat van het handelen in het hele netwerk van partijen die zich met de opvolging van Veilig Thuismeldingen bezig houden.
Het onderzoek laat zien dat het beter moet: de uitval uit hulp is onacceptabel hoog en partijen werken in de aanpak onvoldoende samen. Met elke nieuwe Veilig Thuismelding wordt de kans op succesvol ingrijpen kleiner en de volwassenen en kinderen die het betreft krijgen niet de hulp die ze nodig hebben.
Aanknopingspunten voor de aanpak
De aanpak van huiselijk geweld kan ook echt beter. Het onderzoek biedt daar een aantal duidelijke aanknopingspunten voor. Ten eerste bevordert voldoende capaciteit en expertise bij het lokaal veld vroegtijdig handelen op signalen en voorkomt een opwaartse druk naar Veilig Thuis. Ten tweede zien we dat de aanwezigheid van één integrale plek waaraan Veilig Thuis casussen kan overdragen de samenwerking tussen Veilig Thuis en het lokaal veld ten goede komt. Met een beter geïnformeerde beslissing over het vervolgtraject als gevolg. En tot slot valt er nog veel winst te behalen met duidelijke regie en een systeemgerichte aanpak in casuïstiek, zowel in het verminderen van uitval, als in het realiseren van duurzame veiligheid. In een tijd waarin sprake is van hoge druk op de capaciteit van het lokaal veld en van specialistische hulp is dat mogelijk een lastige boodschap. Maar het is er ook één die hoop biedt: lukt het om effectiever te handelen, dan is de winst op de caseload bij alle betrokken partijen namelijk aanzienlijk.
Meer informatie?
Lees ons onderzoeksrapport, bekijk de infographic of neem contact op met Katrien.
Workshop effectiviteit sociaal domein Drenthe
Hoe weet je of ingezette voorzieningen in het sociaal domein effectief zijn? Veel gemeenten worstelen met de vraag hoe ze de outcome van voorzieningen zo goed mogelijk in beeld kunnen brengen. Voor verschillende gemeenten organiseerden we hierover een workshop. Dit deden wij samen met onze zusterorganisatie Cebeon. Onderwerpen die hierbij aan bod kwamen, waren: hoe bepalen we outcome, hoe meten we outcome en hoe geven gemeenten in Nederland handen en voeten aan dit onderwerp?
Meer informatie?
Neem contact op met Miranda.
Evaluatie wijkteams Vlaardingen
Vlaardingen zet stevig in op de wijkteams, en dat werpt vruchten af. Onze evaluatie van de teams, die we samen met Cebeon uitvoerden, laat zien dat het steeds beter lukt om de transformatiegedachte via de wijkteams vorm te geven. Ook blijkt het mogelijk om hulpvragen in een eerder stadium af te vangen: onze benchmark laat zien dat met name voor jeugd minder wordt doorverwezen dan in vergelijkbare gemeenten en we zien positieve effecten op zelfredzaamheid. Ook blijken de investeringen die de gemeente in de wijkteams doet, realistisch.
De beweging die de gemeente met de wijkteams beoogt is zeker niet makkelijk en gaat met vallen en opstaan: systeemgericht werken en het op de juiste plek inzetten van de juiste expertise zijn belangrijke ontwikkelpunten voor de toekomst. Ook zijn de wijkteams deels afhankelijk van het goed functioneren van het voorliggend veld en de specialistische zorg, en op beide vlakken zien we knelpunten. Onze belangrijkste aanbevelingen richten zich dan ook op een goede differentiatie naar cliëntgroepen en het scheppen van de juiste randvoorwaarden in de voorzieningen waar de wijkteams voor hun functioneren mede van afhankelijk zijn.
Meer informatie?
Neem contact op met Katrien.
Procesbegeleiding nieuwe subsidieronde sociale basisinfrastructuur Haarlem
In samenwerking met Movisie begeleiden wij gemeente Haarlem bij het invullen van de nieuwe subsidiesystematiek sociale basis 2020-2024. Met het traject wil de gemeente Haarlem de doeltreffendheid en evalueerbaarheid van de subsidies verbeteren. We begeleiden eerst de gemeente bij het opstellen van een subsidie-uitvraag en vervolgens de aanbieders bij het schrijven van een subsidieaanvraag.
Dit project is een vervolg op een project voor de Rekenkamercommissie van gemeente Haarlem, waarin we samen met de gemeente en twee uitvoerders in het sociaal domein een pilot hebben opgezet om een nieuwe subsidiesystematiek te ontwikkelen.
Meer informatie?
Neem contact op met Frank.